Bij Israëlische aanvallen op het oosten van Libanon zijn zeker negentien doden gevallen, dat melden de Libanese autoriteiten. De bombardementen waren gericht op twee dorpen in de Bekavallei rondom de historische stad Baalbek.
Het Israëlische leger zegt verschillende Hezbollah-doelwitten te hebben getroffen. Het is onduidelijk of er ook Hezbollah-strijders onder de doden zijn. Volgens het Libanese ministerie van Volksgezondheid zijn er acht vrouwen omgekomen.
Ooggetuigen zeggen dat meerdere dorpen in de omgeving zijn aangevallen. Eerder had het Israëlische leger de bevolking in en om het Oost-Libanese Baalbek opgeroepen te vertrekken. Volgens Libanon zijn inmiddels 2822 mensen gedood door „Israëlische agressie” in ruim een jaar tijd.
De NRC-podcasts NRC Vandaag en Het Uur hebben een Dutch Podcast Award gewonnen. Dat werd woensdagavond bekendgemaakt in Hilversum tijdens de uitreiking van de jaarlijkse podcastprijzen. NRC Vandaag won in de categorie ‘Dagelijks’ en Het Uur in de categorie ‘Het Beste Interview’.
Over NRC Vandaag oordeelt de jury dat de podcast „al meer dan vijf jaar lang dagelijkse duiding en diepgang biedt bij het binnenlandse – en buitenlandse nieuws” en dat de makers „als geen ander snappen welke vragen er leven rondom de actualiteit”.
Het door Pieter van der Wielen gepresenteerde Het Uur wordt geroemd om „de zeer plezierige en open gesprekken”. De jury is vooral te spreken over de aflevering met slaaphoogleraar Eus van Someren, die was „verrassend en prachtig opgebouwd en laat de jury nooit meer hetzelfde kijken naar slaap”.
De overall winnaar van de door BNR Nieuwsradio georganiseerde Dutch Podcast Awards is Waar is Sarah? van de VPRO. Die zesdelige serie vertelt het verhaal van een drenkeling op de Middellandse Zee, de pasgeboren baby Sarah. „De serie draagt bij aan de vermenselijking van bootvluchtelingen en doet dat op een liefdevolle en zelfs tranentrekkende manier”, oordeelt de jury. Waar is Sarah? was ook de winnaar van de categorie ‘Verhalend’.
Wakker worden in een nieuwe wereld. Vol ongeloof moeten aanzien dat er zich een verandering heeft voltrokken die je echt niet had zien aankomen. De recente roman met dat uitgangspunt, Gebied 19 van Esther Gerritsen, ontving woensdagavond de Boekenbon Literatuurprijs 2024, een van de grote jaarlijkse boekenprijzen van Nederland. En al is daarin de halve wereldbevolking naar een andere, betere planeet verhuisd, de jury noemde het winnende sciencefictionboek behalve „bevreemdend, mysterieus en ongelofelijk” ook „pertinent actueel”.
Daarmee was het nu eens raak, voor het eerst in de carrière van Esther Gerritsen. Na zes niet-verzilverde nominaties hoefde zij woensdagavond niet opnieuw naar huis zonder de prijs te hebben gewonnen. De Boekenbonprijs van 50.000 euro, waarvoor ook Guido van Heulendonk (met De kroon met twee pieken), Bregje Hofstede (met Oersoep), Frank Nellen (met De onzichtbaren) en Frank Westerman (met Zeven dieren bijten terug) op de shortlist stonden, werd uitgereikt in het Haagse cultuurhuis Amare.
Dat Gerritsen ditmaal zou winnen was nog geen uitgemaakte zaak – na eerdere nominaties voor Superduif (2010), Dorst (2012), Roxy (2014), De trooster (2018), De terugkeer (2020) én dit voorjaar voor Gebied 19 voor die andere grote onderscheiding, de Libris Literatuur Prijs. Haar „staaltje sciencefiction in de polder”, zoals de Boekenbonjury het omschrijft, kon rekenen op gemengde recensies. Gerritsen werden onuitgewerkte ideeën en ongeloofwaardigheid verweten; maar deze krant noemde de roman „tóch briljant” na tweede lezing, die „een openbaring en een opwaardering” opleverde. „Gerritsen snijdt, diepzinniger en tegendraadser dan je in één oogopslag ziet, prangende kwesties van onze tijd aan.”
