N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
De Amerikaanse historica Nanci Adler weet wel zeker dat Vladimir Poetin nooit voor een oorlogstribunaal zal verschijnen. De Russische schrijver Maxim Osipov denkt dat de meeste Russen na de oorlog in Oekraïne zullen zeggen: ‘Het is voorbij, vergeet het toch.’
Er bestaat geen betere locatie om over oorlog en oorlogsmisdadigers te praten dan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) aan de Amsterdamse Herengracht. Veel in dit voormalige stadspaleis van een schatrijke plantagehouder ademt het Nederlands koloniaal verleden. Houten lambriseringen, kroonluchters, manshoge spiegels, een voormalige eetzaal met beschilderd cassetteplafond.
Van 1946 tot 1948 diende het pand als tribunaal voor oorlogsmisdadigers. Maar sinds 1997 heeft het NIOD met zijn archieven over de Tweede Wereldoorlog er zijn onderkomen. Hier werkt de Amerikaanse historica Nanci Adler (60) als Ruslandkundige en hoogleraar. Al meer dan 35 jaar woont ze in Nederland, waar ze trouwde met een journalist. Ze kregen een tweeling.
We zitten in de vergaderzaal, die gedomineerd wordt door een porseleinen tegelkachel, met tegenover Nanci Adler de Russische schrijver en cardioloog Maxim Osipov (59). Kort na de Russische invasie in Oekraïne, op 24 februari 2022, verliet hij zijn geboorteland, omdat hij niet meer in het Rusland van Poetin wilde leven.
Ze kennen elkaar nog niet, maar zijn enthousiast over hun ontmoeting. Ook omdat ze zo intensief, maar op totaal verschillende wijze, verbonden zijn met Rusland. Hoe hebben de gebeurtenissen de twee beïnvloed?
Adler was tijdens de invasie, op 24 februari 2022, in Griekenland, op een conferentie over genocide en misdaden tegen de menselijkheid. „Ik heb meteen contact opgenomen met vrienden in Moskou om te vragen of ik ze kon helpen”, vertelt ze.
Ik denk dat we veel meer open moeten staan voor Russen die zich verzetten en onder vuur liggen
Osipov bevond zich die dag met zijn vrouw en zoon Vasili, ook een dokter, in hun huis in de Russische provinciestad Taroesa, 140 kilometer zuidelijk van Moskou. „We werden die ochtend wakker in shock en begonnen het nieuws te volgen. ’s Avonds zijn we in het stadscentrum gaan protesteren. Ik had een spandoek bij me met de tekst ‘Kaïn, waar is je broer Abel?’. Tenslotte beweerde het Kremlin dat Russen en Oekraïners broeders waren.” Maar omdat het vroeg donker was, kwam er bijna niemand opdagen. „De politie liet ons ongemoeid: Taroesa is klein en ze kenden ons uit het ziekenhuis.”
De volgende dagen schreef Osipov een opinieartikel over de oorlog voor een Spaanse krant, dat ook in de Los Angeles Times en de Volkskrant zou verschijnen. „Op dag zes belde een vriend, een Euripides-kenner. Uit woede wilden we ons gaan bezatten. Maar even later zegde hij die afspraak af, omdat hij het land uit wilde. Geruchten gingen over de staat van beleg, mobilisatie, sluiting van de grenzen. Ik realiseerde me toen dat ik al zevenentwintig jaar onder het communisme had geleefd en niet de rest van mijn leven in een fascistische staat wilde doorbrengen.”
Adler hoort hem verbijsterd aan en vraagt: „En toen deden jullie gewoon de deur achter je dicht en lieten alles zomaar achter?”
Osipov: „Ja. Ik dacht echt dat mijn leven voorbij was, dus ik had weinig bagage. We namen het vliegtuig naar Jerevan, waar mijn Euripides-vriend al was. We hebben ons toen alsnog bezat. Vervolgens ben ik brieven aan vrienden en kennissen gaan schrijven met de vraag of ze ergens een onderkomen voor me wisten. Zo kreeg ik voor drie maanden een plaats aan het Wissenschaftskolleg in Berlijn, daarna nodigde de Universiteit Leiden mij uit om Russische literatuur te komen geven.”
