Zo word je een geweldige gesprekspartner!

Supercommunicators

Charles Duhigg, journalist bij The New Yorker, schreef een nieuw boek: Supercommunicators. Hierin bespreekt hij klassiek en recent onderzoek naar effectieve onderlinge communicatie.

Een voorbeeld. Neuropsycholoog Beau Sievers en zijn collega’s toonden aan proefpersonen een onbegrijpelijk filmfragment. Zonder context, geluid of ondertiteling. Intussen werd hun hersenactiviteit vastgelegd. Daarna spraken de mensen een uur in groepjes over wat ze hadden gezien. Ten slotte bekeken ze hetzelfde filmfragment nog eens en werd hun hersenactiviteit opnieuw gemonitord. Resultaat?

Tien tot twintig keer meer vragen

De hersenscans gingen door de groepsgesprekken meer op elkaar lijken. Bijzonder: in sommige gevallen werden de verschillen wel heel klein. De researchers ontdekten dat in die groepen een of enkele personen zaten die tien tot twintig keer meer vragen stelden dan de rest. Ze vatten ook samen wat er werd gezegd, maakten grapjes en moedigden anderen aan om hun mening te geven.

High centrality participants noemde Sievers ze. Duhigg noemt ze supercommunicators. Ook interessant: in sommige groepen zat een dominante leider die anderen wilde overtuigen van zijn of haar visie. In die groepen werd door Sievers en collega’s juist de minste overeenstemming in hersenscans gevonden.

Drie soorten gesprekken

Een ander belangrijk element in Duhiggs boek: een gesprek gaat meestal niet over één ding, zoals een probleem dat je wilt oplossen. Binnen een langere conversatie komen vaak drie soorten gesprekken voor.

1. Het emotionele gesprek: waarin we onze gevoelens uiten.

2. Het praktische gesprek: waarin we problemen aanpakken of plannen maken.

3. Het sociale gesprek: waarin het gaat om de relatie en wie we zijn.

Als je thuiskomt en klaagt over je werk, dan staat het emotionele centraal. Wanneer je huisgenoot reageert met praktisch advies, dan wordt de conversatie daar niet beter van. Je voert dan twee verschillende gesprekken en beide deelnemers voelen zich onbegrepen.

Supercommunicators herkennen de aard van het gesprek en sluiten daar, emotioneel, praktisch of sociaal, bij aan. Dat leidt tot onderling begrip en verbinding.

Hoe leer je dit?

Beter leren communiceren is goed voor je privéleven en je loopbaan, stelt Duhigg. Mensen vinden het fijn om met goede communicators te praten en daardoor krijgen deze bijvoorbeeld meer loopbaankansen. Drie tips om mee te oefenen.

1. Bereid gesprekken voor. Neem een halve minuut en noteer een paar vragen en onderwerpen. Al gebruik je ze niet eens, dit zorgt voor ontspanning en betere conversaties.

2. Stel ‘diepe’ vragen. Dit zijn vragen waarmee je de ander uitnodigt om iets over zichzelf te delen. Denk aan: hoe ziet je gezinsleven eruit? Of: wat maakt jouw dag goed?

3. Stel vervolgvragen. Een goede vervolgvraag laat zien dat je echt hebt geluisterd. Bovendien biedt het de ander de gelegenheid om meer te delen.

Het kost tijd en moeite om dit te leren. Maar na enige tijd verlopen je conversaties steeds beter én steeds makkelijker. En omdat een groot deel van ons leven nu eenmaal bestaat uit kletsen met anderen, is het de investering waarschijnlijk wel waard.