Related Posts
Compromisloos verzet tot de dood erop volgt – Nina Spijkers regisseert een buitengewoon geraffineerde ‘Antigone’
- admin
- September 30, 2024
- 0
Zij die geboren is om tegen te werken. Dat betekent de naam Antigone in het Grieks. Dat is dan ook het voornaamste wat het meisje in de mythe komt doen: nee zeggen. Tot de dood erop volgt. In een buitengewoon geraffineerde, trefzekere regie laat Nina Spijkers zien hoeveel betekenislagen er te ontwaren zijn in het verbeten verzet van deze jonge vrouw.
Even ophalen, waar ging die mythe ook alweer om? Twee broers van Antigone vochten om de troon, waarbij ze allebei het loodje legden. Kreon, Antigones oom, werd de nieuwe koning. Om de orde in de stad te herstellen, besloot hij een van de broers tot held uit te roepen en een staatsbegrafenis te geven, en de ander voor de poorten van de stad, onbegraven, weg te laten rotten. Wie zou proberen de ‘foute’ broer alsnog te begraven, zou zelf de doodstraf krijgen. Antigone vindt het een onrechtvaardig besluit en strooit aarde over het lijk.
Sophokles zette in zijn adaptatie van de mythe Antigones verlangen haar broer te begraven (wat ook de wens was van de goden) af tegen Kreons trots; de menselijke hoogmoed werd bestraft. In de versie van Jean Anouilh, die Spijkers hier ensceneert, verzet Antigone zich niet omwille van haar broer, of omwille van een stel Griekse goden, maar omwille van zichzelf. Ze verzet zich omwille van haar recht zich te verzetten.
Alle acteurs in deze productie floreren, in een razendknappe balans tussen komisch spel en drama
Nee zeggen om het nee zeggen dus. Het maakt haar best een beetje irritant, deze Antigone, vertolkt door Yela de Koning. Je gelooft er geen woord van als ze beweert dat ze haar leven ervoor over heeft om haar broer te begraven. Dit is het hoogdravende, pathetische idioom van een puber die dweept met de dood en met grote idealen, maar in wezen simpelweg ‘nee’ wil zeggen tegen iemand die haar voorschrijft wat ze wel en niet mag doen. Maar de keuze haar zo onbeschaamd koppig neer te zetten blijkt geraffineerd. Want als een katapult klapt je eigen hooghartigheid jegens haar halverwege de voorstelling terug in het gezicht.
Aangrijpend zacht
Het kloppende hart van Anouilhs stuk is de confrontatie tussen Antigone en Kreon, nadat Antigone zich op heterdaad heeft laten betrappen bij het begraven van het lijk van haar broer. De Koning en Mark Rietman, die een aangrijpend zachte, vaderlijke Kreon neerzet, spelen hem subliem uit. We begrijpen ze allebei; de leider, die een stad in crisis in de schoot geworpen kreeg en best bereid is zijn handen een beetje vuil te maken, als dat het volk tevreden stelt, en anderzijds de activiste, die de vuist heft tegen ‘het systeem’, zoals dat zo mooi en abstract heet, zonder zich bezig te hoeven houden met de vraag hoe dan wél. „Maar waarom?!”, vraagt Kreon, eerst nog honend, gaandeweg steeds angstiger. Zijn autoriteit verkruimelt, in het besef dat hij haar inderdaad zal moeten laten doden, als ze niet inbindt.
Niet alleen Rietman en De Koning, álle acteurs in deze productie floreren, in een razendknappe balans tussen komisch spel en drama. Ook waar de bewerking wat uit de bocht dreigt te vliegen – met terzijdes over tapijtreiniger of een tandartsverzekering – houden de acteurs de teugels strak in handen en blijven scènes op spanning.
Wat Spijkers’ enscenering vooral zo waanzinnig goed maakt, is dat die niet alleen gaat over pragmatisch leiderschap versus verzet, of over integriteit versus plichtsbesef. Maar ook dringt gaandeweg tot je door dat het je eigen jeugd is, je eigen geloof in een oprechte, rechtvaardige, zuivere wereld, waar je zonet nog zo hooghartig om zat te gniffelen. Als een boventoon blijft dat besef tot aan het zeer aangrijpende slotbeeld meeresoneren.
Volwassen worden gaat gepaard met ontgoocheling, met desillusie, met een zekere vorm van zelfverraad, maakt Spijkers’ Antigone voelbaar. Gelijk met het hoofdpersonage zie je in deze enscenering de compromisloze versie van jezelf in de graftombe verdwijnen.
Tv-recensie | Griezelen bij de vrolijk-rechtse babbelhoek café Kockelmann
- admin
- September 30, 2024
- 0
Ik heb zaterdag De Verraders Halloween (RTL) gekeken en ik zal er zo iets over schrijven. Het leek me verstandig dat eerst even te melden. Want het andere programma dat aan bod komt, werd vrijdag uitgezonden (lang geleden), en die bespreking vereist context uit eerder die week (héél lang geleden). Ongehoord, maar dat was het betreffende onderwerp ook, dus een uitzondering is op zijn plaats.