Tegen zijn gezin zei Osipov dat hun vertrek voorgoed was. Hij wil dan ook niet meer terug naar Rusland, hoogstens voor de zomervakantie of Oud en Nieuw. „Ik wil in een gezonde samenleving wonen.”
Adler: „Dus niet alleen de oorlog gaf de doorslag?”
Osipov: „Een zieke samenleving maakt iedereen ziek. Zo had ik in Rusland allerlei vooroordelen, bijvoorbeeld over etnische minderheden zoals Georgiërs en Tadzjieken. Daarvan ben ik nu verlost. Ik leid hier een nieuw, gezond leven.”
Adler merkt op dat de Amerikaanse samenleving eveneens ongezond is. „De kwaliteit van leven is er evenmin goed.”
Ook bij Adler kwam de oorlog binnen met een dreun. Vanaf maart 2022 ging ze wekelijks naar Amstelveen om als tolk Oekraïense gezinnen bij te staan. „Al in 2005 riep ik dat het de verkeerde kant op ging in Rusland en we Poetins uitspraken serieuzer moesten nemen, al kon niemand vermoeden waartoe die zouden leiden. Natuurlijk was 24 februari 2022 een shock, maar er waren al zoveel signalen. En toen het eenmaal gebeurde, waren we er niet op voorbereid. Veel van mijn vrienden in Rusland zeiden dat het allemaal wel goed zou komen. Aan de andere kant hoorde ik over Russische vrienden die Poetins narratief onderschreven, en dat maakte me van slag.”
Osipov: „Heus, ken jij zulke mensen?”
Psychisch heeft Poetin het niveau van een verveelde puber, die met veel geld en stoerdoenerij indruk wil maken
Zelf is hij geen vrienden kwijtgeraakt na de inval in Oekraïne, maar wel na de annexatie van de Krim in 2014. „Ik heb toen gebroken met mijn neef, die leuke moppen kon tappen. Hij herhaalde de hele tijd maar wat hij op de staatstelevisie had gezien. Ik zei hem dat als ik hem zou missen, ik alleen de tv maar aan hoefde te zetten.”
We zitten inmiddels al uren bijeen in de statige vergaderzaal. Het gesprek is er een vol herkenning en ontdekking, van wederzijdse vrienden in Rusland, gedeelde ervaringen uit de Sovjetjaren en de gedeelde kennis van geschiedenis en literatuur. Regelmatig vliegen namen over tafel van bekende, gevangen of gevluchte (en voor een breed publiek vaak onbekende) Sovjet-dissidenten. Russen die hun leven wijden aan de strijd tegen terreur en die ze beiden kennen.
Dan komt het gesprek op de Verenigde Staten en Rusland. Zo weet Adler nog goed hoe ze begin jaren 80 als 21-jarige student naar Moskou vertrok. „De VS onderhielden toen geen diplomatieke betrekkingen met de Sovjet-Unie. Je kon er alleen komen met een vlucht van PanAm naar Helsinki en vandaar naar Moskou.” Nog goed herinnert ze zich de sensatie om achter het IJzeren Gordijn te zijn, ook omdat zij als buitenlandse door de geheime dienst geschaduwd werd. „Er bestond toen zelfs geen plattegrond van Moskou. Een van mijn hoogleraren had me voor vertrek een kaart van de CIA gegeven, zodat ik de weg kon vinden. Toen ik na een maand weer terugkeerde in Helsinki, was het alsof zwart-wit ineens kleur kreeg.”
Osipov reisde in 1989 in omgekeerde richting, van Moskou naar San Francisco, om een schoolvriend te bezoeken die naar de VS was geëmigreerd. Ook hij vloog met PanAm. „Ik herinner me nog de enorme, bomvolle freeway. Voor het eerst zag ik echt verkeer.”
