Bij wegblokkades van Extinction Rebellion (XR) op de Amsterdamse ringweg zijn zaterdag zo’n 190 klimaatdemonstranten aangehouden. Dat meldt de politie in een persbericht. De activisten demonstreerden volgens persbureau ANP bij de af- en oprit van de A10 ter hoogte van het voormalige ING-gebouw op de Amsterdamse Zuidas.
Volgens de politie bezetten de demonstranten de snelweg rond het middaguur met busjes. Een deel van de A10 bij station Amsterdam Zuid was ongeveer drie kwartier afgesloten voor verkeer. Een andere groep demonstranten trachtte de A10 ter hoogte van de Amstelveenseweg te bezetten, maar dit kon de politie volgens ANP voorkomen.
Er waren GVB-bussen aanwezig om de protesteerders af te voeren, zag een verslaggever van ANP ter plaatse. Voordat de politie overging tot arrestaties zijn daar ook mensen vrijwillig ingestapt.
XR wil dat ING, waarvan het hoofdkantoor tegenwoordig aan de Bijlmerdreef in Zuidoost gevestigd is, stopt met het financieren van de fossiele industrie. Het is de vijfde keer dat de actiegroep de snelweg blokkeert, zo ook in februari en april vorig jaar. In maart wist de politie een actie op de A10 te voorkomen.
De demonstratie was eerder deze week door de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema verboden. De veiligheidsdriehoek noemde het protest onverantwoord „vanwege de zeer grote veiligheidsrisico” voor het verkeer en de bereikbaarheid van het nabijgelegen ziekenhuis Amsterdam UMC.
Een woordvoerster van XR sprak tegenover ANP van een geslaagde actie.
Maar liefst 187 Nederlanders hebben oogletsel opgelopen door exploderend vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2024 naar 2025. Het gaat om het hoogste aantal in tien jaar tijd. Dat blijkt uit een inventarisatie van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG), dat het nieuws maandag bekend heeft gemaakt.
Een derde van de gewonden zal blijvende gevolgen ervaren door de letselschade, stellen de oogartsen. Zo werden vijftien mensen aan een oog blind en moesten zes ogen operatief worden verwijderd. De cijfers kunnen nog oplopen, omdat de langetermijneffecten bij sommige patiënten nog niet vast te stellen zijn.
Ruim de helft van de slachtoffers geeft zelf aan gewond te zijn geraakt door legaal vuurwerk. Bij ‘slechts’ 8 procent van de slachtoffers zouden verwondingen zijn veroorzaakt door vuurwerk dat in Nederland verboden is, blijkt uit de voorlopige cijfers. Menig slachtoffer, 40 procent, stak de lont niet zelf aan.
‘Wolf in schaapskleren’
Op basis van de cijfers stellen oogartsen dat ook het legale consumentenvuurwerk „extreem onveilig” is en „zo spoedig mogelijk definitief verboden dient te worden”. Legaal vuurwerk zou een „wolf in schaapskleren” zijn. Hoewel dit vuurwerk veilig lijkt, is dat het volgens de oogartsen niet.
Experts en burgemeesters van grote steden roepen het kabinet op tot een landelijk vuurwerkverbod, omdat gemeentelijke verboden niet zouden werken. Maar de coalitiepartijen PVV, NSC, BBB en VVD willen geen verbod, liet premier Dick Schoof al voor oudjaar weten.
Vorige maand werd bekend dat Nederlanders in aanloop naar de jaarwisseling een recordbedrag van zeker 118 miljoen euro hebben uitgegeven aan vuurwerk.
Het genootschap van oogartsen houdt de cijfers al zeventien jaar bij. Tijdens de jaarwisseling van 2014 naar 2015 was de situatie nog zorgelijker. Zeker 210 patiënten werden destijds behandeld door een oogarts.
Lees ook
Meerderheid burgers wil vuurwerkverbod, nu de politiek nog
De Raad voor de rechtspraak heeft minister van Migratie en Asiel Marjolein Faber (PVV) maandag opnieuw dringend opgeroepen om twee omstreden asielwetsvoorstellen nu niet in te voeren. In twee maandag openbaar gemaakte adviezen vraagt de Raad Faber om eerst de invoering van het Europese asiel- en migratiepact af te wachten.
De adviezen gaan over Fabers voorstel voor de asielnoodmaatregelenwet, en het voorstel voor een zogeheten tweestatussenstelsel. In dat laatste voorstel wordt onderscheid gemaakt tussen vluchtelingen die persoonlijk gevaar lopen (bijvoorbeeld door hun geaardheid), en vluchtelingen die gevaar lopen door oorlog. Het kabinet stemde in december in met de voorstellen.
De Raad waarschuwt dat als de wetsvoorstellen gelijktijdig worden ingevoerd, de druk op de asielketen niet af-, maar juist toeneemt. Vooral bij de rechtspraak zelf zal de werkdruk stijgen, schrijft de Raad. Ook heeft de Raad twijfels over de uitvoerbaarheid van beide plannen.
De adviezen zijn een uitbreiding van het advies „op hoofdlijnen” dat de Raad voor de rechtspraak in december al publiceerde . Omdat de Raad toen slechts een week de tijd had, waren er geen experts bij rechtbanken geraadpleegd, terwijl dat bij dergelijke adviezen wel verplicht is. Dat is nu wel gebeurd, maar heeft er niet toe geleid dat het advies in grote lijnen is veranderd.
