Zegetocht van een vreemdelingenlegioen: hoe Arne Slot Feyenoord naar de titel leidde

De Mexicaanse spits Santiago Giménez viert de 2-0 tegen Go Ahead Eagles, zondag in de kampioenswedstrijd in de Kuip.

Foto Maurice van Steen / ANP

Landstitel Feyenoord Niemand geloofde aan het begin van dit seizoen in de kansen van Feyenoord. Maar coach Arne Slot en zijn scouts hadden voor alle spelers een plan. Reconstructie van een onwaarschijnlijk kampioenschap.

Het zou goedkomen. Op de pleinen van de stad, in de metro en de cafés heerste dit weekend een feeststemming, niemand hield er serieus rekening mee dat het nog mis kon gaan. De goals zouden vallen, vroeg of laat, zoals zo vaak dit seizoen. Ook zondagmiddag in de kampioenswedstrijd in de Kuip, waar zes jaar geleden voor het laatst de landstitel werd gevierd.

Op de tribune geeft een oudere man zijn vrouw een zoen na de 1-0. Feyenoord wint met 3-0 van Go Ahead Eagles en is voor de zestiende keer in de historie kampioen van Nederland. Een enorm volksfeest barst los in Rotterdam, waar maandagmiddag de huldiging plaatsvindt. „Wij gaan winnen, alleen met hoeveel is de vraag”, zingen de supporters.

Het zelfvertrouwen dat voelbaar is in de stad, staat in enorm contrast met het begin van het seizoen. Vrijwel niemand verwachtte dat dit Feyenoord, uitgekleed na het Europese succes vorig seizoen, de landstitel zou veroveren. Hoe is het de club gelukt? Welke rol speelde de scoutingafdeling? Hoe maakte Slot van een selectie vol onbekende nieuwelingen een vrijwel onverslaanbare ploeg? Reconstructie van een onwaarschijnlijk kampioenschap.

Hoofdstuk 1

‘Vreemdelingenlegioen’

Sportcomplex Varkenoord, Rotterdam, 2 juli 2022

Nog tijdens het laatste fluitsignaal buigt het elftal van Feyenoord collectief voorover. Handen op de knieën, blik op het gras. Roerloos in de zomerzon, onder een aarzelend applausje van de 2.500 supporters op de tribune. Ondertussen haast coach Arne Slot zich uit de dug-out. In het voorbijgaan geeft hij de trainer van de tegenstander een hand, gevolgd door een verontschuldigend knikje. Sorry, meer hebben we op dit moment niet te bieden. Hij kon maar net een elftal opstellen, noodgedwongen met veel jeugdspelers. 0-7, thuis tegen FC Kopenhagen. „We hoopten ons te kunnen meten met een ploeg die de Europese top heeft aangetikt en dat is niet gebeurd”, sneert coach Jess Thorup na afloop.

Naar buiten toe houdt coach Arne Slot zich op de vlakte na de wedstrijd. Hij wijst erop dat een paar belangrijke spelers – aanvoerder Orkun Kökcü, Lutsharel Geertruida, Gernot Trauner – nog niet inzetbaar zijn. De oorwassing is „geen afspiegeling van wat Feyenoord is”, vertelt hij weekblad Voetbal International.

Maar intern dondert het.

Jens Toornstra, een speler met veel gezag in de kleedkamer, slaat met zijn vuist op tafel. Met wat voor team gaan wij straks de competitie in, wil hij weten van de clubleiding. Toornstra vertrekt niet veel later naar FC Utrecht. Ook Slot laat duidelijk blijken dat hij zich zorgen maakt, vertellen bronnen in en rond de club. Zijn team is veel te afhankelijk van jeugdspelers, en die zijn bij lange na niet goed genoeg, vindt hij.

Nog geen anderhalve maand nadat Feyenoord de finale van de Conference League heeft bereikt, is de euforie over het mooie Europese avontuur vervlogen. De selectie is uitgekleed. Als gevolg van huurconstructies lopen Guus Til, Cyriel Dessers en Reiss Nelson – basisspelers in de finale tegen AS Roma – voor niets de deur uit. Dankzij het Europese succes zijn buitenlandse clubs bereid flink te betalen voor spelers van Feyenoord, zoals Tyrell Malacia, Marcos Senesi, Fredrik Aursnes en Luis Sinisterra.

Slot wil het team graag bij elkaar houden, maar de club kan het geld niet missen. Feyenoord zit zelfs zó krap bij kas dat het maar zo’n 40 procent van de transferinkomsten kan herinvesteren in nieuwe aankopen.