Achterblijvers op aarde
Bij die eerste oogopslag leek het vooral een sterk verhaal, waarin Gerritsen de lezer wil laten geloven: er blijkt, buiten het besef van hoofdpersoon Tomas om, een extra planeet te zijn op honderd lichtjaar afstand, waar de wereldbevolking in één nacht naartoe is getransporteerd en doodgemoedereerd verder leeft. De lezer is aanvankelijk al even ongelovig als de 51-jarige Tomas, wiens vrouw en zoon vertrokken zijn, maar hem achterlieten. Net als flink wat andere achterblijvers: mensen die kennelijk niet genoeg van nut waren om mee te mogen naar de andere wereld of daar gewoon niks van moesten weten.
Om dat ongeloof gaat het Gerritsen: wie gelooft is misschien gelukkiger, maar dat vergt ook het opgeven van scepsis. In de roman is ‘gebied 19’ een hersengebied waarin beelden binnenkomen en beoordeeld worden, waarna die elders in de hersenen worden geïnterpreteerd. Met dat hersengebied is door de overheid in de roman naar verluidt geëxperimenteerd – en Tomas ontdekt de implicaties daarvan. Zouden beelden nooit vérder komen dan gebied 19, dan zouden ze nooit betekenis krijgen. Je zou leven, concludeert Tomas, in „een eeuwig nu zonder samenhang, zonder associaties, zonder herinnering”. Wat wellicht het succes van de nieuwe planeet verklaart én het project ook dystopische trekjes geeft: iedereen is er gelukkig – maar wel in zalige onwetendheid.
„Wat mij interesseert is hoe de werkelijkheid maar net is wat je er zelf van maakt”, zei Gerritsen in 2020 in een interview in de Volkskrant. Dat onderwerp was regelmatig een thema in haar oeuvre: van Roxy, over de gelijknamige hoofdpersoon die al haar zekerheden ziet verkruimelen als haar echtgenoot verongelukt, tot Superduif, over een depressief meisje dat denkt de mensheid te kunnen redden. Die werkelijkheid is ook wendbaar in Gebied 19, waarin invloeden voelbaar zijn van de coronapandemie en Trumps eerste presidentschap. Tegelijk laat de roman zich lezen als een filosofische parabel over geloof en waarheid, over depressie en virtual reality. Dat combineert Gerritsen met haar grote talent voor het neerzetten van geloofwaardige, levensechte mensen, in strakke dialogen en een soepel verhaal. Verraderlijk soepel misschien: zo vlot als Gerritsens boeken lezen, zo gemakkelijk is het ook om over de diepzinnige betekenis heen te kijken.
De presidentsverkiezingen van dinsdag liepen op meer uit dan een gender reveal party. De Verenigde Staten kregen niet alleen te horen dat ze de volgende vier jaar alweer een boy – en niet voor het eerst een girl – als president krijgen. De uitslag toonde ook demografische ontwikkelingen binnen het Amerikaanse electoraat, sommige nieuw, andere al langer bekend. Vijf conclusies op basis van de exit-poll die onderzoeksbureau Emerson dinsdag hield onder ruim 22.000 kiezers.
1 De voorspelde genderkloof viel uiteindelijk best mee
Het was vooraf door veel enquêteurs voorspeld: dit zouden, in politiek jargon, zeer ‘gendered’ verkiezingen worden. Vrouwen zouden in ruime mate voor de Democratische kandidaat Kamala Harris kiezen, om haar als eerste vrouw (van kleur bovendien) het Witte Huis te laten veroveren. Maar misschien nog wel sterker om hun reproductieve rechten – toegang tot abortuszorg, anticonceptie, de morning-afterpil – te beschermen tegen Republikeinse pogingen hier verder aan te tornen.
Mannen zouden juist extra gemotiveerd zijn Trump te herkiezen. Omdat zij hem de economie en immigratiebeleid beter toevertrouwen. Maar ook omdat sommigen uit seksisme geen vrouw als president zouden dulden en een al decennia als succesvol zakengenie poserende alfaman zouden verkiezen.
Die genderkloof viel uiteindelijk best mee. Hij werd in ieder geval niet ruimer, laten de eerste onderzoeken onder kiezers zijn. Harris kreeg met 54 procent inderdaad het grootste deel van de vrouwen achter zich. Terwijl Trump met hetzelfde percentage de mannen voor zich won.
