Zes kanshebbers en maar vier plekken: bondscoach wielervrouwen moet pijnlijke keuze maken

Deze woensdag is het D-day voor het Nederlandse vrouwenwielrennen. Bondscoach Loes Gunnewijk zal de selectie bekendmaken voor de wegploeg op de Olympische Spelen van Parijs. Een moeilijke keuze waarover al maandenlang wordt gespeculeerd, want Nederland beschikt over een overschot aan ijzersterke vrouwelijke wielrenners – en het aantal plekken is beperkt.

1
Wat staat er op het spel?

Vier rensters mag Nederland afvaardigen voor de wegwedstrijd van de Olympische Spelen. Dat is minder dan in grote wielerkoersen zoals de Ronde van Vlaanderen of de Tour de France, waar met commerciële ploegen gereden wordt en zes of zeven rensters aan de start verschijnen. Maar het is een beperking die bij veel sporten op de Spelen geldt: zo mogen bij handbal, hockey, voetbal en volleybal (mannen en vrouwen) ook minder spelers worden geselecteerd dan bij andere grote internationale toernooien.

Behalve de wegwedstrijd is er ook een individuele tijdrit op de weg, die acht dagen eerder op het programma staat. Hiervoor heeft Nederland twee startplekken. De rensters die in de tijdrit verschijnen, moeten óók meedoen aan de wegwedstrijd.

2
Wie zijn de belangrijkste kandidaten?

Om één iemand kan bondscoach Gunnewijk hoe dan ook niet heen: Demi Vollering, de sterkste ronderenster ter wereld, die na een stroef voorjaar de laatste weken aan het winnen is geslagen – met als voorlopige hoofdprijs de Vuelta à Espana. Een andere belangrijke gegadigde: Ellen van Dijk, drievoudig wereldkampioen tijdrijden. Na een afwezigheid wegens zwangerschap is ze in goede vorm teruggekeerd in het peloton – speciaal voor de olympische tijdrit. Dan is er Marianne Vos, die na een paar mindere jaren dit seizoen weer de ene na de andere zege pakt. Vos’ ploeggenoot Riejanne Markus ontwikkelt zich de laatste twee jaar als een sterke allrounder en kan bovendien goed tijdrijden. Ook op de kandidatenlijst: sprintster Lorena Wiebes, voor wie Parijs halen al enkele jaren „het grote doel” is. Tenslotte is daar Charlotte Kool, een andere sprintster, die ook mee mocht toen bondscoach Gunnewijk afgelopen november met zes rensters het parcours ging verkennen in Parijs.

3
Waarom is de puzzel zo ingewikkeld?

Bondscoach Gunnewijk heeft aangegeven dat Nederland zowel in de wegwedstrijd als bij de tijdrit voor een gouden medaille gaat. Een ambitie die het Nederlandse vrouwenwielrennen aan z’n stand verplicht is: vier jaar geleden won Annemiek van Vleuten de tijdrit en misten de Nederlandse vrouwen alleen door een blunder het goud in de wegwedstrijd. Acht jaar geleden, in Rio de Janeiro, werd Anna van der Breggen olympisch kampioen op de weg.

Alleen: voor welke tactiek kiest Gunnewijk in Parijs? Het parcours van de wedstrijd over 158 kilometer zit vol vinnige korte klimmetjes, in de finale gaat het tot drie keer toe omhoog op de kasseien bij Montmartre. Zet de bondscoach vol in op Vollering? Of op Vos, die als puncheur zeer goed uit de voeten zou kunnen op dit parcours? Of wil ze een sprinter als Wiebes of Kool achter de hand hebben voor als het peloton bij elkaar blijft? Met Van Dijk én Markus in de ploeg vergroot Gunnewijk de kans op goud in de tijdrit, maar dat zou dan weer betekenen dat óf veelwinnaar Vos thuis moet blijven óf dat er geen sprintster meegaat. Kortom, aan elk scenario kleven voor- en nadelen.

4
Wat zegt bondscoach Gunnewijk zelf?

Die houdt haar kaarten tegen de borst. Wel erkende ze begin april tegen NRC dat de keuze lastig is: „In Nederland is het niveau heel erg hoog, we zouden wel drie teams kunnen opstellen.” Ook liet ze de mogelijkheid open dat ze nog een renster selecteert van buiten de zes die in november mee waren naar Parijs. Uitsluitend kanshebbers selecteren maakt het straks wellicht moeilijker om als team te opereren. Hoe het ook zij, er gaan sowieso twee kansrijke rensters teleurgesteld worden.

5
Is de keuze bij de mannen ook zo moeilijk?

Nee, die is een stuk makkelijker. Alles draait daar om klassiekervreter en regerend wereldkampioen Mathieu van der Poel, die onlangs de olympische wegwedstrijd besloot te verkiezen boven het mountainbiken. De enige vraag is welke renners hem het beste kunnen ondersteunen. Echte kanshebbers voor de tijdrit heeft Nederland bij de mannen niet: Tom Dumoulin (zilver in Tokio) stopte twee jaar geleden met wielrennen.