Het fundament van de club is opgetrokken uit noodverbanden. Financiën zijn wankel, zeggenschapsstructuren onduidelijk, sentimenten snel verhit

Dat Feyenoord na een onverwacht goed seizoen, het eerste onder Slot, zo ver en zo snel wordt teruggeworpen, zegt veel over de broze basis waarop sportief succes in Rotterdam-Zuid moet groeien. Sinds de komst van technisch directeur Frank Arnesen in januari 2020 is de club een progressieve weg ingeslagen. Dat blijkt wel uit de keuze voor Slot, die met zijn moderne trainingsaanpak en aanvallende, veeleisende speelwijze een stijlbreuk is voor Feyenoord. Het blijkt ook uit de vorming van een volledig nieuw, jong scoutingsapparaat.

Maar het fundament van de club is opgetrokken uit noodverbanden. Financiën zijn wankel, zeggenschapsstructuren onduidelijk, sentimenten snel verhit. In die omgeving is expertise niet genoeg. Er is lef nodig, improvisatievermogen, pragmatisme.

Tekenend is een voorval in de winterstop van vorig jaar. Algemeen directeur Mark Koevermans is dan net weg, opgestapt na bedreigingen door supporters vanwege zijn steun voor een nieuw stadionplan. Feyenoord staat derde in de competitie en heeft zich geplaatst voor de achtste finale van de Conference League. Een uitgelezen moment voor een transfer die het team beter maakt en de aandacht afleidt van het eindeloze geruzie rond de club, denkt de clubleiding.

Voor de technische staf en de nieuwe directeur Dennis te Kloese is het duidelijk wie er moet komen: middenvelder Joey Veerman van sc Heerenveen. Maar Feyenoord heeft geen geld. Daarom doet de directie een beroep op de Vrienden van Feyenoord, een groep gefortuneerde ondernemers die een deel van de aandelen bezit als gevolg van een reddingsactie in 2010.

Het is een noodgreep: de invloed van de Vrienden maakt de club moeilijk bestuurbaar, is eerder gebleken. Feyenoord wil ze uitkopen en is daar een paar jaar eerder mee begonnen. Nu wordt dat weer ongedaan gemaakt. De Vrienden stellen een slordige 4 miljoen euro beschikbaar voor Veerman, waardoor hun belang opnieuw stijgt tot bijna 49 procent van de aandelen.

Desondanks komt Veerman niet. De middenvelder wil graag, het geld is er, maar PSV is doortastender in de onderhandelingen met Heerenveen. Veerman verkast naar Eindhoven, Feyenoord gebruikt het budget van de Vrienden om de Zweedse aanvaller Patrik Walemark te kopen en middenvelder Jorrit Hendrix te huren. De mislukte transfer van Veerman – Walemark is geen directe versterking en Hendrix valt tegen – voedt interne twijfels over Arnesens functioneren als dealmaker, vertellen meerdere betrokkenen binnen de club.

De transferperiode die winter is de laatste die hij doet voor Feyenoord. Aan het einde van het seizoen belandt de Deen door een ernstige knie-infectie voor langere tijd in het ziekenhuis. Hij wil betrokken blijven bij het transferbeleid, maar is te ziek om te werken. Feyenoord kijkt het een paar weken aan. Na de oefenwedstrijd tegen FC Kopenhagen kondigt Te Kloese aan dat hij het zelf gaat doen.

Feyenoord wacht een turbulente zomer, de club heeft iemand nodig die op ieder moment het vliegtuig in kan stappen om te onderhandelen over transfers.

Stadion Woudestein, Rotterdam, juni 2022

Feyenoord-directeur Dennis te Kloese is in Kralingen om met Daan Bovenberg, zijn evenknie van Excelsior, te onderhandelen over de transfer van Mats Wieffer. De 22-jarige middenvelder is relatief goedkoop, ongeveer een miljoen euro moet hij kosten. Toch is er bij Feyenoord veel gediscussieerd over de deal. De club heeft nog niemand verkocht en de kas is bijna leeg. Bovendien: moet een onbekende speler uit de Eerste Divisie de eerste aankoop worden van het nieuwe seizoen? Wat voor signaal geeft Feyenoord daarmee af? Aan de andere kant: de scouts van Feyenoord hebben Wieffer een jaar lang intensief gevolgd en zijn unaniem overtuigd. Met zijn wat vreemde motoriek oogt de Excelsior-speler niet als een topvoetballer, maar hij heeft een groot loopvermogen, doorziet het spel en heeft een geweldige mentaliteit. Zijn statistieken bevestigen die observaties. Te Kloese zet door, Wieffer komt naar Feyenoord. De transfer wordt in termijnen betaald.

De scouting is misschien de enige afdeling binnen Feyenoord waar ze niet onrustig worden van de leegloop. Natuurlijk, er zijn veel gaten te vullen – zeven basisspelers uit de Conference League-finale vertrekken – en het budget is beperkt. Maar aanvoerder Kökcü, die net als Toornstra zijn zorgen uit over de leegloop bij de club en speelt met een vertrek, blijft nog een seizoen. Slot weet hem te overtuigen.

