Zo’n sterke beving is zeldzaam, zegt deze geoloog. Maar het gevaar is nog niet geweken

Breuklijnen De kans dat er naschokken volgen op de grote aardbeving in Marokko is reëel, zegt geoloog Douwe van Hinsbergen. „Het is geen gekend gebied voor grote bevingen, dat is misschien ook het verraderlijke.”

Vrouwen en kinderen zoeken beschutting onder een geïmproviseerde tent. Veel gebouwen in het gebied zijn onherstelbaar beschadigd.
Vrouwen en kinderen zoeken beschutting onder een geïmproviseerde tent. Veel gebouwen in het gebied zijn onherstelbaar beschadigd. Foto Jalal Morchidi/EPA

„Het is geen gekend gebied voor grote aardbevingen”, zegt Douwe van Hinsbergen, geoloog gespecialiseerd in aardbevingen, verbonden aan de Universiteit Utrecht, „en dat is misschien ook het verraderlijke.”

Aardbevingen ontstaan als stukken aardkorst plotseling langs elkaar losschieten langs bestaande breuken, waarbij jarenlang opgebouwde spanning ineens loskomt. Bij de Marokkaanse aardbeving van vrijdagavond gebeurde dat langs een van de breuken in het Hoge Atlasgebergte.


Al het belangrijkste nieuws over de aardbeving in Marokko lees je in ons liveblog.

Grote aardbevingen in het gebied zijn zeldzaam omdat de spanning maar heel langzaam opbouwt. Van Hinsbergen: „De Atlas wordt omhooggeduwd doordat de Afrika-aardplaat en de Europa-aardplaat naar elkaar toe bewegen, maar dat gaat extreem langzaam. In 40 miljoen jaar zijn ze zo’n 35 kilometer opgeschoven. Daarbij gaat het dus om millimeters per jaar.”

Zelfs voor geologische begrippen is dat traag. De aardplaten die de Himalaya omhoogduwen, bewegen bijna vijftig keer zo snel. Bij de breuk in het oosten van Turkije, waar eerder dit jaar grote aardbevingen plaatsvonden, gaat het jaarlijks om 2 tot 3 centimeter.

Daarnaast is het niet alleen het Atlas-gebergte dat de oplopende Afrikaans-Europese spanningen opvangt, maar ook gebergten in Spanje, vroeger zelfs tot aan de Pyreneeën. „Het is een heel complex gebied”, zegt Van Hinsbergen. „Eigenlijk is de grens tussen de twee platen zelfs best moeilijk te trekken.”

Die trage beweging, in combinatie met een groot gebied om de spanningen te verdelen, houdt in dat spanning langs individuele breuken maar heel langzaam toeneemt. Af en toe ontlaadt die zich heel plaatselijk in kleine aardbevingen, die dan ook regelmatig gemeten worden in dit gebied. „Maar dan gaat het om verschuivingen van centimeters, niet om meters zoals in dit geval”, zegt Van Hinsbergen.

Zeldzaam

Grote aardbevingen, zoals deze met een kracht van 7,2, zijn dus puur statistisch gezien zeldzaam. „In die zin is deze aardbeving domme pech. In Marrakech zijn gebouwen van zo’n 500 jaar oud beschadigd: dat geeft aan dat zulke zware schokken zeldzaam zijn.”

De laatste grote aardbeving in dit gebied, in 1960 in de stad Agadir, was met een kracht van 5,8 veel minder sterk, al waren er wel tussen 12.000 en 15.000 doden te betreuren, vooral omdat het epicentrum een dichtbevolkte stad was.

De grootste verschuiving bij de aardbeving van vrijdag vond plaats op 18 kilometer diepte, relatief ondiep. Daardoor zijn de trillingen die het oppervlak bereiken des te krachtiger en dus schadelijker.

Omdat de spanning alleen ontladen is op één plek langs de breuk, is er kans op naschokken, zegt Van Hinsbergen, wanneer de spanning zich door de plotselinge verandering ook op andere plaatsen ontlaadt. Daarmee is het gevaar dus nog niet geweken.