Twee jaar later was hij weer in de VS, nu om zich aan de Universiteit van Californië te specialiseren in de elektrocardiografie, het meten van de hartspier. Toen eind 1991 de Sovjet-Unie instortte, keerde hij spoorslags naar Moskou terug. „Ik wilde mijn land helpen. En bovendien was mijn vader net aan leukemie overleden en moest ik ineens voor mijn familie zorgen. In Rusland was geld niets meer waard. Zelfs voor een dokter was het moeilijk om wat te verdienen. Daarom besloot ik zieke emigranten te begeleiden die naar Amerika wilden. Ik heb zo’n veertig reizen naar de VS gemaakt. Dat verhaal staat in mijn bundel De wereld is niet stuk te krijgen.”
Hij overhandigt Adler een exemplaar van die verhalenbundel en vertelt over het handboek elektrocardiografie dat hij schreef. „Ik was 27 en zag het als een missie om medische boeken uit het Engels naar het Russisch te vertalen.” Het was het begin van een succesvolle medische uitgeverij, die hij jarenlang bestierde.
Mensenrechten
Adlers Joodse grootvader vluchtte in 1920 vanuit Rusland naar de VS vanwege de pogroms. Zijzelf ging in 1988 vanuit Amsterdam, waar ze inmiddels Ruslandkunde studeerde, terug naar New York om zich daar een tijdje in te zetten voor Joodse vluchtelingen uit de Sovjet-Unie. Het wekte haar belangstelling voor de mensenrechten. In de hierop volgende jaren reisde ze regelmatig naar Moskou om voor haar doctoraalscriptie onderzoek te doen naar de in 1987 opgerichte – en vorig jaar door Poetin gesloten – mensenrechtenorganisatie Memorial, die ook onderzoek deed naar de Stalinterreur. Ondanks de repressie zag ze in Moskou een civil society opkomen. Ook raakte ze bevriend met de (in 2017 gestorven) historicus Arseni Roginski, een van de oprichters van Memorial.
Ze haalt een foto uit 1990 uit haar tas waarop ze Roginski in Moskou interviewt. „Ik sta daar met een enorme cassetterecorder, waarop ik onhandig aantekeningen maakte. Je ziet hem denken: wie is dit meisje? Als zoon van een Goelagslachtoffer was zijn leven met de geschiedenis van de repressie verbonden. Terugkijkend besef ik nu pas hoe het allemaal begon.”
De Stalinterreur heeft ook in Osipovs familie sporen nagelaten. Een deel van zijn Joodse verwanten is in 1941 door de nazi’s in Oekraïne vermoord. „Mijn grootvader wist met mijn vader te ontkomen naar Oezbekistan. Daar stierf hij in 1943. Mijn vader was toen dertien en moest gaan werken. Hij werd elektricien. In 1947 belandde hij op een fabriek in [de zuid-Russische stad] Taganrog, waar hij opklom tot hoofdingenieur. Maar in 1950 werden daar alle Joden ontslagen. Ze hadden zogenaamd radiolampen gestolen. Tot aan Stalins dood in 1953 had mijn vader geen baan. Later vond hij opnieuw werk als ingenieur. Ook begon hij te schrijven, al mochten zijn verhalen niet worden gepubliceerd. In 1974 lukte dat toch, in het literaire tijdschrift Novy Mir, wat heel wat voorstelde.”
Op een kaart is Europa gevoegd bij Rusland, het ‘Derde Rijk’, en wordt Afrika ‘het kalifaat’ genoemd. „Poetin vindt dat geweldig.”
Hij haalt nu het utopische non-fictieboek Het Derde Rijk. Rusland zoals het had moeten zijn tevoorschijn. Het is geschreven door de inmiddels overleden Russische zakenman en Doema-voorzitter Michail Joerjev. Het boek schetst een imperialistisch wereldbeeld zoals Poetin het nastreeft. Op een kaart is Europa gevoegd bij Rusland, het ‘Derde Rijk’, en wordt Afrika ‘het kalifaat’ genoemd. „Poetin heeft het van kaft tot kaft gelezen en vindt het geweldig.” Adler: „Precies daarom hadden we beter moeten luisteren naar wat Poetin vanaf 2005 zei.”
