Een aantal dure medicijnen tegen borst- en eierstokkanker wordt vanaf woensdag niet langer vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. Dat heeft het Zorginstituut Nederland bekendgemaakt. Volgens het instituut tonen nieuwe onderzoeken naar deze zogenoemde PARP-remmers dat ze niet voor alle patiëntengroepen „leiden tot een langere overleving”. Het is voor het eerst dat een groep kankermedicijnen voor een groot deel uit het basispakket wordt gehaald na een herbeoordeling.
PARP-remmers zijn medicijnen tegen kanker die kunnen voorkomen dat beschadigde tumorcellen zichzelf repareren. Sommige patiënten met een specifieke genmutatie reageren wel goed op de medicijnen. Zij behouden toegang tot de middelen, meldt de overheidsorganisatie. Patiënten die al in behandeling zijn, mogen hun therapie afmaken onder een overgangsregeling. Voor nieuwe patiënten zonder bewezen baat bij de medicijnen stopt de vergoeding per direct.
Volgens de bestuursvoorzitter van het Zorginstituut Mark Janssen wil de instelling mensen alleen behandelen met medicijnen „als ze zorgen voor genezing, een verlenging van het leven of een betere levenskwaliteit”. Het is volgens hem niet wenselijk dat patiënten valse hoop krijgen of worden blootgesteld aan bijwerkingen, zonder dat de medicijnen bijdragen aan hun herstel.
Daarnaast is het volgens Janssen belangrijk dat het zorgbudget alleen uitgegeven wordt aan zorg die ook daadwerkelijk helpt. „We kunnen elke euro maar één keer uitgeven.”
In 2023 gebruikten bijna 1.000 mensen de PARP-remmers. Dat kostte de samenleving ruim 30 miljoen euro. De verwachting is dat het aantal patiënten dat gebruik kan blijven maken van de medicijnen zal halveren. Het vrijgekomen geld kan worden gebruikt voor andere zorg.
Lees ook
Renaud Heine promoveerde op de toegang tot dure kankermedicijnen: ‘We pakken het anders aan dan veel landen om ons heen’
Het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis Atria heeft voormalig directeur Kaouthar Darmoni onterecht ontslagen. Dat oordeelde het gerechtshof in Amsterdam vorige week in een besloten zitting. Volgens het hof heeft Atria „ernstig verwijtbaar” gehandeld, onder meer door het verspreiden van privé-informatie over Darmoni en het gebruik van heimelijk gemaakte beelden.
Darmoni was sinds 2019 directeur van Atria. Eind 2022 raakte ze in opspraak nadat anonieme medewerkers haar beschuldigden van seksueel en ander grensoverschrijdend gedrag. Op deze aantijgingen volgden verdenkingen van fraude met haar cv en manipulatie van een tevredenheidsonderzoek onder medewerkers. Kort daarna werd ze op grond van ‘bedrog’ ontslagen. Atria eiste dat de oud-directeur drie jaar aan ontvangen salaris terugbetaalde.
Van de aantijgingen blijft in hoger beroep weinig over. Volgens het hof heeft Darmoni, afgezien van enkele ongepaste opmerkingen, niet ernstig verwijtbaar gehandeld. Atria daarentegen wél: het instituut maakte volgens de rechter onterechte beschuldigingen en verstrekte vertrouwelijke informatie aan derden.
Een extern onderzoek dat Atria zelf had laten uitvoeren door Hoffmann Bedrijfsrecherche maakte gebruik van heimelijk opgenomen camerabeelden van Darmoni. Het hof noemt dit een „ernstige schending van de privacy”. Zowel Hoffmann als Atria had deze beelden niet mogen gebruiken.
Vergoeding
Atria, dat jaarlijks ongeveer 85 procent van zijn inkomsten uit rijksfinanciering ontvangt, moet Darmoni een schadevergoeding van 200.000 euro betalen wegens ernstige reputatieschade. Daarnaast heeft zij recht op een transitievergoeding van circa 20.000 euro.
De woordvoerder van Darmoni laat woensdag aan NRC weten blij te zijn dat de zaak is afgerond, maar dat de reputatieschade als gevolg van de zaak in verschillende media nog altijd „sterk doorwerkt” in haar leven.
Atria schrijft in een korte verklaring op zijn website dat het instituut het vonnis „betreurt en respecteert’. Het is een „kwestie die uitsluitend verliezers kent”. De organisatie wilde dinsdag niet ingaan op vragen van NRC.
Staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie, VVD) zal namens het demissionaire kabinet-Schoof aanwezig zijn bij de verboden Budapest Pride-mars in Boedapest op 28 juni. Dat schrijft ze woensdag op X. Nederland protesteert zo tegen een nieuwe wet van de regering-Orbán. Ook de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema reist af naar de Hongaarse hoofdstad.
Afgelopen maart verbood het Hongaarse parlement als eerste EU-land het jaarlijkse evenement van en voor de lhbti-gemeenschap. Formeel omdat het in strijd zou zijn met de Wet op Kinderbescherming. De Hongaarse wet staat niet toe dat geslachtsverandering of homoseksualiteit „uitgebeeld of gepromoot” wordt in het bijzijn van minderjarigen.
Lees ook
Verbod op Budapest Pride, juist nu Hongaarse economie slecht draait: ‘Niet voor het eerst probeert Orbán de aandacht af te leiden’
Gezichtsherkenning
De Hongaarse regering dreigt deelnemers met behulp van elektronische gezichtsherkenning op te sporen en te beboeten tot omgerekend circa 500 euro. Ondanks de kans op strafvervolging gaat de Pride door, lieten organisatoren en de burgemeester van Boedapest Gergely Karácsony, die zich herhaaldelijk tegen Orbán keerde, weten.