De meeste uitgaande transfers komen voor de club niet als een verrassing, net zo min als de financiële beperkingen. De scouts hebben voor iedere positie mogelijke vervangers op het oog, vaak is het eerste contact met zaakwaarnemers al gelegd om informatie over contractsituatie, ambities en transfersommen in te winnen.

Mats Wieffer, de grote verrassing van dit seizoen. Foto Maurice van Steen/ANP

Het is een klein team: twee data-analisten en drie scouts die vanuit Rotterdam de hele wereld over vliegen, aangevuld met iemand in Scandinavië en Centraal-Europa. Het is een flexibel en dynamisch team, waarbij de meeste scouts niet zijn gebonden aan een specifieke regio. Interessante spelers worden door meerdere scouts bekeken, vóór een advies wordt uitgebracht aan de clubleiding.

Met reden: nu vrijwel de hele markt in data is gevat, is de romantiek van een talent ‘ontdekken’ grotendeels verdwenen, vertelt een van hen. „Het gaat er dus om dat je objectief met elkaar over spelers discussieert en vermijdt dat scouts bewust of onbewust een voorkeur hebben voor spelers uit een gebied waarvoor ze verantwoordelijk zijn.”

Daarbij is het cruciaal te weten waar je precies naar op zoek bent. Niet zozeer de beste speler, maar het stukje van de puzzel dat het team het hardste nodig heeft om beter te worden. Dat wil zeggen: jongens die passen binnen de speelstijl van Slot, die nog ontbreken in de selectie en die ‘hongerig’ zijn.

De Slowaak David Hancko, aanvoerder van Sparta Praag na een mislukt avontuur in Italië, is bij uitstek zo iemand. Al maanden voordat Marcos Senesi wordt verkocht, staat hij als gewenste vervanger op de radar. Met Hancko in het team kan Feyenoord nóg beter hoog druk zetten, denken de scouts. Hij is krachtig, durft linies te doorkruisen met zijn passes en als hij een foutje maakt, kan hij het met zijn snelheid herstellen.

Ook de Mexicaanse spits Santiago Giménez en de Braziliaanse buitenspeler Igor Paixão, afkomstig van een relatief kleine club in Brazilië, zijn al ver voor de zomer uitgebreid bekeken. Hoewel Sebastian Szymanski wat fragiel oogt, is de scouting overtuigd dat de Pool de ideale vervanger is van aanvallende middenvelder Til. Uit de data blijkt dat hij ‘hoog’ op het veld vaak de bal terugwint en veel energie brengt. Precies wat Slot wil. Via zijn zaakwaarnemer horen ze dat Szymanski, actief in Rusland, gehuurd kan worden. Weer een ander, aanvaller Javairo Dilrosun wordt in dat verband genoemd, is in beeld op voorspraak van de trainer.

Dennis te Kloese, die dankzij een verleden als technisch directeur in Mexico een groot netwerk heeft in Zuid-Amerika, is de ‘afmaker’. In de zomermaanden onderhandelt hij vrijwel non-stop over transfers en geeft Zuid-Amerikaanse spelers presentaties over de club, deels vanuit zijn vakantieadres in Toscane. Vaak zijn geduld en vasthoudendheid vereist.

David Hancko is krachtig, durft linies te doorkruisen met zijn passes en als hij een foutje maakt, kan hij het met zijn snelheid herstellen. Foto Olaf Kraak/ANP

Sparta Praag wil Hancko aanvankelijk niet laten gaan, hij is de aanvoerder en het gezicht van de club. De verdediger, die contractueel recht heeft op een percentage van de transfersom, ziet daar volgens meerdere bronnen uiteindelijk vanaf om de deal rond te krijgen, zo graag wil hij de stap maken. Met zeven miljoen is Hancko de duurste aankoop. En om Gimenez bij het Mexicaanse Cruz Azul los te weken – Te Kloese kent de club én de ouders – wordt een bijzondere constructie opgetuigd waarbij zijn oude club deels ‘eigenaar’ blijft.

Ook Arne Slot speelt een belangrijke rol bij transfers. Hij legt gewenste versterkingen telefonisch uit welke rol ze precies krijgen binnen zijn selectie en hoe hij ze beter kan maken. Voor sommige spelers die meerdere opties hebben, zoals Quinten Timber van FC Utrecht, geven de gesprekken met Slot het beslissende zetje richting Feyenoord, vertelt een betrokkene.

