„Het verschil tussen ‘wo’ en ‘wohin’ – waar en waarnaartoe – maakt nogal wat uit”, legt leraar Fouad Mbarkioui uit aan zijn klas vol jonge twintigers. Hij gebaart druk met zijn handen en loopt heen en weer door de ruimte. Zijn leerlingen worstelen met de complexe taalregels van het Duits, maar het aanleren van deze vreemde taal is nodig voor hun toekomstplannen in Europa.
Drie keer per week komt de groep in de vroege avonduren bijeen in een oud gebouw in Rabat. Er zijn mensen bij met een universitaire opleiding, zoals een architect, en praktisch opgeleiden, zoals een loodgieter. De taalschool, InnovAction, biedt ook Frans en Engels aan, maar vooral het Duits trekt veel studenten.
Jihane Jamay (23) wil zo snel mogelijk Duits leren. „Ik wil graag in Berlijn of een andere grote Duitse stad wonen. Hier is het moeilijk om een goede baan te vinden.”
Eind januari sloten Duitsland en Marokko een migratiedeal, waarin zij afspraken meer arbeidsmigratie mogelijk te maken. Daar staat tegenover dat Marokko voortaan meewerkt aan het uitzetten van afgewezen Marokkaanse asielzoekers en ongedocumenteerden. Voor Rabat is dit acceptabel nu Marokkanen voor werk makkelijker legaal naar Duitsland kunnen migreren.
Duitsland is hard op zoek naar buitenlands personeel om de tekorten aan te vullen, bijvoorbeeld in de zorg. Sinds deze maand kunnen mensen van buiten de Europese Unie ook proberen een Chancenkarte aan te vragen. Wie genoeg ‘punten’ heeft – voldoende opleiding, werkervaring, taalbeheersing – maakt kans op een verblijfsvergunning. In Canada bestaat iets vergelijkbaars. Deze mogelijkheid komt bovenop wettelijke paden die al bestonden.
Docent Mbarkioui spreekt van een nieuwe lichting. „Toen ik twintig jaar geleden begon met lesgeven waren het vooral mensen die in het kader van gezinshereniging op cursus kwamen, nu zijn het voornamelijk studenten en professionals die zich voorbereiden op een toekomst in Duitsland.”
Zwart-rood-gele affiches
Als je door de straten van Rabat wandelt zie je dat de populariteit van de taalcursussen veel verder reikt dan de muren van Mbarkioui’s klaslokaal. Op veel plekken hangen affiches voor een taalstudie, vaak in de kleuren zwart-rood-geel. Ook in de rest van het land zitten ijverige aspirant-migranten opnieuw in de schoolbanken te oefenen met de naamvallen. Straatverkopers doen goede zaken met tweedehandse cursusboeken. Tegenover InnovAction, bij de ingang van het stadspark Nouzhat Hassan, staat een oude man een stapeltje Duitse woordenboeken te venten. Docent Mbarkioui heeft ook niks te klagen. Als de leerlingen geconcentreerd met een opdracht bezig zijn fluistert hij: „Ik moet straks snel de tram pakken naar Salé, daar geef ik ook les.”
Aan het einde van het lesuur moeten de taalstudenten naar een kort audiofragment luisteren waar een huismeester op een vermanende toon een bewoonster aanspreekt omdat ze haar huisvuil niet heeft gescheiden. De ogen van de leerlingen worden groter bij het beluisteren van deze dialoog. Mbarkioui: „In Duitsland gooi je papier apart weg, dat geldt ook voor glas, groente en fruit.” Met een glimlach: „Alles wordt gescheiden.” Sommige leerlingen schrijven het snel op in hun schriftje.
Na de les, als iedereen zich snel uit de voeten maakt, blijft de nieuwe cursist Jihane, duidelijk overweldigd, nog even zitten. Ze vindt de Noord-Europese klanken moeilijk te volgen. „Ik had gehoopt dat ik met mijn Engels beter had kunnen aanhaken”, zegt ze. Mbarkioui stelt haar gerust en zegt dat dit het niveau voor gevorderden is. Jihane studeerde rechten, maar heeft haar studie gestaakt voor een avontuur in Qatar als horeca-medewerker tijdens het WK voetbal in 2022. „Dat land biedt geen zekerheid voor op de lange termijn.”
Keer op keer blijkt uit peilingen dat een meerderheid van de jonge Marokkanen weg wil. Zo zei twee derde van de respondenten tussen de 18 en 29 jaar, in 2022 bevraagd in de Arab Barometer, een enquête van de Amerikaanse universiteit Princeton, te willen emigreren. Economische kansen najagen werd als belangrijkste reden opgegeven.
„Ik ga de taal leren en de opleiding verpleegkunde versneld afronden. Dan kan ik ook het vliegtuig pakken.” Als je Jihane hoort, klinkt het alsof Almanya, zoals het land in het Arabisch heet, om de hoek ligt. „Mijn vriend Amine gaat binnen een paar weken weg. Wil je hem ontmoeten?”
