N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Aardbeving Het epicentrum van de aardbeving met een kracht van 7,8 lag op ongeveer 33 kilometer ten noordwesten van de stad Gaziantep, nabij de grens met Syrië.
Reddingswerkers zoeken in de Turkse stad Diyarbakir zondagnacht naar slachtoffers van een zware aardbeving die het zuiden van het land zondagnacht trof, op een videobeeld van AFP TV.
Foto Mahmut Bozarslan / AFPTV / AFP
Bij een zware aardbeving met een kracht van 7,8 in het zuidoosten van Turkije zijn in de nacht van zondag op maandag volgens eerste berichten zeker 31 mensen omgekomen. Gevreesd wordt dat het dodental zal oplopen. Een groot aantal gebouwen in het grensgebied van Turkije en Syrië is als gevolg van de beving ingestort, melden internationale persbureaus.
Het epicentrum van de aardbeving lag volgens de U.S. Geological Survey op ongeveer 33 kilometer ten noordwesten van de stad Gaziantep, een provinciale hoofdstad nabij de Syrische grens. Het Turkse agentschap voor management van Rampen en Noodgevallen AFAD wees de plaats Pazarcik aan als het epicentrum. De beving deed zich voor op een diepte van tien kilometer. Ongeveer tien minuten later volgde een sterke naschok met een kracht van 6,7; in totaal waren er zeker zes naschokken.
In Turkije zouden zeker achttien doden zijn gevallen, in Syrië minstens dertien. „We vrezen dat het aantal doden in de honderden loopt”, zei een arts in de noordwestelijke plaats Atmed tegen persbureau AP. In de Turkse provincie Malatya zijn zeker 130 gebouwen ingestort, meldt gouverneur Hulusi Sahin. Honderden mensen zijn naar ziekenhuizen gebracht.
Volgens de Turkse president Recep Tayyip Erdogan zijn zoek- en reddingsteams onmiddellijk naar de getroffen gebieden gestuurd, meldde hij op Twitter. „We hopen dat we samen zo snel mogelijk door deze ramp komen met zo min mogelijk schade”, schreef hij.
Verwoeste gebouwen
Ook in de provincieDiyarbakir zijn gebouwen ingestort, meldt de televisiezender HaberTurk. Op sociale media delen inwoners van verschillende steden in het zuidoosten van Turkije beelden van verwoeste gebouwen.
Volgens Syrische staatsmedia zijn ook gebouwen ingestort in de noord-Syrische stad Aleppo en in de stad Hama, verder naar het zuiden. In de Syrische hoofdstad Damascus bracht de beving gebouwen aan het schudden en gingen mensen de straat op. Ook in Libanon, Israël, Egypte en Cyprus werd de beving gevoeld, blijkt uit berichten op sociale media.
Turkije wordt regelmatig getroffen door aardbevingen. Het land ligt op de grens van meerdere tektonische platen. Bij een zware aardbeving in het noordwesten van het land kwamen in 1999 ruim 17.000 mensen om het leven. Bij twee aardbevingen in 2020 kwamen meer dan 150 mensen om.
Het is reces in politiek Den Haag, maar Haagse Zaken is er gewoon. In deze Q&A aflevering legt producent Iris Verhulsdonk luisteraarsvragen voor aan de redactie. Je hoort onder andere over het gebruik van telefoons in de Tweede Kamer, politieke jongerenorganisaties en de rol van de journalistiek in deze turbulente politieke tijden.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Masoud Farhat is geboren in 1967, het jaar dat Israël de eerste nederzettingen bouwde op de Westelijke Jordaanoever. Met zijn familie bezit hij een groot stuk land in Beita waar olijfbomen groeiden en waar gerst en tarwe werd verbouwd. Maar het land is volledig ingenomen door kolonisten die worden beschermd door het Israëlische leger. Ondanks de militaire dreiging blijft hij proberen zijn land op te komen.
Presentatie:
Ruben Pest & Derk Walters
Redactie:
Felicia Alberding & Esmee Dirks
Fixer:
Nidal Rafa
Muziek, montage en mixage:
Bas van Win & Jeroen Jaspers
Vertaling:
Rosalyn Saab
Eindredactie:
Anna Korterink
Productie:
Rhea Stroink
Promotie:
Ruben Baudoin
Met dank aan:
Sarah Farhat, Sabri Saad El Hamus, Mirjam van Zuidam, Danielle Pinedo & Floris van Straaten
Een Europese Unie waarin anti-Europeanen de toon zetten en klimaatsceptici de sleutels van het klimaatbeleid in handen krijgen: het is lastig voorstelbaar. Toch was dat het beeld dat afgelopen week ontstond in het Europees Parlement, tijdens een plenaire sessie in Straatsburg vol drama en onverwachte wendingen. In twee belangrijke Europese dossiers – klimaat en transparantie – wisten eurosceptische politici de show te stelen, en hadden middenpartijen het nakijken.
