N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Neutraliteit Europese landen krijgen geen Zwitserse wapens of munitie als die bedoeld is voor Oekraïne. Hoe ver gaat de neutraliteit, vragen Europeanen en ook veel Zwitsers zelf zich af.
Toen Duitsland in het verleden in Zwitserland munitie kocht voor zijn Gepard-tanks, had het nooit gedacht dat het daardoor nog eens flink in het nauw zou komen te zitten. Maar dat is wel wat er momenteel gebeurt: nu Berlijn eindelijk tanks aan Oekraïne levert, en de bijbehorende Zwitserse munitie wil meesturen, zegt Zwitserland nee. Volgens een Zwitserse wet, die vlak voor de Russische invasie in Oekraïne nog werd aangescherpt, mogen Zwitserse wapens, onderdelen en munitie niet aan landen in oorlog worden geleverd, ook niet indirect. Conform het contract vroeg Duitsland toestemming van Bern om de munitie naar Oekraïne te sturen. En Bern wees het Duitse verzoek af.
Deze weigering zorgt voor politieke spanning tussen EU-landen en Zwitserland, dat geen lid is van de EU of de NAVO. Want niet alleen Duitsland werd met een kluitje het riet ingestuurd, maar Denemarken en Spanje overkwam hetzelfde toen ze wapens, tanks of munitie wilden doorsturen naar Oekraïne. Het Zwitserse argument: Zwitserland is en blijft neutraal, ook in deze oorlog. Ingewijden vertellen dat Bern nu zelfs verzoeken van EU-landen afwijst om hun eigen militaire voorraden aan te vullen – niet voor Oekraïens, maar voor eigen gebruik. Sterker: Zwitserland vernietigt momenteel verouderde wapens die Oekraïne goed zou kunnen gebruiken.
‘Onze reserves zijn niet eindeloos’
EU-landen nemen dit hoog op. Oekraïne heeft dringend Europese wapens nodig, Europese landen hebben de grootste moeite om die te leveren en nu compliceert Zwitserland de zaak verder. In een interview in de NZZ am Sonntag, begin maart, vroeg de Nederlandse ambassadeur in Zwitserland Hedda Samson met haar Franse collega meer souplesse van Bern: „Nederland heeft ruim een miljard euro uitgegeven voor militaire en humanitaire steun aan Oekraïne. Als wij dit engagement willen voortzetten, moeten we onze voorraden bijvullen, onze reserves zijn niet eindeloos.”
Dit is niet het enige hoofdpijndossier tussen de EU en het Alpenland. De relatie is al behoorlijk bekoeld sinds Zwitserland in mei 2021, eenzijdig, jarenlange onderhandelingen afbrak over een nieuwe structuur voor de ruim honderd losse bilaterale verdragen tussen Brussel en Bern. Bern wil meer toegang tot de Europese interne markt, maar weigert bepaalde regels op die markt te accepteren – wat EU-lidstaten zelf wel moeten.
Ook is er wrevel in diverse Europese hoofdsteden over de softe Zwitserse aanpak van Russische oligarchen die, zo bleek laatst tijdens parlementsdebatten, hun geld wel erg makkelijk konden vrijwaren van Europese sancties: op aanwijzing van consultants zetten ze het simpelweg op naam van hun vrouw. Van de circa 200 miljard frank die Russen volgens de Zwitserse bankiersvereniging op Zwitserse banken hebben staan (een zeer voorzichtige schatting), is momenteel slechts 7,5 miljard geblokkeerd.
Van twee walletjes eten
De economische sancties zijn de enige EU-strafmaatregel tegen Rusland waaraan Zwitserland wél meedoet. In veel EU-hoofdsteden overheerst langzaamaan het beeld dat Zwitserland van twee walletjes wil eten. Een beeld dat niet bepaald werd ontkracht toen de Zwitserse regering op de nieuwjaarsreceptie de Russische ambassadeur uitnodigde, maar andere gasten vroeg om vooraan rondom de Oekraïense ambassadeur plaats te nemen – zodat de Rus achterin minder opviel. President Alain Berset, een sociaaldemocraat, schudde hem wel hartelijk de hand.
Diplomatieke pogingen om Bern tot flexibiliteit te bewegen over wapenleveranties voor Oekraïne werken tot nog toe averechts. De regering lijkt zich alleen maar verder in te graven. Berset reageerde verbeten op het NZZ-interview. De Franse ambassadeur, Frédéric Journès, betoogde dat het Zwitserse veto de rest van Europa ervan weerhoudt om Oekraïne te helpen, wat Rusland bevoordeelt – niet bepaald een neutrale positie. „Als Oekraïne de oorlog verliest, is de hele Europese veiligheid in gevaar.”
Berset bepleitte een week later, in dezelfde krant, onmiddellijke onderhandelingen met Rusland, en sloot indirecte wapenleveranties nadrukkelijk uit. Hij zei ook: „Ik bespeur oorlogszucht in bepaalde kringen. Ik ben daar erg bezorgd over.”