Lang niet alles lukt. Sommige spelers, zoals linksback Matias Vina van AS Roma en aanvaller Wilfried Gnonto van FC Zürich, blijken ondanks herhaalde pogingen om verschillende redenen niet haalbaar. Maar aan het einde van de zomer heeft Feyenoord zestien nieuwe spelers in de selectie en per saldo een slordige 40 miljoen euro verdiend op de transfermarkt.

Arne Slot speelt een belangrijke rol bij transfers. Hij legt gewenste versterkingen telefonisch uit welke rol ze precies krijgen binnen zijn selectie en hoe hij ze beter kan maken

Tegen het einde van de zomer geeft Slot aan zo’n dertig mannen van investeerdersgroep Vrienden van Feyenoord een presentatie over zijn werkwijze en het transferbeleid. Aan de hand van powerpointslides geeft de coach uitleg over zijn trainingsaanpak, speelstijl en wat die van spelers vereist. Hij laat ook filmpjes zien. Een fragment uit de Champions League-finale bijvoorbeeld. Kijk, als die jongen niet op dat tempo was teruggerend, was dit een doelpunt geworden, vertelt Slot. Daarom verlangt hij van zijn spelers dat ze tijdens wedstrijden een minimumaantal sprints van boven de 25 kilometer per uur aankunnen.

„Ik heb van andere trainers ook dit soort presentaties gezien”, zegt een van de aanwezigen later tegen NRC. „Maar deze was zoveel duidelijker, echt een ander niveau. De aanpak is wetenschappelijk geworden, ook de beoordeling en scouting van spelers. Dat gelul over ‘dat er een goeie kop op zit’ hoor je nooit meer.”

De buitenwereld verwacht desondanks weinig van het nieuwe team van Slot. Als er al genoeg kwaliteit in de selectie zit, is het nog maar de vraag of het team tijdig op elkaar ingespeeld raakt. Het is een ‘vreemdelingenlegioen’, schrijven diverse media. Zestien nationaliteiten zitten in de kleedkamer. Sommige spelers, zoals Paixão, opgegroeid in een klamme Amazone-stad in het uiterste noorden van Brazilië, spreken maar een paar woorden Engels. Hoe smeed je daar een team van?

Van de twaalf voetbaljournalisten die Voetbal International begin augustus om een voorspelling vraagt voor het Eredivisieseizoen, denkt niemand dat Feyenoord bij de eerste twee zal eindigen.

Hoofdstuk 2

‘Jagen, jagen, jagen’

Het centrum van Rotterdam, 13 november 2022

Achterin wijnbar 1NUL8 zitten spelers en stafleden ontspannen wat te drinken na de 5-1 op Excelsior, als Arne Slot de microfoon pakt. Door de zege, en de concurrentie die het laat afweten, is Feyenoord winterkampioen. Het etentje is om de eerste seizoenshelft goed af te sluiten, partners zijn ook welkom. Straks waaiert de ploeg uit. Een break van acht weken wacht door het WK in Qatar, waar een paar spelers in actie komen. Anderen gaan op vakantie, of naar familie. De stemming is opgetogen door de koppositie, maar Slot benadrukt dat ze nog niks hebben. De competitie is niet eens halverwege, na veertien van de 34 wedstrijden. „We zijn koploper omdat we hard werken. Om eerste te blijven, moeten we nog harder werken.” Iedereen weet dat het programma, direct na de winterstop, zwaar is. Slot drukt zijn spelers op het hart: blijf fit, doe elke dag je oefeningen en je loopwerk.

Die aandacht voor fitheid is een van de pijlers waarop de aanpak van Slot is gebouwd. Hij transformeerde Feyenoord fundamenteel, nadat hij in de zomer van 2021 Dick Advocaat opvolgde. Het contrast tussen de twee trainers kan bijna niet groter. De meer defensief ingestelde Advocaat liet zijn ploeg vaak terugzakken, wachtte de tegenstander op. Mede uit nood geboren, omdat verschillende spelers niet de snelheid of het uithoudingsvermogen hadden om het spel te kunnen dicteren.

De jonge, vooruitstrevende Slot heeft de complexe opdracht voor een omslag te zorgen. Hij is gehaald voor het aanvallende, attractieve voetbal dat hij eerder bij SC Cambuur en AZ liet zien. Hij wil tegenstanders opjagen, in hoog tempo spelen, met veel variatie en loopacties in de diepte. Explosiviteit en een groot loopvermogen zijn daarin vereist.

Zijn spelers moeten kunnen blíjven gaan, steeds weer sprintjes trekken. Dat begint al bij de spits, die continu druk moet zetten op verdedigers van de tegenstander. Op die specifieke speelwijze wordt zijn selectie ingericht. Met bij voorkeur spelers die, zegt Slot na zijn allereerste training bij de club, „vinden dat ze nog veel te bewijzen hebben”.