Maar de marge waarmee Harris de vrouwenstem won, verschilde niet sterk van de score van Joe Biden vier jaar geleden. Hij kreeg toen – middenin de coronapandemie, toen vooral vrouwen zich zorgen maakten over hoe Trumps het virus bagatelliseerde – 57 procent van de vrouwelijke kiezers achter zich. Dat is zelfs een krimp van 3 procentpunt, die echter niet significant is omdat hij binnen de statistische foutmarge valt.
2 De Afro-Amerikaanse stem verschoof niet heel sterk
Onder de mannen die dit jaar voor Trump warmlopen, zou een groeiend aantal jongeren en mannen van kleur zijn, werd vooraf voorspeld. De ex-president zette vol op de zogenoemde bro-vote in: hij poogde actief de zwarte en latino-mannen te verleiden, vooral die uit de lagere inkomensklassen. Door gratis knipbeurten in Puerto Ricaanse scheer-en-kapsalons in Pennsylvania of door te waarschuwen dat immigranten die recent de VS binnenkwamen vooral „zwarte banen” zouden afpakken.
Nadat een reeks peilingen liet zien dat dit effect zou sorteren, kwam Barack Obama met een vermaning. Amerika’s eerste zwarte president zei dat het ‘onacceptabel’ was dat brothers naar Trump neigden. Uit de exit-polls blijkt dat zijn steun onder zwarte Amerikanen gelijk bleef en onder mannen maar heel licht steeg. Die groei was er echter wel, terwijl Trump onder witte mannen juist enige steun verloor.
Harris kreeg nog altijd de overweldigende meerderheid (86 procent) van de zwarte kiezers achter zich, ongeveer evenveel als Biden. Die genoot onder zwarte kiezers in 2020 grote populariteit, onder meer omdat hij in 2008 als witte senior bereid was vicepresident te worden onder de twintig jaar jongere Obama.
3 De nieuwe Trump-kiezer was (opnieuw) een latino
Onder de latino’s voltrok zich een veel grotere verschuiving richting Trump: plus 13 procentpunt. Harris kreeg nog altijd de meerderheid (53 procent) van deze kiezers met een Latijns-Amerikaanse migratieachtergrond achter zich. Maar onder latino-mannen wist Trump zijn steun met 18 procentpunt te verbeteren. Onder latina’s was zijn winst bescheidener (6 procentpunten).
Voor de Republikeinen is dit een veelbelovende ontwikkeling. De Democraten geloofden lang dat de latino’s, of hispanics zoals ze in de VS vaak genoemd worden, voor hen een uiterst loyaal kiezersblok vormden. Het is dankzij immigratie en hoge geboortecijfers bovendien veruit de snelst groeiende etnische minderheid, die de Afro-Amerikanen landelijk al jaren voorbijgestreefd is.
Lees ook
deze podcast over de latino-vote
Omdat vooral eerstegeneratie-latino’s zeer sterk naar de Democraten neigden, werd de groep gezien als een slapende reus. Die hoefden de Democraten alleen nog even wakker te porren en dan zou die groep electoraal zwaarwegende staten als Arizona en Texas binnenslepen. Daar zijn latino’s de grootste minderheid. Trump, die bij elke presidentsrace weer meer latino-kiezers wint, lijkt de Democraten definitief uit de demografische wensdroom te hebben gewekt.
4 Generatie Z omarmt in toenemende mate de Republikeinen
De trend richting Trump was dit jaar het sterkst onder de jongere kiezers (18-29 jaar). Kozen deze Gen-Z’ers in 2020 met 61 procent relatief overtuigend voor Biden, dit jaar daalde dat tot 55 procent voor Harris. Onder millennials (30-44) verbeterde Trump zijn resultaat vergeleken met vier jaar geleden lichtjes, terwijl dat onder Gen-X (45-60) gelijk bleef. De enige leeftijdsgroep waar Harris aan steun won ten opzichte van Biden in 2020 waren de zestigplussers.
5 Hoger-onderwijsdiploma weer een duidelijke scheidslijn
Trump dankte zijn politieke doorbraak in 2016 grotendeels aan de onverwacht massale electorale steun van Amerikanen zonder hoger-onderwijsdiploma. Hun stem was lang relatief trouw naar de Democraten gegaan, maar ze wilden niet op Hillary Clinton stemmen. Biden wist een deel van deze (ex-)arbeiders in 2020 terug te winnen, maar dit jaar wist Trump hun steun weer te vergroten tot 54 procent (4 procentpunt meer dan in 2020). Harris won 57 procent van de kiezers die na de middelbare school wel een opleiding volgden, 2 procentpunt meer dan Biden.