N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Klusjesman T., die „stomboos, stomgefrustreerd en stomdronken” was toen hij zijn vrouw met geweld uit bed trok, toont zich schuldbewust. Dat geldt minder voor Sonny H., die zijn ouders mishandelde en al vaker in de fout ging.
Robbert T. (35) zegt zelf dat hij zijn vrouw niet heeft mishandeld, maar toch zit hij nu hier, in de rechtbank van Amsterdam. De rechter laat een foto van een geschaafde elleboog zien. Hoe is dat dan gebeurd? Die moet langs de muur zijn geschraapt toen zijn vrouw hun huis uit vluchtte, zegt T. Want ruzie was er wel, daar is hij eerlijk over. Klusjesman Robbert T., in een korte spijkerbroek en een kleurrijk T-shirt, zit behoorlijk met hoe hij zich toen gedroeg. Drie van hun vier jonge kinderen waren erbij. Hij pakte zijn vrouw vast en sleurde haar uit bed, zegt hij zelf, maar om die handelingen staat hij niet terecht, want die leverden geen pijn op. Bij de aangifte zei zijn vrouw dat ze was geschopt en geslagen.
En die plek op de elleboog, vindt de rechter, ziet er toch echt uit als een wond na een trap met een schoen. De officier van justitie had het kunnen laten onderzoeken, ze had de foto van de wond kunnen laten beoordelen door een forensisch arts. „Tjsa”, zegt de rechter, „dat was prettig geweest”. „Maar het is niet gebeurd; ook hier zijn personeelstekorten, dat weet ik wel.” De rechter kijkt nog eens naar de foto op zijn scherm. „Ik denk dat ik als politierechter inmiddels al zo ervaren ben, al zoveel wonden heb gezien, dat ik er zelf een inschatting van kan maken”, zegt hij.
„Ik was stomboos, stomgefrustreerd en stomdronken”, zegt T. Nu mag hij zijn kinderen bijna niet meer zien. „Zonder alcohol bent u een toffe gast en met alcohol een eikel”, constateert de rechter.
Klusjesman T. en zijn vrouw zijn inmiddels uit elkaar, maar als het hem lukt om te stoppen met drinken, gaan ze het nog eens proberen. Tot nu toe lukt het T., zegt hij. „Ik wil dit nooit meer bij mijn kinderen veroorzaken, daar kan geen biertje tegenop.” Het is tijdens deze zaak ook de vraag of T. een voorwaardelijke straf van twee jaar gevangenis moet gaan uitzitten – eerder dit jaar is hij al veroordeeld vanwege geweld tegen zijn oom, T. was toen- ook onder invloed.
De rechter geeft T. dit keer een gevangenisstraf van 30 dagen waarvan 14 dagen voorwaardelijk. De resterende 16 dagen heeft hij al in voorarrest gezeten. De voorwaardelijke straf van twee jaar wordt nu niet ten uitvoer gebracht – maar blijft wel staan tot een eventuele volgende keer. „Dus ik mag naar mijn kinderen?”, vraagt T. „Als uw vrouw dat goed vindt”, zegt de rechter.
De volgende zaak deze middag draait ook om een man die onder invloed van alcohol familieleden – vader en moeder – mishandeld zou hebben. Maar nu toont de verdachte zich minder schuldbewust. Ook Sonny H. (33) is al vaker in de fout gegaan, en het zou kunnen dat de rechter oordeelt dat hij een eerdere voorwaardelijke taakstraf moet uitvoeren. H. draagt zijn bruine haar in een staartje en heeft zijn moeder meegenomen, die zit in het publiek. Hij heeft zijn moeder geslagen met een afstandsbediening, en heeft bij een van hen de haren uit het hoofd getrokken. „Als u nuchter bent doet u dit soort dingen niet”, zegt de rechter, „maar als u te veel heeft gedronken bent u er wel toe in staat.” H. knikt. „Ik weet ook niet wat er allemaal is gebeurd”, zegt hij. De alcohol heeft zijn herinnering gewist.
In de rechtszaal wordt besproken hoe het heeft kunnen gebeuren dat de reclassering, waar H. zich wegens een eerdere mishandeling van zijn moeder al regelmatig moest melden, niet ingreep toen hij duidelijk dronken op afspraken verscheen. De reclassering had toen het initiatief kunnen nemen om hem gedwongen op te laten nemen. Niemand van de aanwezigen weet wat daar is misgegaan. „Het feit dat cliënt opnieuw in de fout is gegaan komt doordat zijn hulp niet op gang is gekomen”, zegt zijn advocaat.
Bij H. wordt zijn eerder opgelegde voorwaardelijke straf wel ten uitvoer gebracht: een taakstraf van 60 uur. „Het is nu de derde keer dat u uw ouders heeft mishandeld”, zegt de rechter. „U moet ermee kappen.” De rechter adviseert H. om zelf in gesprek te gaan met de reclassering, zodat die hem laten opnemen als dat nodig is. „Gewoonlijk is Sonny een lieve jongen”, zegt zijn moeder aan het einde van de zitting.