Zonnepanelen komen pas als laatste optie in het weiland, besluiten overheden

Zonnepanelen moeten in eerste instantie op daken en gevels, vervolgens op de grond in bebouwd gebied en pas als laatste optie op landbouwgrond of in de natuur komen. Dat heeft het demissionaire kabinet afgesproken met lokale overheden en netbeheerders, schrijft minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken, CDA) donderdag aan de Tweede Kamer. „Het gebruik van landbouw- en natuurgronden voor zonnepanelen is in principe ongewenst.”

De Jonge noemt drie uitzonderingen waarbij zonnepanelen eerder in weilanden mogen komen: als er onder de zonnepanelen gewassen komen, als de landbouwgrond binnenkort geen landbouwgrond meer is of als de zonnepanelen helpen bij het oplossen van opstoppingen op het stroomnet. De provincies gaan de afspraken juridisch vastleggen, schrijft De Jonge.

„Er is nog zo ongelofelijk veel ruimte op daken, dat het doodzonde is om landbouwgrond te verspillen aan zonnevelden”, zegt De Jonge tegen het AD. „In beginsel gebeurt het gewoon niet meer. Een aantal projecten zit alleen al zo ver in de pijplijn, die kun je niet meer stoppen.”

Alle provincies en veel gemeenten hebben al een soortgelijke volgorde van geschikte plekken voor zonnepanelen vastgelegd, schreef klimaatminister Rob Jetten (D66) eerder aan de Tweede Kamer. Zoals Overijssel, waar de Provinciale Staten een voorstel aannam om geen nieuwe zonnepanelen meer op landbouw- en natuurgrond toe te staan.


Lees ook
Grote zonneparken komen er in Overijssel niet meer bij, als het aan de provincie ligt