Zo graag alles uit het leven willen halen dat je er angstig van wordt. Daar hebben al Robin Coops’ personages last van

Veel. Robin Coops (35) doet veel en wil veel. Al op zijn vijftiende maakte hij met zijn bandje een grote muziekfilm, een eigen versie van Macbeth. Na de middelbare school volgde hij in Maastricht eerst toneellessen en deed er toen de regieopleiding, ging naar Den Haag voor een studie muziektheater en compositie, en deed daarna nog een master aan de Filmacademie in Amsterdam. De projecten die hij met al die kennis maakt, zijn ook veel. Gesamtkunstwerken met veel moderne technieken, zoals de virtualrealityopera Orphée | L’Amour | Eurydice die hij maakte voor het Opera Forward Festival van De Nationale Opera in 2022.

Één label op Coops plakken valt dus niet mee. Behalve, „en daarom begon ik net al over Macbeth: ik maak werken met personages die vastzitten in hun kop en daar bang van worden. Al mijn werk is gedreven door angst.” Die angst is persoonlijk, vertelt hij in een café in Amsterdam. „Angst voor het verliezen van de controle, maar ook angst voor het verlangen om de controle los te laten. En de angst van 35 zijn zonder gezin, zonder eigen huis of auto, of duidelijke carrière, zoals ‘normaal’ is. Eigenlijk gewoon angst om niet alles uit het leven gehaald te hebben.”

Omdat hij niet vast te pinnen is op één genre, krijgt het culturele wereldje moeilijk vat op Coops. „Ik ben geen ‘echte’ opera-regisseur, geen filmmaker, geen componist. Één daarvan zijn druist in tegen mijn basisgevoel: beginnen bij de inhoud. Niet elke inhoud is geschikt voor elke vorm.” Maar krijg zo maar eens voet aan de grond. „De Orphée | L’Amour | Eurydice was op zichzelf erg geslaagd, maar voor mij toch ook weer niet, want ik heb me er niet mee bewezen als een klassieke opera-regisseur die daarna door andere operahuizen gevraagd wordt.” En dus ontwikkelde hij er nog een angst bij: keuzestress. Moest hij zich niet toch specialiseren?

 

Foto’s Robin Coops

 

Vastgelopen

Niet gek dus dat hij eind vorig jaar, na een lang uitputtingsproces en in navolging van al zijn geschapen personages, zelf vastliep. Hij kreeg last van flinke gordelroos. Toen besloot hij van de een op de andere dag de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella te gaan lopen. Niet als christen, maar als rustzoeker.

Halverwege maart vertrok hij. En, typisch Robin Coops, hij stouwde zijn hele rugzak vol. Niet alleen met een veel te dikke slaapzak, ook met allerlei elektronica. Station Noord (een samenwerking van culturele instellingen in de noordelijke provincies) en Festival Oranjewoud hadden hem gevraagd om een voorstelling te creëren, en het leek hem efficiënt om het een en ander te combineren: het moest een grootse voorstelling worden over deze reis. Overal waar hij was zou hij geluiden opnemen. Met zijn telefoon zou hij alles wat hij tegenkwam digitaal inscannen. Hij was van plan een troubadour van zichzelf te maken in een grote virtuele wereld.

 

Foto’s Robin Coops

 

Tot dag twee. „Ik had veel te veel bij me en ik ging véél te hard. Ik was kapot. Alles moest veel rustiger.” Het grootse plan brokkelde vanzelf af, keerde naar binnen. „Ik begon de verhalen die we onszelf vertellen – je moet een gezin, je moet een huis, je moet een carrière – te zien als ridderverhalen. Al die doelen zijn draken die je probeert te verslaan. Maar wat maakt het uit als je een draak verslaat? Als je een ridder blijft, staat er bij de volgende poort wel weer een andere draak. Gaandeweg realiseerde ik me dat ik van dat ridderverhaal af wilde.”

Het idee voor een grote totaalperformance veranderde in een kleine vertelling van persoonlijke dagboekfragmenten. Coops gaat ze zelf vertellen, alleen op het podium, met een paar instrumenten en wat foto’s van de reis. „Het bleken de kleine dingen die zo’n reis bijzonder maken: iemand die me vraagt of ik voor die persoon een lied wil zingen. Een priester die mij zijn kerk laat zien, een Italiaan trakteert op pizza en ons samen op wodka. Een vol café dat gezamenlijk probeert een bij naar buiten te krijgen, wat lukt en waar we samen om gejuicht hebben. En ondertussen zit de ridder in de hoek van het café – met koffie, want hij is mij, ik drink te veel koffie. Zijn harnas hangt ergens aan een waslijn.” Voor hem componeerde Coops een ‘ridderlied’, dat hij rondom de dagboekfragmenten zingt. „Surrealistisch wordt de ridder zo onderdeel van de reis.”

 

Foto’s Robin Coops

 

Techniek is natuur

„Ik realiseerde me ook dat ‘nadenken’ eigenlijk een prachtig woord is in het Nederlands. Ná-denken. Waarna? Na het voelen natuurlijk. Maar dat doen we niet meer, dat is een groot maatschappelijk probleem. We moeten dit, we moeten dat, natuurlijk zijn er zo veel burn-outs. Als we meer zouden durven vertrouwen op je lichaam, op het voelen, dan gebeurt dat niet. Dat ontdek je op zo’n tocht heel concreet. Je lijf zegt precies wanneer je moet stoppen, wanneer je moet eten en wanneer je kunt gaan.”

Is dat dan ook een afscheid van de moderne techniek waar hij in zijn voorstellingen zo graag gebruik van maakt? „Nee. Techniek staat niet tegenover natuur, techniek ís natuur. Techniek is een gereedschap.” Zoals mensapen een stokje gebruiken om insecten uit een gaatje te peuteren natuur is, zo is een virtualrealitybril dat volgens Coops ook. „Het is alleen wat complexer. Je kunt een VR-headset goed als tool gebruiken om ons bewuster te maken van onszelf, van ons lichaam, van de natuur.” Als zulke complexe elektronica nog natuur is, wat is dan geen natuur? „Niet luisteren is onnatuurlijk.”

Uiteindelijk liep hij de pelgrimstocht van 800 kilometer, waarvoor gemiddeld een volle maand staat, in 26 dagen. „Pas de allerlaatste dagen, toen ik merkte dat ik het ging halen, durfde ik langzamer te gaan lopen. Toch weer de angst om ergens niet alles uit te halen. Voor een totale genezing van zijn kopzorgen was de reis niet genoeg. „Typisch hè, ik ben terug en het allereerste wat gebeurt: totale stress over de performance.” Maar wat nou als hij ooit wel zijn angsten overwint en tot zielenrust komt? Kan hij dan nog wel wat creëren?” Coops lacht. „Dan ben ik klaar. Dan moet ik stoppen. Maar ik denk niet dat ik er ooit helemaal vanaf kom.”

https://www.youtube.com/watch?v=1q3ip-uUkd0