N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Griekse verkiezingen Veel Grieken gingen de straat op na de treinramp die 57 overwegend jonge levens kostte. Ze waren boos op de politiek. Toch lijkt de zittende regering zondag de verkiezingen te gaan winnen.
De honderden meters hoge, zwarte Meteora-rotsen torenen loodrecht uit boven Kastraki, een dorp in de Midden-Griekse regio Thessalië. Boven op de rotsplateaus bouwden middeleeuwse monniken 24 oosters-orthodoxe kloosters; om vijanden buiten de deur te houden waren sommige daarvan alleen met een touwladder te bereiken. Er zijn er nog zes over.
Normaal draait in Kastraki alles om het toerisme rond dit werelderfgoed: het is het beginpunt van talloze hiking- en mountainbikeroutes, en het wemelt er van de restaurants en slaapgelegenheden. Maar sinds 28 februari van dit jaar is deze opgewekte reisbestemming in diepe rouw gedompeld. De twintigjarige tweelingzussen Thomi en Chrysa Plakias en hun negentienjarige nichtje Anastasia Plakias waren op die dag van Larisa onderweg naar Thessaloniki, waar ze studeerden, toen hun trein, de InterCity 62, frontaal op een tegemoetkomende goederentrein botste. Alle drie de vrouwen uit Kastraki kwamen om het leven, net als 54 van hun medepassagiers.
In de weken na het treinongeluk was Griekenland het toneel van grootscheepse demonstraties en stakingen. De woede richtte zich vooral tegen de politiek. Weliswaar waren de twee treinen door een menselijke fout op hetzelfde spoor beland – de ‘stationsmeester’ in Larisa verzuimde de opdracht te geven om een wissel om te zetten – maar waarom, zo vroeg men zich af, was er geen geautomatiseerd systeem dat dit soort fouten onmogelijk zou maken? Al in 2016 zou Griekenland overgaan op het European Train Control System, waarmee de kans op een dergelijk ongeluk volgens experts een op de miljoen is. Maar de invoering van dat systeem werd zeven keer uitgesteld.
Ook leidde de privatisering van de treinen, terwijl het netwerk in beheer bleef van staatsspoorwegbedrijf OSE, tot een chaotische situatie. Tegen de Financial Times zei voormalig hoofd beveiliging Christos Retsinas van Trainose, het bedrijf dat de treinen in Griekenland in bezit had tot het in 2017 geprivatiseerd werd, dat er „hoe dan ook” een ongeluk te gebeuren stond.
Lees ook: Staking na treinramp legt openbare leven in heel Griekenland stil
Op zondag 21 mei gaat Griekenland naar de stembus. Na het dodelijkste treinongeluk in de Griekse geschiedenis zakte de centrum-rechtse regeringspartij Nea Dimokratia, van premier Kyriakos Mitsotakis, kortstondig in de peilingen. Even leek de voornaamste oppositiepartij, het linkse Syriza, kans te maken om de grootste te worden. Maar inmiddels gaat Mitsotakis weer soeverein aan kop, met 36 procent van de verwachte stemmen. Syriza volgt op 7 procentpunt, de rest van de partijen komt niet boven de 10 procent van de stemmen uit.
Het treinongeluk lijkt de premier niet te deren, zoals hij eerder ook al weinig te duchten had van het schandaal waarbij de telefoon van onder anderen oppositiepoliticus Nikos Androulakis van het sociaal-democratische Pasok van spyware voorzien werd. En de – voornamelijk uit het buitenland afkomstige – kritiek op zijn pushbacks tegen migranten schrikt zijn kiezers evenmin af.
Taveerne
In Kastraki, een plaatsje met iets meer dan duizend inwoners, is de pijn van het verlies twee maanden na het treinongeluk nog overal voelbaar. Zoals zo veel dorpsbewoners werken de ouders van de overleden vrouwen in het toerisme; ze baten er onder meer een taveerne uit. Verderop, bij de Italiaanse bar Qastiro Meteora, wil de serveerster liever niet over het ongeluk praten. „Ik denk niet dat ik dat kan”, zegt ze desgevraagd. „Niemand hier gaat met u praten”, vult een bezoekster op het terras aan.
De regering communiceerde slim na het treinongeluk en nam zo de spanning weg
Achter zijn bureau in het buurplaatsje Kalampaka zit hoofdredacteur George Bakolas van de lokale krant Ta Meteora driftig tegen de deadline aan te tikken. Als de krant naar de drukker is, wil hij wel vertellen over de impact van het treinongeluk op de gemeenschap. De ramp was, zegt hij, een van de meest tragische incidenten in de lokale geschiedenis. „Het was alsof we onze eigen kinderen verloren. Mensen waren ook boos, vanwege het ontbreken van een deugdelijk veiligheidssysteem.”
Enkele dagen na het ongeval werd er in Kalampaka een grote bijeenkomst georganiseerd. Inwoners van de gemeente liepen van het centrale plein naar het station om daar een kaars en een bloem achter te laten. Anders dan bij demonstraties elders in het land werd er „niet geprotesteerd of geschreeuwd”, zegt Bakolas. ,,Het was stil verdriet, een stil protest.” Hij betwijfelt of de aanvankelijke woede die in de gemeenschap bij de verkiezingen tot uiting zal komen. „De pijn en het verdriet overheersen.”
