N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ZAP In de documentaire Van Kooten en De Bie sloegen weer toe, ingelast na het overlijden van Wim de Bie, is te zien hoe leven en werk van het duo samensmolten. En hoe hun moeders „door dik en dun” de humor van hun zonen verdedigden.
Wim de Bie overleed maandag en daarom werd ’s avonds een deel van het documentaire-drieluik Van Kooten en De Bie sloegen weer toe (VPRO) uit 2012 ingelast. De Bie merkt erin op dat zij, Van Kooten en hij, de zestigers zijn geworden die ze spéélden toen ze veertigers waren. Of nee, schrikt hij. „We zijn al zeventigers.” Als de gebroeders Temmes deden ze zich voor als degelijke heren van onbestemde leeftijd, de één (De Bie) wat naïef en volgzaam, de ander (Van Kooten) nors en kortaf. In dit deel van de documentaire van Coen Verbraak, Eigen huis en tuin, zien we hoe werk en leven samensmolten in de veertig jaar dat ze samenwerkten. Hun huizen, tuinen, tuinhuizen dienden als opnamelocaties voor hun scènes en sketches, en anders wel die van hun cameraman, grimeur of regisseur.
Zelden zag je deze twee als zichzelf op televisie, niet voor niks werd er maandag in bijna alle geschreven necrologieën uit de documentaire geciteerd. Wim de Bie spreekt voor zijn chalet midden in het bos over zijn vader, de gemeente-ambtenaar die minutenlang alleen maar lachte als hij met zijn broer telefoneerde. Kees van Kooten bekent dat hij iets van zijn vaders alwetende karakter verwerkte in zijn personage Cor van der Laak. Beiden zijn vol lof en liefde over hun moeders, die soms een rolletje speelden in hun programma en „door dik en dun” het gevoel voor humor van hun zonen verdedigden.
Wim de Bie vertelt in de allerlaatste seconden van de film over de apotheek die hij bezocht. De apotheker zei zeer vereerd te zijn hem als klant te mogen begroeten en vroeg aan het winkelmeisje of zij wel wist wie of meneer De Bie was. Ze had geen idee. De Bie slaat dan met twee handen op z’n knieën en zegt: „Zo hoort het.” Ik hoef me dus niet al te bezwaard te voelen dat ik sommige typetjes die voorbij kwamen niet (meer) kende of destijds nooit helemaal heb begrepen (want nog een kind). Jacobse en Van Es zeiden me zeker wat, ook al zie ik nu pas echt hoe goed het toen was en nu nóg is. Er was een fragment waarin ze hun nieuwe indeling van Nederland presenteerden. „Voor alle Nederlanders die niet meer tegen Nederland kunnen.” De Grieken konden zich settelen op de Waddeneilanden, de Marokkanen, Algerijnen en Tunesiërs verhuisden naar Groningen aan zee, de Randstad zou worden omgedoopt tot Blankstad, waar ‘buitenlanders’ uit de rest van het land alleen in mochten met een toegangspas. Satirisch bedoeld, serieus opgevat door sommigen.
Bestaan in den vreemde
Over Nederlanders die niet (meer) tegen Nederland kunnen worden vaak en veel televisieprogramma’s gemaakt. Floortje Dessing reist de wereld over om ex-vaderlanders op te zoeken. In Het roer om en Ik vertrek zien we hoe ze met wisselend succes een bestaan in den vreemde opbouwen. Mix die programma’s door elkaar, kies sneeuw in plaats van zon en je krijgt Het hoge Noorden, waarin Dionne Stax Nederlanders volgt bij hun vertrek naar hun nieuwe stek in Zweden, Denemarken of Noorwegen, of daar opzoekt als ze er al wonen.
‘Omroep Stax’ werd Omroep MAX in de Varagids gedoopt, zoveel goedbekeken programma’s presenteert ze. Van onschatbare waarde, Aria, Droomhuis gezocht, de laatste aflevering van De nieuwe Vermeer is net geweest, en nu dit reis-achtige programma. Ze gaat langs bij Anne en Martijn. Zij wonen met een klein zoontje en een enorme hond in twee steenrode houten huizen in het bos aan een halfbevroren meer in Zweden. De bewoonde wereld is links 40 minuten rijden verderop en rechts 20. Er komt nog een sauna op het meer, een moestuin en een mini-camping voor campers. O, en hun water halen ze uit de bron die ze zelf geslagen hebben, negentig meter diep en alles werkt op zonne-energie. Als de zon aanstaat. Idyllisch? Best wel. Maar, nogmaals, als de zon aanstaat. De winters zijn daar lang hoor. En hartstikke donker.