Hij vormt spelers volgens een strak en tot in detail uitgedacht regime. Dat komt neer op hard en intens trainen, waarbij de grenzen dagelijks worden opgezocht. „Dóór, dóór, dóór”, buldert Slot regelmatig bij trainingen. „Jagen, jagen, jagen.” Spelers merken dat het tempo vanaf de eerste dag direct hoger ligt dan bij Advocaat – sommigen moeten aanpoten om bij te blijven. Ondertussen worden spelpatronen en specifieke wedstrijdsituaties, de specialiteit van assistent Sipke Hulshoff, erin geslepen.

Uit de performance data – zoals sprintjes en gelopen kilometers – blijkt volgens de club dat spelers veel hogere waarden halen dan in de jaren vóór Slot. Het is niet dat de performance-afdeling, die de fysieke prestaties begeleidt, nu radicaal anders werkt, zegt een ingewijde. Het is de aanpak van Slot die dwingt tot meer inhoud. Zijn duidelijke voetbalvisie maakt ook dat de performance-afdeling doelgerichter kan werken. Voor iedere positie is duidelijk wat van spelers wordt verwacht, tactisch maar ook qua fysieke data.

Abe Lenstra Stadion, Heerenveen, 1 maart 2023

Orkun Kökcü wordt diep op vijandelijke helft uitgespeeld door sc Heerenveen-middenvelder Rami Al Hajj, in de kwartfinale van de KNVB-beker. Een gevaarlijke aanval van de Friezen dreigt, in volle snelheid gaat de Feyenoord-aanvoerder in de achtervolging. Negen seconden nadat hij voorbij is gedribbeld, herovert Kökcü de bal, nu diep op eigen helft. Precies dit wil Slot zien: spelers die in de omschakeling voluit meeverdedigen.

Het eerste gesprek met Slot is confronterend voor Kökcü, op trainingskamp in Oostenrijk in de zomer van 2021. Ja, natuurlijk kan hij goed voetballen. Maar hij is niet fit. Moet fysiek sterker worden. Explosiever, zodat hij op een hoger tempo kan handelen en daarmee meer ruimte creëert om vrij te komen. En zo zuiverder kan passen. Anders is er voor hem op termijn geen plek in het nieuwe Feyenoord.

Kökcü, een talentvolle, creatieve middenvelder uit de jeugdopleiding, realiseert zich dat hij moet investeren. Het zal de grootste transformatie worden van een speler onder Slot. Door meer individuele trainingen – gericht op conditie, kracht en explosiviteit, deels gevolgd bij een Rotterdamse sportschool – groeit Kökcü naar een hoger niveau. Slot ziet dat hij de ploeg leidt, zowel in hoe hij de opbouw verzorgt, als in zijn arbeid.

Door meer individuele trainingen, deels gevolgd bij een Rotterdamse sportschool, groeit Orkun Kökcü naar een hoger niveau. Foto Pieter Stam de Jonge/ANP

Waar voorheen het beste ervan af was na de zeventigste minuut, blijft Kökcü nu overeind. Die fitheid is bij de hele ploeg terug te zien, wat er mede voor zorgt dat Feyenoord vaak toeslaat in de laatste fase van wedstrijden. Juist in de drukke periode na de winterstop, met om de drie, vier dagen een duel.

Die belasting is in de voorbereiding op dit seizoen opgebouwd. Spelers leveren in de zomer twee keer per week een flinke inspanning, zodat ze geconditioneerd zijn naar die prikkel. Ondertussen rouleert Slot nauwelijks, hij gelooft erin dat spelers door meer en op hoge frequentie te spelen sterker en fitter worden. Een „machine”, noemt hij zijn ploeg op fysiek gebied.

Ook op mentaal vlak probeert Slot van zijn ploeg een machine te maken. Waar Feyenoord vóór zijn komst grotendeels afhankelijk was van één speler, Steven Berghuis, wordt nu de kracht van het collectief benadrukt. „Dat gevoel dat we alles voor elkaar doen”, noemt Kökcü het in een gesprekje, eind 2022.

De basis daarvoor wordt in de zomer gelegd. Slot baalt van de vele wisselingen in zijn ploeg, maar ze bieden hem ook een kans. De hiërarchie in de kleedkamer kan opnieuw worden gevormd, na het vertrek van bepalende spelers, zoals aanvoerder Toornstra. In dat vacuüm kan de coach anderen – Gernot Trauner, Hancko, Geertruida en de nieuwe captain Kökcü – belangrijker maken. Niet alleen door ze in de basis te zetten, maar ook door ze te wijzen op hun voortrekkersrol, vertelt een ingewijde. Die vier hebben gemeen dat ze niet zozeer verbaal leiden, maar door hun prestaties en professionaliteit.