Grote glimlach
Amine el Asri (25) straalt als hij café Al Atlal in het centrum van Rabat komt binnenlopen. Het is half februari. Met zijn ranke postuur en zachte stem valt hij niet snel op. Als hij even zijn Duits mag laten horen, verschijnt een grote glimlach op zijn gezicht. „Ik heb zo snel mogelijk de taal geleerd om meer kans te maken op een baan.” Hij heeft zich ook goed ingelezen: hij legt graag uit hoe de Duitse immigratiewetgeving werkt.
Amine heeft een bachelor verpleegkunde en was tot voor kort werkloos. „Ik schaamde me om thuis te vertellen dat ik geen baan kon vinden. Eén keer kreeg ik een aanbod, maar dan moest ik ellenlange dagen maken voor een habbekrats.” Zijn vader, een „simpele gemeenteambtenaar”, heeft duizenden euro’s voor zijn opleiding betaald, vertelt Amine. „Ik was echt de wanhoop nabij. Duitsland is mijn redding.”
Amine is opgegroeid in de kustplaats Salé aan de Atlantische Oceaan, die afgesneden wordt van de Marokkaanse hoofdstad door de rivier Bouregreg. Anders dan het rijke Rabat kampt deze stad met armoede, criminele bendes en drugsproblematiek. Grote groepen jongeren uit Salé hebben afgelopen jaren de illegale oversteek naar Europa geprobeerd te maken, de meesten zonder succes.
Voor Amine is dat nooit een optie geweest. „Toen ik op sociale media las dat het voor Marokkanen mogelijk is om legaal naar Duitsland te emigreren heb ik alles uitgezocht en contact gezocht met een organisatie die online verplegers rekruteert. Ik moest alleen de taal nog leren.” Naast de taalopleiding van een paar honderd euro heeft Amine urenlang YouTube-filmpjes bekeken, boeken gelezen en grammatica gestampt. De vereiste taaltoets heeft hij met succes afgelegd. „Toen was het wachten op de inreisvergunning van het Duitse consulaat hier in Marokko.”
Tijdens het wachten op het papierwerk probeerde Amine geld te verdienen door kunststof wasbakken op een lokale markt te verkopen. „Ik werkte ook als koerier bij een vertaalbureau, zo kon ik tussendoor mijn Duits oefenen.” De lange werkdagen moesten genoeg geld opbrengen om een reiskoffer en winterkleren aan te schaffen. „Ik moet nog een dikke jas kopen. Dat is best duur als je eentje van goede kwaliteit wil hebben.”
Dankzij de nieuwe afspraken tussen Marokko en Duitsland hoefde Amine niet lang te wachten op een visum. Als gekwalificeerd verpleegkundige kon hij, via een wervingsbureau dat hem een baan garandeert, aan een inreisvergunning komen. Als verpleger is hij gewild, de afgelopen jaren moesten in Duitsland tientallen verpleeghuizen sluiten bij gebrek aan personeel. „Ik mag eindelijk gaan doen wat ik het liefst doe. Zieke en kwetsbare mensen helpen.”
Maar in de laatste dagen voor zijn vertrek, begin maart, kijkt Amine niet zo vrolijk. „Mijn ouders willen niet meer dat ik emigreer. Ze willen me niet missen. Met hun laatste spaargeld willen ze hier een winkeltje voor me openen. Maar dat kan natuurlijk niet. Ik voel me nu al schuldig naar mijn vader.”
De opleiding verpleegkunde van Amine heeft 5.000 euro gekost. Het had gratis gekund bij een overheidsschool, als hij zijn middelbare schooldiploma had behaald. „Ik heb in mijn examenjaar zitten klooien.” Hij weet dat de financiële lasten van zijn nog studerende zusje en broertje zwaar zijn voor zijn ouders. „Ik wil ze helpen als ik straks genoeg geld verdien.” Hij is even stil na de vraag hoe erg hij ze gaat missen. „Ja natuurlijk, maar het is niet anders. Ik moet wel gaan. Ik heb de jas trouwens al gekocht.”
Foto’s: Annika Weertz
De Marokkaanse regering spreekt liever over ‘internationale arbeidsmobiliteit’ en niet over migratie. Dat laatste klinkt alsof het land wil dat haar onderdanen weggaan, de eerste term is een positievere boodschap die binnenslands goed te verkopen is. Het vertrek van Amine en de andere migranten naar Europa zal bijdragen aan de geldstroom naar Marokko. Vorig jaar werd volgens de Marokkaanse centrale bank bijna 11 miljard euro overgemaakt vanuit de Golfstaten, Canada en Europa. Marokko behoort tot de topdrie van Afrikaanse landen die geld ontvangen van burgers over de grens.
