N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oorlog in Oekraïne
De geschiedenis herhaalt zich: het is onder historici de taboeconclusie bij uitstek. Gebeurtenissen zijn nooit twee keer hetzelfde, er zijn hooguit op elkaar lijkende patronen in te ontwaren, maar ook dan zal altijd blijken dat ze op bepaalde punten van elkaar verschillen. Toch blijft het frappant hoe vaak in de oorlogsbeelden van de afgelopen twaalf maanden echo’s doorklonken van een duister Europees verleden waarvan lang werd gedacht dat het veilig en wel was opgeborgen. De executies in Boetsja, geknevelde mensen, schot in het achterhoofd: het leek Katyn wel, de massa-executie van duizenden Polen in 1940, toen Stalin nog heulde met Hitler. De loopgraven van Bachmoet: alsof de vleesmolen van Verdun weer draait. De tactiek van frontale aanvallen, in human waves, met extreem veel slachtoffers tot gevolg: alsof sinds Stalingrad de tijd heeft stilgestaan.
Vanuit een westers perspectief is het verleidelijk te denken dat de onvrede in Rusland zal toenemen naarmate de begraafplaatsen er voller raken. Maar het valt te vrezen dat in het omgekeerde meer waarheid schuilt: hoe harder de doden zich opstapelen, hoe sterker de neiging om dóór te gaan. De mannen mogen niet voor niets gestorven zijn – het is de perfide logica waaronder de Russen al eeuwen lijden en die door niemand beter wordt begrepen dan door Vladimir Poetin, de Russische president. Dezelfde logica waarmee de Tweede Wereldoorlog in het Russische collectieve geheugen kon uitgroeien tot een louter heroïsche strijd tegen het fascisme, terwijl ook toen soldaten massaal sneuvelden door militair-strategische lompheid. Een mensenleven was in het toenmalige Rusland ook al niets waard.
Volgens Britse inlichtingenbronnen zijn er inmiddels aan Russische zijde mogelijk meer dan 200.000 slachtoffers, van wie 60.000 dodelijke. Tijdens een langverwachte toespraak dinsdag zei de Russische president daar amper iets over. Hij toonde zich heer en meester van de parallelle werkelijkheid, waarin zwart wit is en wit zwart. Waarin Rusland niet de agressor is, maar zich verzet tegen het imperialisme en de decadentie van westerse landen. „Zíj zijn de oorlog begonnen en we hebben geweld gebruikt om het te stoppen.” De snelheid waarmee het leven in Rusland de afgelopen twaalf maanden definitief een orwelliaanse nachtmerrie werd, inclusief de daarbij horende fascistoïde symbolen, is huiveringwekkend. Voor wie er nog aan twijfelde: uiteindelijk is nationalisme gif, al helemaal wanneer het geserveerd wordt met een dikke imperialistische saus. Om te genezen zal Rusland alsnog door een lang proces van maatschappelijke en historische zelfreflectie moeten. Op dit moment volstrekt onvoorstelbaar.
Rusland is na een jaar oorlog niet verslagen, maar heeft wel veel verloren. Achteraf gezien is het bizar hoeveel zwarte bladzijdes er jarenlang door de vingers zijn gezien. De bewondering voor Russische cultuur en literatuur, de Russische bijdrage aan het verslaan van de nazi’s, de Russische macht op het gebied van gas, olie en metalen – steeds was het net genoeg om te ‘vergeten’ dat Rusland dissidenten opsluit of vergiftigt, landen kapot bombardeert of de keel dichtknijpt. Oost-Europese landen, die de littekens van het Sovjetjuk nog voelen branden, wisten al die tijd beter. De brute aanval op Oekraïne is ditmaal ook voor West-Europa een zwarte bladzijde te veel. Dat de Amerikaanse president Joe Biden voor een grote toespraak deze week Warschau koos als decor, een door nazisme en stalinisme compleet vernietigde stad in een land dat nu een hoofdrol speelt in de hulp aan Oekraïne, zegt veel over de ook binnen de EU veranderde verhoudingen.
Misschien is dat wel het enige goede nieuws dit jaar: dat Poetin zijn ‘verlaat de gevangenis zonder betalen’-kaart definitief kwijt lijkt. Uitzonderingen daargelaten, trad de EU afgelopen jaar op als een blok, in nauwe samenspraak met het VK en de VS. Over wapenleveranties wordt soms lang en hard nagedacht, misschien wel te hard, maar uiteindelijk komen Europese landen over de brug. Af en toe openbaren zich scheuren: het ene land wil de deur voor Poetin keihard dichtslaan, het andere wil dat minder resoluut , maar vrijwel geen enkel land gelooft dat de deur voor de Russische president weer wagenwijd open kan worden gezet. De ongekende Oekraïense heldenmoed werd beloond met perspectief: op lidmaatschap van de EU, op hulp bij de wederopbouw en wellicht op de nog veel langere termijn: op het NAVO-lidmaatschap. Overal in Europa staat defensie weer hoog op de politieke agenda, zoals het hoort in een volatiele wereld waarin multilateraal overleg zeker hard nodig is, maar absoluut geen gegeven is. De EU schudt haar geopolitieke naïviteit af. Om een herhaling van de geschiedenis te voorkomen, is dat ook heel hard nodig.