16 rechtszaken in 6 uur en een kwartier behandelen, kan dat?

Bulkzittingen De rechtbank Amsterdam probeert iets nieuws tegen de achterstanden. Meer zaken op zitting in minder minuten afhandelen.

Rechtbank Amsterdam houdt deze en volgende maand een proef met ‘bulkzittingen’, die moeten helpen achterstanden in het strafrecht tegen te gaan.
Rechtbank Amsterdam houdt deze en volgende maand een proef met ‘bulkzittingen’, die moeten helpen achterstanden in het strafrecht tegen te gaan.

Foto Robin Utrecht / ANP

Klaar in een kwartiertje, kan dat in het strafrecht? De rechtbank Amsterdam houdt deze en volgende maand een proef met 27 ‘bulkzittingen’ waarin het 30 zaken per zitting wil behandelen. Daarvan moeten er twintig in een kwartier berecht zijn en tien zaken in drie minuten.

Het project is een antwoord op de oplopende achterstanden in het strafrecht. Het openbaar ministerie in Den Haag, Haarlem en Gelderland vroeg eind vorig jaar de rechtbanken daar de behandeling in een paar honderd slepende zaken definitief te mogen beëindigen. Dus zonder vonnis. Waarna er Kamervragen werden gesteld – of de minister ervan wist, waardoor dit komt en wat ze eraan kon doen. Als enige troost kreeg de Kamer te horen dat het OM alleen de zaken wilde schrappen die ouder dan vier jaar zijn. En voor het overige zei minister Yesilgöz (VVD, justitie) dat het werk in de strafrechtketen almaar ‘complexer’ werd, de werkdruk stijgt door de vele wetswijzigingen, de coronacrisis ook niet hielp en de strijd tegen georganiseerde criminaliteit capaciteit vreet.

Het Amsterdamse plan met bulkzittingen is ook een poging om de meervoudige strafkamers, met drie rechters, te ontlasten. Zodat die zich meer met de mega-strafzaken kunnen bezighouden, die al jaren groeien. Nu verstopt het overaanbod van lichtere zaken ook de zittingsroosters van de meervoudige kamers. En áls de productiviteit van de politierechters stijgt, zijn dat twee vliegen in één klap. Strafrechter en projectleider Peter van Kesteren spreekt van de „grote stapels eenvoudige zaken” die te lang liggen. Uit de eerste oefenzitting in december zou al zijn gebleken dat sneller werken kan. Maar dat het wel een kwestie van „doorbuffelen” is voor de rechter.


Lees ook: De rechter ligt er wakker van: het lukt niet meer om op tijd én goed te vonnissen

Advocatuur moet meedoen

Voorwaarde is dat de advocatuur ook meedoet, per mail vragen van de rechter beantwoordt, de eigen verzoeken tevoren doet en zich wil beperken in de spreektijd op zitting. „Met meer discipline is er meer ruimte voor meer zaken”, zegt van Kesteren. „De echte pijn zit bij de megazaken”. Hij noemt het een project „van onderop” van rechters en officieren. „Meer op je tijd letten, kijken wat we zelf kunnen doen. Er zit meer energie in de rechtbanken dan mensen denken’. De zittingstijd van ’s ochtends van 09.00 tot 12.30 wordt bij bulkzittingen verlengd van 09.00 naar 14.30 uur.

Maar lukt dat ook, zaken sneller afdoen en zo het ‘slepen’ en verouderen voorkomen? Politierechter F. W. Pieters behandelde gisteren tussen 09.00 uur en 15.20 uur zestien zaken, waarvan de kortste zeven minuten duurde. Niet de voorgespiegelde ‘bulk’ van dertig, maar „ik selecteer bij het appointeren ook wel de zaken die geschikt zijn voor deze aanpak”, zei hij tussendoor. Gemiddeld duurden de zestien zaken ongeveer 25 minuten. Wat om half één tot een achterstand van ruim een half uur leidde. En Pieters sip deed opmerken „dat daar onze lunchtijd ging”. Om kwart voor twee werd lunchen opeens toch mogelijk omdat een zaak bleek te zijn ingetrokken.