Maar de wervingspolitiek van Berlijn heeft ook een keerzijde. Rabat heeft ambitieuze plannen met de eigen economie. Het land is een belangrijke regionale investeerder in West-Afrika, de auto- en vliegtuigindustrie floreren aan de westkust. De ict’ers die zich in Duitsland vestigen zijn ook in Marokko hard nodig. Het land staat op plek 28 van de 177 landen van de Brain Drain Index. De menselijke kapitaalvlucht neemt alleen maar toe de laatste jaren nu jongeren beter opgeleid worden. Het Marokkaanse ministerie van onderwijs schat dat ieder jaar zo’n zeshonderd ingenieurs het land verlaten. Vaak worden deze talenten op de universiteiten gerekruteerd door Europese bedrijven.
Nieuwe vrienden
In de eerste week van maart neemt Amine het vliegtuig naar Duitsland, samen met vier andere Marokkaanse verpleegkundigen. Het is ook hun eerste buitenlandreis. Tussen de drie vrouwen en de twee mannen klikt het snel. Ze zijn alle vijf aangenomen door Iuvare, een Duits detacheringsbureau voor zorgpersoneel
Amines nieuwe vriendengroep is onderdeel van een lichting buitenlandse zorgkrachten die deze maand aan de slag gaan op de Iuvare Academy in Petershagen, op een uurtje rijden van de Noord-Duitse stad Hannover. Daar leren ze de Duitse regels van het verplegersvak. „Onze kandidaten komen uit landen als Tunesië, Egypte, India, en steeds vaker uit Zuid-Amerika”, zegt manager Christoph Widdel van Iuvare Academy.
Amine en de anderen krijgen direct 3.000 euro salaris per maand, ook als ze nog bezig zijn met de opleiding van drie maanden. Dat is het tienvoudige van wat sommige verplegers in Marokko verdienen. Als ze aan de slag gaan in een zorginstelling, mogen ze ook drie maanden huurvrij wonen.
Widdel doet goede zaken – zijn klanten, Duitse zorginstellingen, kunnen zelf moeilijk aan personeel komen. „Onze omvang is de afgelopen twee jaar verdrievoudigd.” Iuvare is een van de vele Duitse bedrijven die op zoek zijn naar werknemers in het buitenland. „We hebben nog vijftig aanvragen voor verplegers uit Marokko uitstaan. Voor hen moeten ook nog de visa geregeld worden. Ik denk dat het vanaf nu steeds makkelijker zal gaan.”
Foto’s: Annika Weertz
Amine maakt het niet veel uit waar in Duitsland hij wordt geplaatst. Hij hoopt vooral dat hij in de buurt komt te werken van zijn nieuwe vrienden. Maar eerst moet hij een examen afleggen. Voor de Duitse autoriteiten is een buitenlands diploma niet voldoende. „We moeten de komende drie maanden elke dag studeren,” zegt Amine, als NRC hem opzoekt in Petershagen. „Het is misschien maar goed dat hier niet veel te doen is.”
De ‘campus’ van Iuvare was vroeger een middelbare school, maar door de vergrijzing wonen er bijna geen jonge mensen meer in de gemeente met 25.000 inwoners. Voor Amine, die uit een drukke volkswijk met een levendig nachtleven komt, is het contrast groot „Het valt gelukkig wel mee met de kou. Die winterjas heb ik niet echt nodig.”
Amine spreekt de taal en weet ook dat het flink kan vriezen, maar echt diepe kennis van Duitsland heeft hij niet. Wel weet hij iets over de opkomst van radicaal-rechts in het land en het verzet tegen vreemdelingen. „Ik heb gehoord dat er racisten zijn. Maar er zijn vast ook veel goede mensen, toch?”
Noord-Afrikanen worden vooral in West-Duitsland geplaatst, vertelt Christoph Widdel. „In het oosten van het land hebben ze liever Roemenen.” Dat is ook het gebied waar de rechts-radicale partij Alternative für Deutschland populair is.
De Noord-Afrikaanse immigranten doen het goed op de Duitse arbeidsmarkt, zegt Christoph Widdel. „We hebben een succes-score van 80 procent.” Een plaatsing is succesvol als iemand een periode van een jaar volmaakt. „De rest gaat door privé-omstandigheden, zoals ziekte van ouders of vanwege de liefde, eerder terug naar huis.”
In Rabat kan Jihane zichzelf inmiddels voorstellen in het Duits. Amine heeft haar geappt over zijn nieuwe vrienden en zijn nieuwe thuis. En de leraar Duits Mbarkioui heeft weer een nieuwe groep cursisten mogen verwelkomen.
Op de vraag of hij denkt dat al zijn leerlingen ook echt naar Duitsland zullen vertrekken, antwoordt Mbarkioui: „Het zijn er misschien nu al iets te veel. Misschien komen Nederlanders in de toekomst ook mensen halen. Vergrijzing is geen typisch Duits fenomeen. Wij hebben de jeugd, jullie hebben werk.”
En al die jonge mannen en vrouwen die nu Duits leren en misschien nooit in Duitsland belanden? „Die kunnen nog altijd docent Duits worden.”