Het gebeurde vrijdag in Café Kockelmann (WNL). Dat politieke praatprogramma is sowieso al een pittige kijk op de vrijdagavond: vanwege de voortdurende zoektocht naar een geschikte zitplek voor sidekick Thomas van Groningen (eerst in een zetel in een eigen hoekje, toen toch maar gewoon aan tafel, en ditmaal was de arme vent in het geheel weggepromoveerd naar een Japans attractiepark), maar ook omdat de show vooral een vrolijk-rechtse babbelhoek is waar leden van de coalitiepartijen even hun ei kwijt mogen. Vrijdag was het de beurt aan PVV-minister Fleur Agema. Gewoonlijk schuift er dan voor de vorm ook een linksere politicus aan, maar nu was zelfs die formaliteit achterwege gelaten en werd Agema vergezeld door éénzetelaar Joost Eerdmans (JA21) en voormalig Tweede Kamerlid Ed Nijpels (VVD).
Zat Agema er vanavond bij als minister, Tweede Kamerlid, fractievoorzitter of gewoon als mens? Kockelmanns vroeg het haar nog net niet met een knipoog, en Agema wist uiteraard meteen waar hij op doelde. Ze giebelde met hem mee. Een paar dagen eerder had haar fractiegenoot en medekabinetslid Chris Jansen in Goedemorgen Nederland (WNL) laten weten „als mens” geen afstand te doen van de uitspraak waarvoor zijn partijleider was veroordeeld wegens groepsbeleding. Voor meerdere talkshows vormde dat aanleiding om de uitspraak in kwestie weer te laten horen. Zo ook voor Café Kockelmann. Het beruchte fragment uit 2014 vulde het scherm: Wilders die een café vol fans vraagt of ze „meer of minder Marokkanen” willen en vrolijk toekijkt hoe de mensen „minder, minder” schreeuwen. „Nou, dan gaan we dat regelen.”
Ik word altijd stil van dat fragment. Van het idee dat deze partij nu aan het roer staat; dat we héél goed weten dat deze politici niet ineens anders zijn gaan denken nu ze sommige dingen niet langer hardop uit mogen spreken. En dat zelfs als dat sentiment wél hardop uitgesproken wordt, er amper consequenties aan zitten. Wat vermanende woorden van de premier, een paar ginnegappende talkshowhosts.
Ontsteltenis
Bij Bar laat (BNNVARA) had politiek duider Elodie Verweij de uitspraak van Jansen woensdagavond geduid als „ja, jeetje, medium handig van ’em”. Naast haar zat programmamaker Nadia Moussaid, haar gezicht vertrokken van groeiende ontsteltenis. Ook zij had moeten toekijken hoe het ‘minder, minder’-fragment weer werd afgespeeld. Het raakte haar diep, had ze geprobeerd uit te leggen. Ze voelde dat dit ook over háár ging.
In Café Kockelmann glimlachte Agema bijna de hele aflevering lang. Wat gebeurd was, was gebeurd. Over en uit. Stond ze dan niet meer achter de uitspraak van Wilders? „U kunt doorvragen wat u wil, maar ik geef nergens antwoord op.” „Dan wordt het een heel korte aflevering”, zei Kockelmann. „Haha!”, zei Agema. „Haha!”, zei Kockelmann. „Haha!”, zei de tafel. Thuis zal Wilders ook wel „haha” hebben gezegd.
De avond erna waren er geen talkshows en keek ik naar De Verraders Halloween zonder de regels te kennen. Er werd een BN’er vastgetapet aan een stoel, en die moesten de anderen dan los komen maken, en daarna werden ze allemaal geblindoekt en werden er drie verraders gekozen. Er werd gehannest met rode vloeistof (of, in Verraders-jargon: er werd „bloed vergoten”) en toen mochten de verraders iemand omleggen met een zeis. Wel intrigerend, maar erg veel indruk maakte het niet meer. Griezelen had ik de hele week al gedaan.
Wat als je personeel de veiligheidsregels niet volgt?
- admin
- September 30, 2024
- 0
Dilemma
Wat moet je doen als werknemers de veiligheidsregels niet volgen? Strenger handhaven of de veiligheidsprotocollen aanpassen?
Achterhaal de oorzaak
„Heel belangrijk: onderzoek eerst waar het misgaat”, zegt Maartje Bakhuys Roozeboom, gedragsdeskundige en onderzoeker op het gebied van veilig en gezond werken bij onderzoeksinstituut TNO. Een probleem kan immers diverse oorzaken hebben: „Medewerkers kunnen de noodzaak niet inzien van de maatregelen, of niet weten dat ze zich eraan moeten houden. Het kan ook zijn dat ze onvoldoende getraind zijn in het volgen van de juiste werkwijze. Een leidinggevende kan denken: ik heb het nu een keer uitgelegd, dan gaan we het nu gewoon doen. Maar vaak is daar meer voor nodig.”