De komende jaren moet volop worden onderhandeld over welke klimaatdoelen de EU zichzelf oplegt voor 2040. De vraag die deze week in het Europees Parlement op tafel lag: welke fractie mag voor dit lastige, maar ook prestigieuze dossier de rapporteur leveren? Politieke families kunnen tijdens een soort ‘veiling’ bieden op deze invloedrijke positie. Dinsdag werd de winnaar bekend: Patriotten van Europa, de club van onder meer Geert Wilders, Viktor Orbán, Matteo Salvini en Marine Le Pen. Een fractie die de Green Deal liever vandaag dan morgen ziet stranden en recente voorstellen van de Europese Commissie voor vermindering van de uitstoot vierkant afwijst. Middenpartijen verweten elkaar niet goed te hebben opgelet.
Donderdag gingen eurosceptici er met nog een belangrijk thema vandoor: transparantie. In het verleden waren het juist radicaal-rechtse partijen die vaak in de problemen kwamen door een gebrek hieraan, bijvoorbeeld met betrekking tot partijfinanciering of het gebruik van EU-subsidies. Nu lukte het ze om de schijnwerper te zetten op Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie.
‘VDL’ lag al eerder onder vuur wegens haar onduidelijke rol bij de totstandkoming van vaccinatiedeals met Pfizer, ten tijde van de coronaepidemie. Het is iets waar ze zich nooit voor heeft willen verantwoorden, maar deze week móest ze wel, onder druk van de rechtsconservatieve ECR-fractie (Conservatieven en Hervormers), waartoe onder meer de SGP behoort, maar ook de PiS-partij, bekend van de aanval op de Poolse rechtsstaat.
Wat ‘Pfizer-gate’ is gaan heten, draait om het sms-contact dat VDL had met de Pfizer-top. VDL wilde geen inzage geven in de berichtjes, het Europees Hof oordeelde in mei dat ze dit wel had moeten doen, maar de Commissievoorzitter doet nog steeds geheimzinnig. Op aangeven van de Roemeense Europarlementariër Gheorghe Piperea werd voorgesteld om het vertrouwen in haar op te zeggen. De motie haalde het bij lange na niet, geheel volgens verwachting, maar de indieners ervan bereikten wel dat het wekenlang over weinig anders ging dan de minder mooie kanten van VDL, en in feite van de Europese democratie zelf. Missie geslaagd.
Na de Europese verkiezingen van juni vorig jaar schoof het Europees Parlement op naar rechts. Populisten zijn zich sindsdien beter en efficiënter in fracties gaan organiseren, weten middenpartijen slim tegen elkaar uit te spelen en slagen er steeds vaker in om hun stempel op de politieke agenda te drukken. Von der Leyen zelf heeft hier aan bijgedragen. Haar eerste termijn als Commissievoorzitter (2019-2024) draaide om de samenwerking tussen de twee traditionele molochen in het Europarlement: haar eigen politieke familie, de Europese Volkspartij (EVP), en die van de sociaaldemocraten (S&D), aangevuld met steun van de Liberalen (Renew). Sinds de verkiezingen van 2024 kan ze zowel over links als over rechts. Dat wil zeggen: radicaal-rechts. En dat doet de EVP, met stille goedkeuring van Von der Leyen, dan ook geregeld, met name om versoepelingen van het klimaatbeleid door te drukken.
Dit heeft, niet geheel onbegrijpelijk, veel kwaad bloed gezet bij linksere, pro-Europese partijen die VDL vorig jaar nog aan een meerderheid hielpen. „In tijden van wereldwijde volatiliteit en onvoorspelbaarheid heeft de EU kracht, visie en het vermogen om te handelen nodig”, schreef VDL donderdag na de stemming. Daar is geen woord van gelogen, maar het zou goed zijn als de EU-baas en haar partij zelf het goede voorbeeld geven. Samenwerken met partijen die klimaatwetenschap of de rechtsstaat ook maar een mening vinden of die stilletjes Poetin bewonderen, levert op korte termijn misschien politiek voordeel op, maar is op lange termijn een doodlopende weg.
De gebeurtenissen van afgelopen week geven constructieve partijen volop stof tot nadenken. Zij – en niet eurosceptici – zouden voorop moeten lopen als het gaat om thema’s als transparantie of klimaat. Dat sociaaldemocraten niet willen meestemmen met twijfelachtige, radicaalrechtse initiatieven is begrijpelijk. Als de motie het donderdag had gehaald, zou dit, zoals de regels voorschrijven, het aftreden van de voltallige Commissie in gang hebben gezet. Tegelijk moet er genoeg ruimte blijven voor het geven van kritiek op deze Commissie. Discussies kunnen niet steeds bij voorbaat worden gesmoord met het argument dat de wereld in brand staat. Op termijn zal ook dat het geloof in de Europese democratie aantasten.