Beiden geloven echter niet dat Poetin van plan is de Sovjet-Unie te herstellen of Europa in te lijven. Hij zou alleen uit zijn op het behoud van de absolute macht. Daarbij verzint hij een verhaal dat een zo groot mogelijk deel van de Russische bevolking aanspreekt. „Het doet er niet toe of het waar is, als het maar als waarheid wordt verpakt”, zegt Adler.
Osipov: „Psychisch heeft Poetin het niveau van een verveelde puber, die met veel geld en stoerdoenerij indruk wil maken. En hij is heel kwaadaardig.” Adler valt hem bij: „Poetin is niet iemand van grote ideeën, het enige wat hij wil is macht.”
Aan het einde van de middag wandelen we van het NIOD dwars door het drukke Amsterdamse centrum naar het Auschwitz-monument in het Wertheimpark. Terwijl Adler als eerste op de foto gaat, toont Osipov op zijn mobieltje foto’s van zijn houten huis in Taroesa: een grote datsja midden in het groen.
Taroesa is geen gewone Russische provinciestad, zegt hij. „Het bloeit, er komen veel toeristen. Volgens overlevering gaven de Tataren de stad zijn naam: ‘ta Roes’ – daar is Rusland – maar niemand die het zeker weet.”
„Maxim! Jouw beurt!” roept Adler.
Hoe heeft zij het wonen in Rusland ervaren? „De eerste keer in Moskou sliep ik in het Intourist-hotel bij het Poesjkinplein en liep er prompt schurft op vanwege de luizen. Gelukkig bestaat het niet meer. Later ging ik met mijn kinderen graag nacho’s eten bij een Mexicaan om de hoek.”
Sinds 2019 is ze niet meer in Moskou geweest, eerst vanwege de pandemie en daarna door de oorlog. Maar ze vindt de stad nu veel mooier en schoner dan in de jaren 90. „Een beetje zoals Zwitserland”, lacht ze.
En daar komt Osipov alweer aanlopen, die haar woorden opvangt. „Moskou heeft tegenwoordig een esthetiek met fascistische trekjes”, zegt hij. „Het lijkt er wel een crematorium. Burgemeester Sobjanin heeft iedere straat bekleed met betonnen tegels.”
„Wil jij dan terug naar het Moskou van vroeger, waar je niets kon kopen?” vraagt Adler.
In restaurant De Plantage, bij de ingang van Artis, komt het gesprek op de gebeurtenissen van eind 1991, toen de Sovjet-Unie ineenstortte. Een moment van waarheid, dat jaren van vrijheid opleverde. Maar nu is dat voorbij. Adler: „Het enige waar we op kunnen hopen, is dat er wat lucht komt in de Russische samenleving. Zoals in de jaren vijftig en zestig, en eind jaren tachtig. Toen kwam er veel informatie los over de Stalinterreur.”
Osipov: „Maar er is een enorm verschil tussen Russen van toen en nu. Vroeger had je in Rusland veel ingenieurs, mathematici. Voor hen was twee plus twee gewoon vier, daar was geen twijfel over. Maar tegenwoordig zijn Russen allemaal econoom of jurist en is hun eigen positie belangrijker dan de waarheid. In hun wereld kan twee plus twee net zo goed vijf zijn, of honderd, zoals het uitkomt. Alles is relatief.”
Adler: „Zo gaat het altijd. Ik kende een jonge, briljante jurist die zich in 2019 inzette voor het lot van kinderen die niet terug mochten naar de geboorteplaats van hun naar de Goelag gedeporteerde ouders. De jurist gooide het over een andere boeg, die van sociale huisvesting, en toen mochten ze ineens wel naar huis. Je moet in Rusland altijd het doel scherp voor ogen houden, en dan uitproberen welke route je ernaartoe voert.”