De regering, zegt politiek commentator Nick Malkoutzis, had „een goede communicatiestrategie” over het treinongeluk. „Premier Mitsotakis bood zijn excuses aan, en aanvaardde zijn deel van de verantwoordelijkheid. Dat heeft de spanning weggenomen.” Zonder draaiende camera’s of aanwezige journalisten is de regeringsleider vorige week bij de ouders van de omgekomen vrouwen op bezoek geweest.
Mitsotakis, zegt de commentator, kon terecht op chronische gebreken wijzen, die er ook al waren onder vorige regeringen. „Aan de andere kant: hij had vier jaar om er iets aan te doen. Maar met de hulp van regeringsvriendelijke media wist hij het narratief te verspreiden dat het óók een individuele fout was van de stationsmeester.”
In een moderne kantoortuin in het centrum van Athene vertelt Costas Gousis over een opiniepeiling van Eteron, het progressieve onderzoeksinstituut waar hij werkzaam is als projectmanager. Medio april, zeven weken na de ramp, werd 17- tot 34-jarigen gevraagd welke emotie bij hen overheerste. Bijna de helft van de jongeren zei woedend te zijn, een op de vijf was vooral wanhopig en bij nog eens een op de vijf domineerde de schaamte.
Toch ebde alle verontwaardiging over de treinramp ook weer weg. En dat is ook wel logisch, zegt politiek sociologe Loukia Kotronaki van de Panteion-universiteit in Athene, die de uitkomsten van de peiling van duiding voorzag. „Woede zonder hoop resulteert zelden in gecoördineerde vormen van collectieve actie. En ook schaamte verlamt eerder dan dat het tot actie leidt.” Voor verandering is een zekere mate van optimisme nodig, aldus Kotronaki, en van alle respondenten zei slechts 3,1 procent dat ze goede hoop hadden dat de situatie zal veranderen.
Bonuszetels
De meeste experts gaan ervan uit dat Mitsotakis weliswaar de verkiezingen zal winnen, maar niet direct een coalitie zal kunnen vormen. Syriza staat ideologisch te ver van hem af, Pasok zal na het afluisterschandaal niet tot samenwerking geneigd zijn en radicaal-rechts is te klein. Bij een eventuele tweede ronde, te houden in juli, krijgt de grootste partij een flink aantal bonuszetels. Met deze extra zetels kan Mitsotakis naar verwachting doorregeren.
Commentator Malkoutzis ziet nog wel een andere reden voor de aanhoudende populariteit van de premier: de meeste media verdedigen voornamelijk de status quo. En die wordt belichaamd door Mitsotakis, wiens vader ook al premier was. „De vorige regering, onder leiding van Syriza, werd als een bedreiging beschouwd”, aldus Malkoutzis.
In 2015 onderhandelden toenmalig Syriza-premier Alexis Tsipras en zijn minister Yannis Varoufakis (Financiën) op geruchtmakende wijze met de Trojka van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds. Het scheelde weinig of Griekenland had de eurozone moeten verlaten. Uiteindelijk ging Tsipras akkoord met verregaande eisen tot hervorming.
Lees ook: Groot afluisterschandaal brengt Griekse premier aan het wankelen
Zelf was Malkoutzis vooral verbaasd dat het afluisterschandaal deze verkiezingscampagne geen rol van betekenis speelt. „Dat schandaal was groter in de internationale media dan in Griekenland. Het publiek snapte niet waar het om draaide. Raakte het hen? Nee, het raakte de elites. Dan waren er de mensen die het niet geloofden, het zou wel een samenzweringstheorie zijn. En tot slot had je de mensen die het misschien niet leuk vonden, maar die betoogden dat alle politici dit gedrag vertonen. Er wordt immers ook veel legaal afgeluisterd.”
Vast staat ook dat Syriza er amper in slaagt om electoraal van alle schandalen te profiteren. Voor sommige linkse Grieken, zegt politicologe Lamprini Rori van de Universiteit van Athene, is het nooit meer een optie om op die partij te stemmen „door de herinnering aan haar eerste negen maanden als regeringspartij, in 2015”. Dat Tsipras destijds met de eisen van de Trojka instemde, werd volgens Rori door veel mensen als ‘capitulatie’ gezien.
Bij een eettentje in het centrum van Thessaloniki zegt de 36-jarige Eleni Tsatsaridou, hr-medewerker bij farmaceut Pfizer, dat de impact van de treinramp in deze tweede stad van Griekenland „ongelooflijk groot” geweest is. „De slachtoffers waren jonge mensen, van wie er velen hier op de Aristoteles-universiteit studeerden. Natuurlijk waren we boos, woedend waren we. Maar tegelijkertijd is het zó pijnlijk dat we het liever wegdrukken om die pijn te verdoven.”
Tsatsaridou noemt het „treurig” dat Mitsotakis weer onbedreigd aan kop gaat in de peilingen. Tegelijk is Syriza voor haar geen optie, wegens de „capitulatie” van Tsipras. Wat dan wel? „Tja, zeg het maar. De andere partijen zijn te klein om een rol van betekenis te spelen. Ik merk dat veel mensen, voornamelijk jongeren, een gevoel van hopeloosheid ervaren: er is niets wat ze kunnen doen om de situatie te veranderen, dus leggen ze zich erbij neer.”
En dat merkt ze ook bij zichzelf, verzucht Tsatsaridou. „Hoe boos ik ook was, ik merk dat er dagen zijn waarop ik even helemaal niet aan de treinramp denk.”