Ze helpen elkaar waar nodig, zoals de Braziliaan Danilo (links) die tolkt voor landgenoot Igor Paixão (midden) als Slot aanwijzingen roept. Foto Maurice van Steen/ANP

Aan de ontbijttafel schuiven ze aan bij verschillende sociale groepen, die vooral geografisch zijn bepaald – met Nederlanders, Noord-Europeanen, Zuid-Amerikanen. Waarbij Kökcü, die Turkse roots heeft, makkelijk wisselt tussen de diverse groepen en nationaliteiten. Ze helpen elkaar waar nodig, zoals de Braziliaan Danilo die tolkt voor landgenoot Paixão als Slot aanwijzingen roept.

Geen van de spelers heeft al de status om enkel voor zijn eigenbelang te gaan, iedereen heeft de groep in zekere zin nodig. Vrijwel alle spelers krijgen speeltijd, of maken kans daarop. Invallers zijn vaak belangrijk met goals. En als iemand geblesseerd wegvalt, staat een ander klaar – ook omdat duidelijk is wat op welke positie verwacht wordt.

Confrontaties zijn er, voor zover bekend, nauwelijks. Op een voorval tussen Kökcü en Giménez na in de uitwedstrijd tegen Lazio, in september: de nieuwkomer uit Mexico krijgt na de 4-2 nederlaag van ploeggenoten op zijn kop omdat hij een strafschop opeist, terwijl Kökcü de vaste nemer is. Het maakt direct duidelijk wat de mores en de hiërarchie zijn in de kleedkamer. Tegelijkertijd ziet Slot dat Giménez zich niet van de wijs laat brengen door de kritiek.

De onderlinge band groeit gaandeweg. Het helpt dat de paar oudere spelers, zoals de sociale Iraniër Alireza Jahanbakhsh, met de jongeren praten als ze er even doorheen zitten. En anders is er altijd assistent Marino Pusic, die goed is in een-op- eengesprekken en soms een arm om een schouder slaat. Daar waar de dominante, ietwat afstandelijke Slot meer als een docent praat tegen zijn spelers.

Zodra verslapping optreedt, zit hij er bovenop. Soms zichtbaar, als hij langs de lijn staat te gebaren: wees actiever, met méér energie. Vaker achter de schermen, buiten het zicht van het grote publiek.

De Kuip, Rotterdam, 9 april 2023

Slot is ontevreden. Feyenoord leidt bij rust met 3-0, maar hij begint in zijn bespreking over de openingsfase, waarin RKC twee grote kansen krijgt. „Jullie hebben besloten wakker te worden? Dank je wel”, klinkt het fel in de kleedkamer, vertelt een betrokkene. Vier dagen later wacht de kwartfinale van de Europa League tegen AS Roma. „Denken jullie zo Roma te verslaan? Vergeet het maar.”

Mensen die dagelijks met hem werken zeggen dat hij geen moment verslapt. Altijd aan het werk, altijd bereikbaar, altijd aan het analyseren wat beter kan en waar de zwaktes van tegenstanders liggen. En steeds op zoek naar slimme manieren om zijn spelers gemotiveerd te houden.

Een belangrijk moment is kort na de 4-1 nederlaag bij AS Roma, in de kwartfinale van de Europa League. Eén tot anderhalve minuut heeft Slot om te bedenken wat hij straks zegt tegen zijn spelers, die verslagen in de kleedkamer zitten. Dus negeert hij AS Roma-coach José Mourinho, wanneer die in de catacombe roept dat hij vaker naar zijn AS Roma had moeten kijken. Hij is trots op de ploeg, zegt Slot in de kleedkamer. „Als je van ons kan winnen, dan moet je wel heel erg goed zijn.” Als ze dit volhouden, dan hoeven ze niet meer over de Europa League na te denken, want dan gaan ze de Champions League in. Het is zijn manier om nederlagen te wissen bij de selectie – het negatieve gevoel direct te parkeren.

Drie dagen later, na de belangrijke zege op FC Utrecht, is Slot weer de strenge schoolmeester. Voor de camera van ESPN haalt hij zijn rechterhand uit een broekzak om zijn woorden extra kracht bij te zetten. ‘Arne, Arne, we worden kampioen’, klinkt op de tribunes in de Kuip. Maar Slot is na een laat tegendoelpunt boos: hij vermoedt buitenspel en vindt dat Lutsharel Geertruida Utrecht-spits Bas Dost niet goed verdedigt. „Ik vraag constant scherpte van mijn spelers”, zegt hij. Interviewer Hans Kraay jr. valt van verbazing bijna stil over de onvrede bij Slot na een prima overwinning, kort na een zwaar Europees duel.