Ook praktische problemen kunnen roet in het eten gooien: „Dat het door tijdsdruk bijvoorbeeld niet lukt om veilig te handelen. Het kan ook zijn dat beschermingsmiddelen niet op de juiste plek voorhanden zijn of het werk bemoeilijken.” Zo noemt Bakhuys Roozeboom een geval waarin werknemers hun gezichtsmasker om de haverklap afzetten omdat het niet comfortabel zat en overleg met collega’s hinderde.
Ook veiligheidsprofessional en incidentonderzoeker David van Valkenburg kent zulke situaties. „Dan heeft een organisatie bijvoorbeeld snijbestendige handschoenen gekocht voor productiemedewerkers, maar bestaat hun werk voornamelijk uit fijnmotorische handelingen.”
Van Valkenburg is auteur van het boek Achteraf is makkelijk praten – Effectiever leren van incidenten en de dagelijkse praktijk. Daarin legt hij uit dat het onmogelijk is elk risico vooraf in te calculeren. „Je kunt nog zo diep nagedacht hebben over protocollen, in de realiteit kan er altijd iets gebeuren wat je niet had voorzien. Daar moet je als werknemer vervolgens mee zien te dealen.”
In de dagelijkse praktijk moeten medewerkers namelijk met veel meer rekening houden dan alleen veiligheid, zegt Van Valkenburg. „Organisaties beweren vaak dat veiligheid hun eerste prioriteit is. Maar op de werkvloer spelen meer belangen, er is immers een klus te klaren. Daarbij spelen regelmatig verschillende, soms strijdige belangen.”
Om die reden snijden medewerkers in sommige gevallen bochten af. Van Valkenburg: „Wanneer een machine in de fabriek vastloopt, kan het bijzonder effectief zijn de beschermkap er even af te halen en het probleem snel te fiksen. Dat werkt sneller dan aan de bel trekken en er iemand bij roepen.
„In de praktijk verloopt zo’n snelle fix vaak ook zonder problemen. Daarmee wordt dan het idee gevoed dat het ook best wel zo kan. Totdat het een keer misgaat. Dan wordt gezegd: jullie hebben de voorschriften overschreden. Maar door dat te zeggen, sla je de situatie plat. Je verbetert die daarmee niet.”
Volgens Bakhuys Roozeboom doen organisaties er goed aan de verantwoordelijkheid voor veiligheid niet primair bij de medewerkers te leggen. Pak het zoveel mogelijk bij de bron aan, adviseert zij, zoals ook de arbowetgeving voorschrijft. Neem werken met gevaarlijke stoffen: „Organisaties moeten in de eerste plaats onderzoeken of ze die stoffen binnen het productieproces kunnen vervangen door andere. Kan dat niet, dan moeten ze op zoek naar technische oplossingen, zoals de installatie van een afzuiginstallatie. Werkt ook dat onvoldoende, dan zijn organisatorische oplossingen een optie. Misschien kun je de werkwijze aanpassen om werknemers zo min mogelijk in contact te laten komen met de gevaarlijke stoffen. Pas in de allerlaatste plaats moet veilig werken aankomen op het gedrag van de medewerker, bijvoorbeeld doordat die persoonlijke beschermingsmiddelen moet dragen. Liefst wil je het zo ver niet laten komen.”
Houd beter toezicht
Volgt een medewerker een veiligheidsregel niet op, dan moet je die als werkgever er zeker op aanspreken, zegt Bakhuys Roozeboom. „Toezicht hoort erbij, maar het liefst vanuit een open dialoog. Binnen die dialoog kun je samen onderzoeken hoe je er voor kunt zorgen dat het werk voortaan veiliger gebeurt.”
Ook Van Valkenburg benadrukt het belang van een dialoog: „Je kunt als stafmedewerker vanuit je kantoor met de beste intenties beschermingsmiddelen uitkiezen en veiligheidsregels opstellen. Maar het heeft geen zin die regels te handhaven als ze niet aansluiten op de praktijk. Organisaties zouden veel minder naar gedrag moeten kijken en veel meer naar de context. En die is vaak complexer dan gedacht.”
Van Valkenburg waarschuwt dat toezicht houden ook averechts kan uitpakken. „Als een monteur weet dat iemand zijn onderhoudswerk altijd nog even naloopt, kan het zijn dat hij onbewust minder nauwkeurig is. Door een kwaliteitsslag in te bouwen, kun je diezelfde kwaliteit dus ook ondermijnen.”
Dus
Strenger handhaven alleen is vrijwel nooit de juiste oplossing als medewerkers veiligheidsprotocollen niet volgen. Luister naar de mensen die het werk in de praktijk doen. Maak gebruik van hun expertise om te beslissen hoe de organisatie veiliger kan werken.