Bersets vastberadenheid kan echter niet verhullen dat de regering, een coalitie van vier partijen, verdeeld is over indirecte wapenleveranties aan Oekraïne. Zo is defensieminister Viola Amherd, een christendemocraat, vóór deze leveranties. Het Zwitserse leger spoort EU-landen aan om verzoeken voor leveranties te blijven indienen, om de druk op de ketel te houden. Zwitserland heeft, ondanks alle nobele retoriek over neutraliteit, een enorme wapenindustrie. Volgens Sipri, het Zweedse instituut voor vredesonderzoek, is het de veertiende wapenexporteur ter wereld. Dankzij fabrikanten als Lockheed Martin en Rheinmetall groeide de Zwitserse wapenexport in 2022 met 29 procent, tot een historische recordwaarde van 955 miljoen frank – al daalde de export binnen Europa en steeg die naar landen als Qatar. Enkele fabrikanten zouden zelfs uit Zwitserland weg willen. Voor Stefan Brupbacher van Swissmem, het verbond van wapenfabrikanten, reden tot bezorgdheid: „Sommige van onze leden zijn contracten kwijtgeraakt of investeren niet langer in Zwitserland vanwege de huidige restricties.”
‘Zijn Zwitsers masochisten?’
Volgens een recente peiling zijn ook burgers verdeeld over indirecte wapenleveranties aan Oekraïne: 55 procent is vóór. De hoofdredacteur van de rechtsliberale NZZ maakte laatst gehakt van het Zwitserse „getreuzel”, in een voorpaginastuk getiteld ‘Zijn Zwitsers masochisten of gewoon egoïsten? Neutraliteitspolitiek beschadigt het land’. Maar ’s lands grootste partij, de radicaalrechtse SVP, is mordicus tegen wapenleveranties. De SVP verzamelt handtekeningen voor een referendum over een veel striktere neutraliteit, en zelfs een verbod om aan internationale economische sancties mee te doen – tenzij die de zegen hebben van de VN-veiligheidsraad (waarin Rusland een veto heeft).
In een land dat zo verdeeld is, zeggen waarnemers, wil de regering een gevoelige knoop als wapenleveranties niet doorhakken – in elk geval niet voor de parlementsverkiezingen in oktober. In Zwitserland, vermaard om zijn (directe) democratie, valt ook van het parlement voorlopig niets te verwachten. Sommige middenpartijen hebben onlangs compromisvoorstellen gedaan om EU-landen toe te staan Zwitserse wapens naar Oekraïne te sturen. Die voorstellen zijn begin maart afgeschoten. Het parlement, dat maar enkele korte sessies per jaar heeft, komt pas tussen 30 mei en 16 juni weer bijeen, en daarna in september weer.
Het lijkt erop dat andere Europese landen dus met de Zwitserse ambivalentie zullen moeten leven. Zwitsers gaan prat op hun vredelievendheid en neutraliteit. Ze hebben er zelfs een businessmodel van gemaakt: diplomaten bemiddelen in conflicthaarden, de VN en WTO zetelen in Genève (gepromoot als ‘la Suisse Internationale’), honderden vredesgroepen en ngo’s zijn in het land actief. Tegelijkertijd verkopen ze wapens en schermen ze misdadige, belligerente regimes af. Ze voeren zelfs debatten over de vraag of je met de Wagner-groep mag praten. Het is die diepe tegenstrijdigheid, die ook opspeelde tijdens de Tweede Wereldoorlog, die Zwitserland klem zet in de kwestie van de wapenverkopen. „De vraag of je neutraal kunt blijven tegenover een agressor is zo ongemakkelijk, dat we ons verschuilen achter nobele principes,” zegt een academicus die anoniem wil blijven vanwege de gevoeligheid van dit dilemma.
Lees ook: Hoe Oostenrijk de relatie met Rusland blijft koesteren, ook tijdens de oorlog
Daarbij komt dat neutraliteit niet alleen sinds 1907 in de wet verankerd is, maar ook in de Zwitserse identiteit. In landen als Frankrijk en Duitsland hebben taal, religie en een gedeelde geschiedenis nationale identiteit vormgegeven. Zwitserland heeft vier talen, meerdere religies en een sterk gedecentraliseerde bestuursstructuur. Kantons hebben eigen feestdagen, gezondheidsbeleid, wetshandhaving en curricula. Al werken die niet optimaal – de opkomst bij referenda daalt gestaag, het parlement komt weinig bijeen en nu staat neutraliteit ook ter discussie –, men houdt er halsstarrig aan vast. De Zwitserse identiteit, zei Jean-Marc Rickli van de Geneva Center for Security Policy vorige zomer, „is een politieke identiteit.” De pijlers daarvan sloop je niet zo makkelijk. En al helemaal niet onder druk van buitenaf.