Mensen die dagelijks met Arne Slot werken zeggen dat hij geen moment verslapt.
Foto’s Olaf Kraak/ANP

Zo valt het spelers ook op hoe nuchter de zege bij Ajax, de eerste in Amsterdam sinds 2005, wordt ontvangen door de technische staf. De ploeg is die zondagavond half maart door honderden fans met fakkels en vuurwerk onthaald in Rotterdam, maar de volgende ochtend is op trainingscomplex 1908 geen sprake van euforie. De staf straalt uit dat het gewoon weer een nieuwe werkdag is, merkt een betrokkene. „Ze stelden zich compleet normaal op, alsof er niets gebeurd was.”

Waar Slot ook maar een beetje ruimte ziet, probeert hij te beïnvloeden. Begin februari in de rust tegen PSV vraagt hij arbiter Danny Makkelie of hij het tempo waar mogelijk hoog kan houden – omdat hij weet dat zijn ploeg daarbij gebaat is. En als hij later die maand gevraagd wordt naar de schorsing van sleutelspeler Kökcü voor het cruciale thuisduel met AZ, laat Slot het subtiel geen groot thema worden in de media – hij houdt zich op de vlakte, zegt te vertrouwen op andere spelers. Feyenoord is kwetsbaar zonder zijn aanvoerder, maar verslaat AZ in de slotfase. Tot na middernacht klinkt opgewonden gejoel rond de oude Kuip – de kampioensvibe is tastbaar, met nog twaalf duels te gaan.

Hoewel niet openlijk uitgesproken is hun gezamenlijke doel al langer de Coolsingel, de titel vieren op het stadhuis. Een van de informele leiders droomt er al van jongs af aan van.

Hoofdstuk 3

Een jongen van Zuid

Johan Cruijff Arena, Amsterdam, 19 maart 2023

Net voor Orkun Kökcü de corner neemt, sprint Lutsharel Geertruida weg van zijn bewaker. Hij weet wat hij moet doen, als de 85ste minuut wegtikt. Deze variant is getraind. David Hancko loopt slim een paar meter naar voren, verlengt de bal met zijn hoofd op de instormende Geertruida, die precies op de goede plek staat om binnen te koppen. Ploeggenoten duiken juichend op Hancko – dat Geertruida het laatste knikje heeft gegeven gaat aan iedereen voorbij. De jonge verdediger roept. En wijst op zijn voorhoofd: ík heb gescoord. De kapitale 2-3, waarmee Ajax op zes punten wordt gezet. Niemand lijkt het te horen. Even later, bij het eindsignaal, balt hij zijn vuisten.

„Hij heeft altijd gezegd: ik voetbal met mijn voeten, niet met mijn mond”, zegt moeder Sharmine Geertruida, vanaf haar balkon in wooncomplex de Peperklip in Rotterdam-Zuid. Net als haar man Luthson komt ze van Curaçao. Ze wonen nu al 36 jaar in de langgerekte flat, die van bovenaf de vorm heeft van een opengebogen paperclip. Hij is muziekdocent, zij boekhoudkundig medewerker. Twee kinderen hebben ze, dochter Luthgarmine en de tien jaar jongere Lutsharel. Ze corrigeert meteen. „Je spreekt het uit als Lutsh-árel.”

Met zijn atletische vermogen, wilskracht en multiculturele achtergrond is Geertruida (22) de verpersoonlijking van dit Feyenoord. Geboren op Zuid in het Clara, het inmiddels gesloopte ziekenhuis waar nu de jeugdopleiding van Feyenoord ligt. Opgegroeid in de Peperklip in de wijk Feijenoord, niet ver van waar vier jonge mannen op 19 juli 1908 na een potje voetballen Wilhelmina oprichtten, de club die later Feyenoord zou worden.

Zijn moeder kent de verhalen over Feijenoord en het beruchte wooncomplex – het stigma van werkloosheid, armoede, overlast en criminaliteit drukt op de wijk. Zij herkent zich niet in dat beeld, ze wonen er juist met veel plezier. „Natuurlijk gebeuren er wel eens dingen, maar het heeft Lutsharel niet belemmerd in zijn opvoeding. Hij kon hier gewoon buitenspelen op het binnenterrein.”

Dat Lutsharel Geertruida de winnende maakt in de Klassieker, is geen toeval. Al in de jeugd scoort hij vaak, ook uit hoekschoppen. Foto Rico Brouwer/Getty Images

In de jeugd bij Feyenoord, dat hem in 2012 weghaalt bij Sparta, staat hij niet bekend als een toptalent. Hij moet hard werken om bij te blijven, heeft tijd nodig om trainers te overtuigen. Daar waar Ajax-talenten snel uitgenodigd worden voor het Nederlands elftal, duurt dat even bij Geertruida. Pas dit voorjaar maakt hij zijn debuut.

