Ziekenhuizen, scholen, supermarkten en werk zijn in tien jaar tijd veel slechter bereikbaar geworden, vooral per openbaar vervoer. De verschillen in bereikbaarheid tussen onderscheiden groepen in de samenleving, zoals hoger- en lageropgeleiden en stadsbewoners en bewoners van het landelijk gebied, zijn gegroeid.
Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in nieuw onderzoek naar wat ook wel ‘vervoersarmoede’ wordt genoemd. Deze donderdag publiceert het PBL het rapport Beter bereikbaar? over de veranderingen in de toegang tot voorzieningen en banen in Nederland tussen 2012 en 2022.
Wie afhankelijk is van bus, metro, tram of trein heeft in die periode veel mobiliteit ingeleverd ten opzichte van autorijders. De bereikbaarheid voor mensen met een lagere opleiding blijft achter bij die voor hogeropgeleiden. Dat geldt ook voor bewoners van het landelijk gebied en de randen van de stad, vergeleken met stadsbewoners.
Het PBL-onderzoek laat zien dat met name de versobering van het openbaar vervoer heeft geleid tot een daling van de bereikbaarheid van voorzieningen. Dit geldt vooral voor ziekenhuislocaties, aldus het planbureau, maar ook voor onderwijsinstellingen en supermarkten. De verschraling van het ov is het gevolg van Covid-19 en de toegenomen kosten voor energie en personeel.
Voorzieningen naar stad
Verder is de bereikbaarheid verslechterd doordat veel voorzieningen de afgelopen jaren zijn gecentraliseerd – denk aan fusies van streekziekenhuizen. Daarnaast is de werkgelegenheid van met name lagergeschoolden verschoven naar ‘autolocaties’, distributiecentra aan de snelweg bijvoorbeeld. Die zijn slecht bereikbaar per bus, helemaal in de avonduren, ’s nachts en in het weekend.
Volgens het PBL kon in 2022 ruim een op de acht ouderen met een laag inkomen geen enkel ziekenhuis of buitenpolikliniek (een dependance van het ziekenhuis met beperkte faciliteiten) binnen 45 minuten bereiken met het openbaar vervoer. Het planbureau schrijft dat het hierbij gaat om naar schatting 260.000 ouderen. Hierbij keek het planbureau naar een doorsnee dinsdag tussen 07.00 en 09.00 uur in de ochtend.
’s Avonds en in het weekend zijn ziekenhuizen nog slechter te bereiken per ov; veel buitenpoli’s zijn dan vaak dicht. Eén op de drie ouderen met een laag inkomen komt dan niet binnen drie kwartier bij een ziekenhuis (met de bus). In Zeeland en Noord-Nederland is de situatie ernstiger dan elders in het land, aldus het PBL.
Zonder auto ben je nergens
Het rapport Beter bereikbaar? is het tweede deel van een PBL-project over bereikbaarheid. In 2022 stelde het planbureau al dat het ov voor veel mensen nauwelijks meer een alternatief is om op werk of school of bij de dokter te komen. Zonder auto zijn die locaties lastig te bereiken.
Nu is duidelijk dat de afkalvende bereikbaarheid vooral lager opgeleiden treft, alsmede inwoners van landelijk gebied en de stadsranden en ouderen voor wie fietsen naar bijvoorbeeld het ziekenhuis geen reële optie is. De komst van de elektrische fiets heeft hun actieradius wel iets vergroot.
In het maatschappelijk debat, stelt het PBL, bestaat toenemende zorg of bereikbaarheid voor iedereen in Nederland nog wel gegarandeerd is. Bereikbaarheid van werk, voorzieningen en sociale contacten is essentieel om volwaardig deel te nemen aan de samenleving, aldus het planbureau. Het nieuwe kabinet schrijft in het hoofdlijnenakkoord onder meer dat zorg, onderwijs en werk, in de stad en op het platteland „binnen redelijke reistijd” bereikbaar moeten zijn.
In het rapport van donderdag noemt het PBL enkele oplossingen om de bereikbaarheid te verbeteren. Investeren in het ov en in fietspaden ligt voor de hand, aldus het planbureau, „juist ook op plekken waar veel mensen zijn geraakt door de afgenomen bereikbaarheid”.
Door locaties nabij stedelijke centra en rond ov-knooppunten beter te benutten voor voorzieningen en werkgelegenheid, kan de bereikbaarheid eveneens toenemen. Bouw een nieuw ziekenhuis bijvoorbeeld liever in de stad of bij een station dan langs de snelweg, adviseert het PBL.