N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
In de lift van een groot kantoorgebouw stap ik in bij een oudere man en een klein meisje. Het meisje kijkt naar me en zegt: „We gaan héél hoog, naar de lucht.”
Ik glimlach en knik. De man naast haar – waarschijnlijk haar opa – kijkt me aan en zegt met een knipoog: „Ik hoop dat het niet te hoog is.”
We stappen uit op de hoogste verdieping. Het meisje kijkt uit over de stad en zegt verwonderd: „We zijn bijna in de hemel.”
Haar opa glimlacht en fluistert: „Maar we blijven nog even hier.”
Bilal Azaroual (13)
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Net een paaseitje. Zo goed verstopt zat het voornemen van de regering-Schoof om elektrische rijden vanaf 2026 flink duurder te maken. Door het wegvallen van verschillende overheidsregelingen gaan mensen veelal meer wegenbelasting betalen voor een elektrische auto dan voor een vergelijkbare benzineauto. Een gemiddelde elektrische auto die wordt gekocht in 2026 gaat al gauw achtduizend euro meer kosten dan wanneer diezelfde auto werd gekocht in 2022, berekende de ANWB.
Het nieuws was niet eens te vinden in de miljoenennota zelf, maar in ambtelijke notities bij die nota. En werd pas helder in antwoord op vragen van de Telegraaf. Er blijkt een rekenfout aan ten grondslag te liggen. Omdat elektrische auto’s door hun zware accu’s vaak zwaarder zijn, worden ze zwaarder belast. Op die extra heffing stelde Rutte-IV een korting van 40 procent voor, bedoeld om het vorige kabinet te helpen bij het halen van de klimaatdoelen. Maar omdat de extra kosten daarvoor zo hoog opliepen, komt het kabinet-Schoof er nu op terug. De belastingkorting wordt teruggeschroefd naar 25 procent.
Dat lijkt verdraaid veel op ontmoediging – en dat terwijl de overheid de afgelopen jaren Nederlandse burgers juist probeerde te ondersteunen in het maken van de overstap van fossiel naar elektrisch rijden. De gevolgen zijn ook al zichtbaar. Het aantal verkochte elektrische auto’s stagneert en het aandeel nieuw verkochte hybrideauto’s in Nederland steeg van 8 procent in 2019 naar 44 procent nu.
Hetzelfde geldt voor het afschaffen van de subsidies op zonnepanelen en het terugdraaien van de verplichting om een aardgasketel te vervangen door een hybride warmtepomp. Daardoor kiezen minder mensen voor het kopen hiervan. De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie verwacht dat er in 2024 de helft minder zonnepanelen en warmtepompen worden geïnstalleerd ten opzichte van vorig jaar. Ook signaleert de belangenvereniging dat minder mensen hun huis isoleren.
Met subsidies werd eerst het rijkere deel van de bevolking geprikkeld om elektrisch te gaan rijden. Nu die eerste lichting stekkerauto’s op de tweedehandsmarkt komt, zou duurzaam rijden ook toegankelijk moeten worden voor mensen met een kleinere portemonnee. Maar door overheidsbeleid dreigt klimaat nu opnieuw een hobby voor de rijken te worden.
Dit jojobeleid is schadelijk voor het komen tot de échte energietransitie waar Nederland zo erg naar snakt. En voor het vertrouwen van burgers in de overheid in het algemeen. Burgers, zo blijkt uit onderzoek, willen graag verduurzamen. Maar kunnen dat niet (altijd) op eigen kosten.
Ook roept het vragen op over de grote woorden die dit kabinet gebruikt, als het gaat over verduurzaming. Is groene groei, waar nu een heel ministerie naar is vernoemd, niet juist het stimuleren van een alternatieve markt voor duurzame energie? Dat gebeurde de afgelopen jaren succesvol, waardoor er een levendige markt ontstond voor de aanschaf en installatie van onder meer zonnepanelen en warmtepompen. Die bedrijven hebben door het teruggedraaide beleid nu onvoldoende werk, waardoor ze moeten afschalen, stoppen, of hun expertise inzetten in het buitenland.
Het is aan de politiek om de klimaatdoelen die Nederland zelf gesteld heeft te halen. Dat begint met betrouwbaar zijn, met zelf ook wíllen dat de energietransitie slaagt. Het is de hoogste tijd.
Nu hield het bordje met de tekst ‘hier werken we aan uw terugkeer’ dat minister Marjolein in AZC’s wil plaatsen ons weer bezig. De PVV stijgt in de peilingen, de PVV-bewindslieden zijn het populairst en Marjolein Faber is de populairste. Ze slaat qua beleid nog geen deuk in een pakje boter, maar haar intenties zijn voor een groot deel van het kiesvee al genoeg. Met ‘hard’ en ‘meedogenloos’ is de kinderhand snel gevuld. Dit hadden ze besteld. Minister Marjolein slaat aan de lopende band sterke taal uit. De achterban weet: er ligt een zweep op de plank, ze mag hem niet pakken en gebruiken, maar op de dag dat het kan en mag zal ze ermee ranselen. Dan is het gegil tot ver over de Alpen te horen. Eindelijk iemand die zich niet beter voordoet dan ze is. Geen enkel vluchtverhaal is voor haar geloofwaardig genoeg, haar handen zijn gebonden, maar wat ze kan doen doet ze.
‘Hier werken we aan uw terugkeer.’
Goede waarschuwingsborden zouden ook zijn: ‘Het is hier niet gezellig’ of ‘We gaan er in Nederland geen feest van maken’.
Ze dacht dat ze het idee in Denemarken had opgedaan terwijl het daar niet bestaat. Een van haar ambtenaren zei: ‘Het bestaat alleen in haar hoofd’.
Ja, dan bestaat het dus toch.
Mijn bovenbuurvrouw in de Pijp had een bordje aan de deur hangen. De kop van een herdershond met daaronder de tekst: ‘Hier waak ik.’
Ze had geen herdershond, dat gaat niet op driehoog, en ik weet niet of het een inbreker heeft tegengehouden, maar het gaf haar het gevoel dat ze in ieder geval iets deed tegen de criminaliteit.
Het gaat in de nieuwe politiek niet meer om oplossingen of beleid, voor een intentie op een bord gaan de handen al op elkaar.
Na haar legendarische uitspraak ‘mijn tweet klopt’ kwam minister Marjolein deze week ook met: ‘Ik ben beleid.’
Flikker een overdreven dosis zelfvertrouwen in een ketel en voeg daar slecht zelfinzicht, waanideeën, geen kennis van democratische processen, daadkracht – waarmee wordt bedoeld dat ze niet naar anderen luistert – en een hele pot duidelijkheid aan toe, roer dat een aantal weken met een houten stok en je hebt het recept voor stijgende peilingen. Drink er te veel van en je bent en praat ook als een minister Marjolein, zeker als je het er met veel daadkracht uitstoot.
‘Ik heb wel lekker gekookt.’
‘Mijn schilderij is mooi.’
‘Mijn boek is goed geschreven.’
‘Mijn hond luistert.’
‘Ik ruik lekker.’
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column