Hij is opmerkelijk volhardend en gedisciplineerd, ziet zijn moeder als haar zoon nog jong is. Wanneer hij niet mee mag voetballen op het pleintje op het binnenterrein – omdat hij nog te klein is – blijft hij net zo lang staan tot hij mee mag doen. Later, als hij als tiener op vrijdagavond de stad in gaat, zorgt hij dat hij stipt om half negen thuis is, zegt zijn beste vriend, Ailton Gomes Dias. Die is ook opgegroeid in de Peperklip, net als Revolinho en Urgill, de andere leden van de vriendengroep.

„We weten wat we aan elkaar hebben”, zegt Ailton. „Dat we zo’n hechte groep zijn, is misschien ook wel een bescherming geweest tegen de criminaliteit.”

Geertruida is ingetogen, maar komt los als hij zich op zijn gemak voelt. Mensen die hem bij Feyenoord meemaken roemen zijn zang- en danstalent. Als hij op een ochtend Somebody to love zingt bij het ontbijt, is een medewerker tot tranen geroerd. Met de Rotterdamse rapper Dubbel T brengt hij een nummer uit. „Weet waar ik vandaan kom, my life was niet easy”, zingt Geertruida, zittend voor de Peperklip. „Mijn familie moet eten, ik ben op een missie.”

Dat hij de winnende maakt in de Klassieker, is geen toeval. Al in de jeugd scoort hij vaak, ook uit hoekschoppen. Soms wordt er aan hem getwijfeld. In de jeugd van Feyenoord weet niemand precies wat zijn ideale positie is – rechtsback, centrale verdediger, middenvelder. Die multifunctionaliteit is nu een pré. Net als zijn sterke fysiek, een kenmerk van zijn familie. „Zijn opa was een bodybuilder”, zegt zijn moeder.

De Kuip, Rotterdam, 18 februari 2023

Vuurwerk knalt in de donkere lucht, als Lutsharel Geertruida voor het eerst als aanvoerder het veld oploopt. Misschien is het niet aan hem af te lezen, maar trots is hij absoluut. Bij afwezigheid van de eerste drie captains, kiest Slot voor hem vanwege zijn goede spel en zijn ervaring. Na de fortuinlijke 2-1 op AZ verschijnt hij niet voor de camera. Dat is wel gebruikelijk voor een aanvoerder, maar omdat Geertruida stottert geeft hij zelden interviews. Het zit in de familie, zijn moeder had er vroeger ook last van. De club begeleidt hem op dit onderdeel, in de publiciteit-gevoelige voetbalwereld horen media-optredens er immers bij. Hij volgde stottertherapie – maar het is nog te vroeg voor een tv-optreden. Op het veld is het nooit een probleem geweest. Daar heeft hij aan één woord genoeg.

Epiloog

Zijn blik is vol op het veld gericht, net voor Mats Wieffer de spelerstunnel van de Kuip ingaat na zijn warming-up. Het is even voor half vijf, zondagmiddag 14 mei 2023, kort voor de kampioenswedstrijd tegen Go Ahead Eagles. Rotterdam is al in kampioenssferen, uren voor de aftrap. De Coolsingel is ’s ochtends afgesloten voor verkeer met het oog op de mogelijke huldiging maandag, vuurwerk knalt de hele dag door de stad en er wordt alvast taart geserveerd in het perscentrum van het stadion.
In een dampende Kuip speelt Wieffer met zijn typische tred, met hangende schouders, zijn ogenschijnlijk simpele spel op het middenveld. Onderschepping hier, balletje in de diepte daar en een van zijn specialiteiten: hij scant voortdurend waar medespelers en tegenstanders zijn, waardoor hij weet wat er kan gaan gebeuren.

Een volwaardige vervanger van Fredrik Aursnes, het brein van de ploeg van vorig seizoen, haalde Feyenoord niet. Die vervanger is Wieffer gebleken, een speler die voor de breedte was gehaald. Hij maakt Feyenoord op het middenveld stabieler, evenwichtiger, creatiever. Hij laat aanvoerder Orkun Kökcü beter spelen. Al bleken de kwaliteiten van Wieffer pas na het wegvallen van Quinten Timber in de winterstop door een blessure: toen kreeg hij zijn kans. Zoals linksback Quilindschy Hartman het mocht proberen omdat Feyenoord er niet in slaagde een vervanger voor Tyrell Malacia te kopen.

Volkszanger Lee Towers heeft zijn klassiekers net gezongen en er is een enorm spandoek ontrold op de tribunes, als Wieffer de eerste kans krijgt, na drie minuten. Over. Hij is het ook die met zijn zuivere passing aan de basis staat van de 1-0 van Oussama Idrissi en de 2-0 van spits Santiago Giménez. In de lentezon kan het feest beginnen. Om 18 uur precies, even na de schitterende 3-0 van Igor Paixão, klinkt massaal ‘ga staan voor de kampioen’.