Zorgen over financiële toekomst in jaar tijd flink toegenomen, vooral onder jongvolwassenen

Financiën Hoewel voor alle inkomensgroepen geldt dat de zorgen zijn toegenomen, is deze toename het sterkst bij de twee middelste inkomensgroepen.
Waar 23 procent van de volwassenen in 2021 zorgen had over de financiële toekomst, is dat binnen een jaar gestegen naar 29 procent.
Waar 23 procent van de volwassenen in 2021 zorgen had over de financiële toekomst, is dat binnen een jaar gestegen naar 29 procent. Foto ANP

In een jaar tijd zijn de zorgen onder volwassenen over hun financiële toekomst flink toegenomen. Dat blijkt uit donderdag gepubliceerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Waar 23 procent van de volwassenen in 2021 zorgen had over de financiële toekomst, is dat binnen een jaar gestegen naar 29 procent. Het is de eerste stijging sinds het begin van de meting in 2013; toen was het aandeel 32 procent. Sindsdien is het ieder jaar een beetje gedaald.

Vooral jongeren en alleenstaande ouders maakten zich in 2022 veel zorgen over hun toekomstige financiële situatie, zo blijkt uit het onderzoek. Met name de leeftijdsgroep van 18- tot 25-jarigen (36 procent) gaf aan bezorgd te zijn. Ook is een significant verschil te zien tussen alleenstaanden met of zonder kinderen. Alleenstaande ouders maakten zich in 2022 vaker meer zorgen dan alleenstaanden zonder kinderen: ruim 40 procent tegen ruim 30 procent.

Het inkomen van volwassenen speelt een rol in hoeverre respondenten zeggen zich zorgen te maken; hoe hoger het inkomen, hoe minder mensen bezorgd zijn over hun toekomstige financiële situatie. Van de mensen die behoren tot de 25 procent laagste huishoudinkomens, gaf 40 procent aan zich veel zorgen te maken vorig jaar. Dat is dubbel zoveel als onder de mensen uit de hoogste huishoudinkomens. Hoewel voor alle inkomensgroepen geldt dat de zorgen zijn toegenomen, is deze toename het sterkst bij de twee middelste inkomensgroepen.

De leeftijdsgroep van 75-plussers maakt zich het minst zorgen. Ook mensen met een eigen koopwoning (24 procent) zijn minder somber gestemd over hun financiële toekomst dan huurders. Van de huurders met huurtoeslag maakte 41 procent zich in 2022 veel zorgen over hun financiële toekomst, bij huurders zonder huurtoeslag lag dat aandeel op 36 procent.