„De economie staat er slecht voor, er is veel inflatie, Hongaren zijn ontevreden. Niet voor het eerst probeert Orbán de aandacht af te leiden met een maatregel die past in zijn cultuuroorlog tegen alles wat liberaal en progressief is”, zei Kamerlid Kati Piri (GroenLinks-PvdA), van Hongaarse komaf, onlangs tegen NRC.
Vorige maand stemde een ruime Kamermeerderheid voor een motie van Volt en VVD om uit protest een minister of staatssecretaris naar de Pride in Hongarije te sturen: VVD, CDA, GroenLinks-PvdA, D66, Volt, NSC, SP, BBB en Partij voor de Dieren stemden vóór. Het kabinet wilde toen zelf nog afwachten hoe de Hongaarse regering zou reageren op een vergunningsaanvraag voor de Pride.
Maandag liet de burgemeester van Boedapest weten dat de mars een gemeentelijke activiteit is, „een viering van vrijheid”, en er daarom „geen toestemming van de landelijke autoriteiten nodig is”.
Of de gamejournalist van de krant – trots ontkabeld, irritant luidruchtig erover – een dag of twee zou willen Zappen? Ik ben sceptisch. Er wacht in de warme en gemoedelijke schoot van YouTube nog een fijne video van een basgitaarleraar die bedachtzaam een nummer van de band New Model Army analyseert. Op structuur, melodieën, rare songwriterkwinkslagen die mij nooit zouden zijn opgevallen. Degelijke afleiding in barre tijden, ver van de politiek, betrouwbaar en onderhoudend.
Maar vooruit: voor vanavond verlaat ik dit veilige land en betreed het moeras, vol niemendalletjes over vaders die hun drielingen niet uit elkaar kunnen houden, en Limburgse au pairs die het énig vinden dat die Amerikaanse ouders de kleding van hun drie kinderen militant op elkaar afstemmen.
Afleiding? Dan kan ik maar beter niet letten op het verhaal van de zwarte, biseksuele au pair Aron, die met één blik wordt afgekeurd door het paternalistische hoofd van zijn gewezen familie in San Diego. „Ik had meer een meisje in gedachte”, zegt de vader. Pijnlijk. De aflevering poogt eraan voorbij te vliegen – dit hóórt lekkere vakantietelevisie te zijn, het moet „een avontuur” blijven – maar het blijft door mijn hoofd spoken.
Terschellingse duinen
Goed. Afleiding. Waar vind ik die dan wel?
Oerol! Goed, Cornald Maas is wat meer gerimpeld en gebruind dan mijn basleraar, maar de vibe is hetzelfde. Kunst, diepgang.
Zijn tafel staat middenin het lange gras van de Terschellingse duinen. Het publiek ligt uitgeput in het zand. Het is altijd lang, zo’n festival, vermoeiend, warm, elke sensatie lijkt verhoogd en dan platgeslagen – die zintuigelijke herinnering schiet ineens door mijn lichaam. Ze hebben het ook over zintuigen, Cornald, zijn gasten en zijn verslaggever, Carolien Borgers. Carolien heeft zich in een vacuümpak laten gieten. „Als ik had geweten dat er ergens een eiland was waar je vacuüm gezogen kon worden, dan was ik al lang op de boot gesprongen”, zegt schrijver Michel van Egmond.
Over zijn boek wil hij het niet hebben. Ook al dringt Cornald aan. „Het gaat over een schrijver die op zoek is naar een onderwerp om over te schrijven. Dat nu eens een keer niet over sport gaat.” Waar hij en zijn partner, journalist Antoinnette Scheulderman (die weigerde te verschijnen zonder haar hond Dizzy), wel iets over los willen laten is de theatervoorstelling die ze gezien hebben. Het gaat over een theatermaker die een dakloze wil helpen door theater te maken.
Van Egmond en Scheulderman hebben allebei ook weleens iets gemaakt of gedaan om iemand in nood te helpen. Soms gaat dat goed, vertellen ze. Soms niet. „Misschien willen sommige mensen wel gewoon een huis en geld zonder daarvoor iets te doen”, overpeinst Scheulderman, maar nuanceert snel dat helpen misschien gewoon bedoeld is voor professionals. Ja, oké.
In dat half uurtje Opium op Oerol (AvroTros) waan ik me even in een andere wereld. Een plek waar we heerlijk kunnen doorbabbelen over kunst, zonder na te denken over dreigende oorlog, censuur, bezuiniging.
Die gedachte sleurt me de afleiding uit.
Ik zap van Terschelling naar Vlieland, waar Andere Tijden spreekt met ‘tankers’. Dat zijn tankbestuurders, die in 2011 met weemoed een begrafenis hielden voor de wegbezuinigde Nederlandse tanks. „Heel Nederlandse reflex, de dreiging van Rusland was weg”, zucht generaal-majoor Harm de Jong.
De tankers praten veel over jongensdromen, de verslaggevers bestoken hun met soms plagerig seksueel-getinte vragen – „Wat trekt u zo aan in tanks?” vraagt de één. „Dat klinkt bijna als een ontmaagding”, zegt de ander, na een poëtische omschrijving van hoe het is, als je voor de eerste keer een kogel mag afvuren met de tank.
Ze mijmeren nostalgisch door, de tankers. Wat een mooi wapentuig. De geur! Maar over oorlog nadenken, dat doen ze liever niet. Een tank is voor hen afleiding. Voormalige tanker Gerrit Buurman wilde actie, niet oorlog, zegt hij. „Kijk naar Oekraïne.” Wat is het nut, mompelt hij. Wat is het nut?