Osipov: „Maar Russen zijn vreselijk passief. Ik weet nog dat ik die documentaire zag, waarin Navalny de FSB’er opbelt die hem heeft vergiftigd en die hij dan met de waarheid confronteert. Ik wist zeker dat die film een revolutie teweeg zou brengen. Zestig miljoen views kreeg de film op YouTube! Maar er gebeurde helemaal niets. Ik denk dat ook Navalny zich daarop verkeken heeft. Hij kwam in 2021 terug naar Rusland, als uitdager van het Kremlin. Maar hij werd gewoon in de gevangenis gegooid en dat was het.”
De periode van repressie duurt nu wel erg lang, er moet hierna toch een periode van liberalisering komen
Osipov kent de Russische oppositieleider persoonlijk. „In 2012 sprak ik hem twee uur lang. Daarna werd ik gevraagd of ik minister van Gezondheid wilde worden als hij ooit de verkiezingen zou winnen. Ik wilde liever minister van Cultuur zijn, zodat ik musea en theaters kon bezoeken in plaats van ziekenhuizen. Maar die post was al vergeven.” Hij lacht en neemt een slok van zijn oranjekleurig aperitief. .
Wat vindt hij van de kritiek op Navalny vanwege diens vroegere nationalistische uitspraken en zijn gebrekkige aandacht voor het oorlogsleed in Oekraïne? Osipov: „Hij spreekt zich hardop uit tegen de oorlog. Hij kreeg ook kritiek omdat hij gezegd heeft dat de Krim geen broodje ham is dat je heen en weer kunt schuiven. Navalny is een politicus die president wil worden. En de Krim ís geen broodje ham! De illegale annexatie ervan is een ernstige kwestie, die een serieuze oplossing behoeft. De oorlog maakt politieke gesprekken daarover nu onmogelijk.”
Soms krijgt Osipov brieven van boze Oekraïners. Hij leest een mail voor die hij onlangs ontving naar aanleiding van het door hem opgerichte literaire exil-tijdschrijft De vijfde golf. „Niet-geachte heer Osipov”, staat er. „Ik geloof niet dat het concept vrijheid in de Russische context kan bestaan en ik ben niet geïnteresseerd in Rusland-gerelateerde zaken en al helemaal niet in Russische literaire uitgaven. Russische liberalen doen zich voor als slachtoffers van een regime dat zij jaren hebben gesteund. Doe mij een plezier en spaar me uw mailings.” Hoewel hij vermoedt dat sommige van die brieven zijn opgesteld met behulp van ChatGTP, begrijpt hij die Oekraïners goed. „Ik veroordeel ze niet en zal daarover nooit in discussie gaan.”
De foto’s van dode Oekraïense kinderen die hij soms toegestuurd krijgt, raken hem wel. „Ik wéét hoe dode kinderen eruit zien, ik ben tenslotte arts. Eerlijk gezegd denk ik dat deze mensen geen eigen gevoelens meer hebben en door mij die foto’s te sturen nog iets daarvan proberen te redden. Het is wreed, maar zo gaat het in elke oorlog. Ik snap het helemaal. Na de oorlog werden alle Duitsers nazi’s genoemd. Maar om alle Russen nu als één agressor op een hoop te gooien, dat is…, dat is…”
Cancelcultuur
Adler knikt instemmend. Ze is bezorgd over de cancelcultuur in het westerse Rusland-debat. Ook zij begrijpt het anti-Russische sentiment, maar vindt dat er te weinig onderscheid wordt gemaakt tussen Russen die het regime steunen en zij die gevlucht zijn of juist in Rusland bleven en worden onderdrukt. „We moeten ieder zaadje civil society in Rusland koesteren. Zoals met de Nobelprijs voor de Vrede, die naar een Oekraïense, Wit-Russische en Russische organisatie ging. Daarop kwam veel kritiek vanuit Oekraïne, maar ik vond het een goede keuze. In Rusland bracht die prijs Memorial in een lastig parket toen het regime zei: zie je wel, het zijn buitenlandse agenten.”