Nieuw is wel dat de Raad nadrukkelijk verwijst naar de het Europese asiel- en migratiepact. Deze ingrijpende hervorming van het migratiebeleid van de EU wordt volgend jaar van kracht. De Raad wijst erop dat dit ook Nederland zal „dwingen tot herziening van het nationale asielsysteem”. Volgens de Raad is het beter als Faber eerst alle maatregelen uit dit migratiepact uitvoert, voordat ze daar zelf nieuwe wetsvoorstellen aan toevoegt.
Lees ook
Aan de buitengrenzen van Europa: minder migranten en dat heeft een schaduwzijde
Bij Bunnik hebben twee zoekers met een metaaldetector 404 gouden en zilveren munten uit het begin van de jaartelling gevonden. „De muntvondst is in verband te brengen met de Romeinse invasie van Groot-Brittannië in 43 na Christus”, zegt Jasper de Bruin, conservator Nederland in de Romeinse tijd van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. „De munten zijn waarschijnlijk door een Romeinse soldaat als soldij en buit meegenomen.”
De twee zoekers (oud-politieman Gert-Jan Messelaar en Reinier Koelink, werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg) hebben de munten, die door het Leidse museum zijn aangekocht en deze maandag zijn gepresenteerd, al in oktober 2023 gevonden. Daarna hebben ze de vondst keurig gemeld. Archeoloog Anton Cruysheer van Landschap Erfgoed Utrecht heeft de munten vervolgens geïdentificeerd en bestudeerd. Opvallend is dat de verzameling gevonden munten niet alleen 360 Romeinse maar ook 44 Britse munten bevat. „Een dergelijke muntvondst is nog niet eerder op het Europese vasteland gevonden”, zegt Cruysheer. „Alleen in het Engelse Suffolk is in 2019 een vergelijkbare muntschat gevonden.”
Typische cliëntkoning
De Britse munten zijn zogenaamde staters – kleine niet helemaal regelmatig gevormde munten gemaakt van een legering van goud, zilver en koper. Ze dragen in Latijnse letters de afgekorte naam van koning Cunobelinus, die van circa 5 tot 40 na Christus rond Colchester heerste over de Keltische stam de Catuvellauni. Volgens de twaalfde-eeuwse geschiedschrijver Geoffrey van Monmouth was Cunobelinus een krachtige strijder en opgevoed aan het hof van Augustus. Hij zou zijn opgevolgd door één of twee zonen, die zijn naam voor hun munten zijn blijven gebruiken. „Cunobelinus was een typische cliëntkoning”, zegt De Bruin. „Vandaar dat hij zijn naam in het Latijn schreef en Colchester Camulodunum noemde.”
De verzameling Romeinse munten wordt gevormd door 288 zilveren denarii, daterend van 200 v. tot 47 n. Chr., en 72 gouden aurei, die allemaal uit de eerste eeuw na Chr. stammen. De Bruin: „De jongste, met de beeltenis van keizer Claudius, zijn geslagen rond 46-47. Twee van deze munten hebben een identiek stempel. Ze vertonen geen sporen van slijtage, dus die zijn niet gebruikt en komen rechtstreeks uit de staatskas. Vanwege de combinatie met de Britse munten gaan we ervan uit dat de muntschat soldij en buit was van een soldaat die betrokken was bij de invasie en verovering van Groot-Brittannië tussen 43 en 47.”
Troon
Officieel gaf keizer Claudius opdracht voor de invasie om een bondgenoot, die waarschijnlijk door de twee zonen van Cunobelinus was afgezet, weer op zijn troon te zetten. „Maar in feite ging het om een veroveringsoorlog”, zegt De Bruin. „De voorbereidingen voor de invasie waren al veel eerder aan de gang.” In twee slagen werden de zonen van Cunobelinus door de Romeinse troepenmacht verslagen. Ook Bataven maakten er deel van uit.
Nederlandse archeologen hebben al langer aanwijzingen dat de invasie plaatsvond via (onder meer) de Neder-Germaanse Limes, de noordelijke grens van het Romeinse rijk in Nederland. „Vóór 43 vinden er allerlei troepenconcentraties in speciaal gebouwde forten plaats, en kort daarna lijken er ineens minder troepen te zijn. Nu hebben we voor het eerst een bewijs dat ook de terugkeer, in elk geval voor enkelen, beladen met buit en cadeautjes van de keizer, via Nederland gebeurde”, zegt De Bruin.
De vraag is waarom de Romeinse militair zijn kostbaarheden in de buurt van Bunnik begraven heeft. „De waarde van alle munten bij elkaar stond gelijk aan elf jaarsalarissen van een soldaat”, weet Cruysheer.
Meer munten
Op de plek van de vondst hebben archeologen bij een opgraving vorig jaar nog meer munten gevonden. De precieze locatie blijft voorlopig geheim, zegt De Bruin. „Maar hij was in de Romeinse tijd ver weg van de bewoonde wereld, in een natte omgeving.” Daarom houden de archeologen er rekening mee dat de muntschat is geofferd.