Het plan is ook een poging om meervoudige strafkamers te ontlasten

De korte ‘zevenminutenzitting’ betrof een niet verschenen Poolse verdachte van handel in harddrugs wiens zaak werd verwezen naar de rechter-commissaris. De advocaat vond het dossier met verklaringen van slechts twee agenten te mager en wilde hen kunnen bevragen. Twee zaken bleken tijdens de zitting door het OM te zijn ingetrokken. Zeven verdachten verschenen niet en zeven wel. En om kwart over drie was de zitting klaar: 16 zaken in 6 uur en een kwartier.

De langste zaak duurde toch nog een uur. Advocaat Michiel Balemans nam (en kreeg) drie kwartier om uit te leggen dat het Nederlandstalige vierentwintiguurslocatieverbod voor zijn cliënt, een alleen Engels sprekende man niet aan de eisen voldeed. Net zo min als de omstandigheden waaronder hij op het bureau met zijn advocaat mocht spreken – via een telefoonverbinding naar een intercom op de politiecel. Onverstaanbaar. Rechter Pieters sprak de man vrij.

„Aan beperkingen op zitting heb ik nooit zo’n boodschap”, zei Balemans na afloop. En: „Zodra onze rechten worden beperkt moeten we er harder ingaan”. Maar daarmee was hij gisteren de enige. De andere advocaten voegden zich naar de beperkte tijd.

Herhaaldelijk benzinediefstal

De oudste zaak dateerde uit 2019 maar er waren er ook van vorig najaar. In ernst varieerde het van het dronken, tevens wildplassend, beledigen van politie-agenten, bezit van hard-drugs in net iets te grote hoeveelheden om het onder ‘eigen gebruik’ te scharen, diefstal bij de zelfscankassa van AH dan wel daar statiegeldkratten jatten en meteen weer inleveren, herhaaldelijke benzinediefstal en een geval van heling van een klok.

Voor zover er iets over de persoon van verdachten bekend werd betrof het tweemaal fietskoeriers van boodschappenbezorgers, één vaccinatiestraat-medewerker, een kozijnenmonteur/beveiliger, en meermaals bewoners van daklozenopvang of begeleid wonen-projecten. ‘Psychiatrische problematiek’ kwam tweemaal voor. En bij twee verdachten wisten noch OM of advocaat of de hoofdpersoon nog in Nederland was, of alweer ‘thuis’. Contacten waren ‘verwaterd’, erkende een advocaat.

Eén verdachte bevroor na de openingsvraag van de politierechter. Na wat geruststellende woorden vertelde hij in de twee jaar tussen aanhouding en zitting driemaal psychoses te hebben doorgemaakt en een half jaar opgenomen te zijn geweest. Alles ‘uit angst voor de zitting’. Hij kwam er met een boete van af.

De officier van justitie matigde haar eisen herhaaldelijk vanwege „te lang tijdsverloop”. Of omdat de zaak ook al bij een eerdere zitting tegen dezelfde verdachte behandeld had kunnen worden. En dus eerder meegewogen had kunnen worden.

Politierechter Pieters gaf eenmaal een ‘rechterlijk pardon’ – schuldig zonder straf. En trok zich twee keer een paar minuten terug „om even na te denken”. De hoogste straf was 400 euro boete voor een poging om een gestolen antieke klok aan een juwelier te verkopen, die het object prompt herkende. En de laagste straf, een week voorwaardelijk, was voor een inmiddels ex-verslaafde die bijna twee jaar geleden net iets te veel cocaïne in één keer had gekocht. Een typische politierechterzitting dus, met minder ‘bulk’ dan beloofd, maar wel in hoger tempo en met méér zaken gered uit de prullenbak.