Zijzelf nomineerde Memorial meermaals voor de Never Again Auschwitz-prijs, een gevoelige kwestie. „Ik denk dat we veel meer open moeten staan voor Russen die zich verzetten en onder vuur liggen. Natuurlijk, Oekraïners liggen letterlijk onder vuur, Russisch vuur. Maar tegelijkertijd is in Rusland een stille oorlog gaande tegen iedere vorm van oppositie. Door middel van intimidatie, onwettelijke arrestaties en jarenlange celstraffen.”
Osipov vult aan dat Russen het recht niet hebben om te klagen, maar dat het wel belangrijk is om duidelijk te maken dat de Russische taal niet aan de staat toebehoort. „Iedereen die Russisch kent mag die taal de zijne noemen.”
Het hoofdgerecht komt op tafel: gebakken kabeljauwfilet voor Adler en steak bavette voor Osipov. Adler vraagt ook om ijsklontjes voor in haar witte wijn. „Dat gaan jullie zeker opschrijven. Maar ja, ik ben nu eenmaal een echte Amerikaanse!”
Omgang met het verleden
We krijgen het over haar vakgebied: rechtspraak in relatie tot regimewisselingen. „De Duitsers hebben een betere term: Vergangenheitsbewältigung, de verwerking van en de omgang met het verleden. Het gaat over het rechtzetten van grootschalige misdaden middels waarheidscommissies, tribunalen en herinneringsculturen. Dit begon in Neurenberg, en daarna had je de waarheidscommissies in Latijns-Amerika en Zuid-Afrika. In Rusland deed de kans voor een Russisch ‘Neurenberg’ zich in 1992 voor, maar de focus lag toen op economische transitie.”
Acht zij het mogelijk dat Poetin voor een tribunaal verschijnt? „Dat zou geweldig zijn, maar het zal nooit gebeuren. Ik denk ook niet dat Poetin zich daar zorgen over maakt. Geen enkele dictator doet dat.”
Volgens Adler moeten boetedoening en verandering van binnenuit komen om een kans van slagen te hebben. Ze vertelt over Zuid-Afrika, waar een Waarheids- en Verzoeningscommissie de enige manier leek om een burgeroorlog af te wenden. „Dat werd een voorbeeldige situatie, maar lang duurde het niet. Twintig jaar later kent Zuid-Afrika nog altijd verdeeldheid, racisme en armoede.”
Ze acht het onwaarschijnlijk dat Rusland onder de huidige omstandigheden zo’n stap kan zetten. „De makkelijkste manier om het verleden onder ogen te komen, is het wissen van de zwarte bladzijden. Of door te zeggen dat die nodig waren voor de opbouw van het land. In Rusland worden slachtoffers herdacht, maar blijven de daders buiten schot. Alsof het stalinisme een natuurramp was, waar niemand schuld aan heeft.” Toch wil ze optimistisch blijven over de toekomst. „De periode van repressie duurt nu wel erg lang. Er moet hierna toch een periode van liberalisering komen, zo is het vrijwel altijd gegaan.”
Osipov vreest dat slechts weinigen van zijn landgenoten straks staan te springen om rekenschap af te leggen voor de misdaden die uit hun naam worden gepleegd in Oekraïne. Hij noemt ze passief en bewegingloos. Ter illustratie vertelt hij een verhaal over een ziekenhuis waarin alle verpleegsters op Poetin stemden. Niet omdat ze fan van hem waren, maar omdat ze bang waren voor de baas. „Ze gaan op vakantie naar de Krim alsof er niets aan de hand is, maar groot enthousiasme voor Poetins fascisme tonen ze ook niet. Als de oorlog afgelopen is, zullen ze zeggen: ‘Het is voorbij, vergeet het toch’.”
Dat Russen compromissen sluiten met hun geweten, snapt hij. „Was een arts in een ziekenhuis in nazi-Duitsland een collaborateur? Misschien niet. Maar van het ene compromis komt het andere en vroeg of laat word je door de waarheid ingehaald.”