Zeg het vlees vaarwel

Woord Deze Aswoensdag kijken veel mensen terug op carnaval: het feest voor de vasten zou weer een aansporing kunnen zijn tot soberheid, ziet Tan Tunali.

Velen die het vieren, maar weinigen die weten wat het betekent: carnaval. Terwijl grote delen van Nederland zich de afgelopen dagen verkleed onderdompelden in het feestgedruis, zei men het ‘vlees vaarwel’, carne vale in het Italiaans. Dat is althans de volksetymologische verklaring. Waarschijnlijker is dat het woord komt van het kerklatijn carnem levare, het vlees wegnemen. Tegenwoordig is carnaval in ons land vooral een drank- en muziekfestijn, maar in vroeger tijden was het bovenal een eetfestijn.

Het volksfeest wordt al sinds de Middeleeuwen in Europa gevierd, voorafgaand aan een vastenperiode, vandaar ook vastenavond, of vasteloavend, van veertig dagen van matiging waarin bijvoorbeeld geen vlees wordt gegeten.

Rollen omgedraaid

Traditionele volksfeesten, waarbij rollen worden omgedraaid, maskers en vermommingen worden opgezet, en de lente wordt verwelkomd gaan terug tot de oude Grieken en Romeinen en, in deze streken, de Germanen. Bij de kerstening van Europa in de Middeleeuwen bleek dat de ‘heidense gewoontes’ rond de volksfeesten er niet zo makkelijk onder waren te krijgen. Tijdens het Concilie van Benevento in 1091 besloot de Katholieke Kerk dat de feesten binnen de christelijke liturgie konden worden opgenomen.

Bij de kerstening van de feesten vindt ook Aswoensdag zijn oorsprong; het begin van de vastentijd als voorbereiding op het Paasfeest. Een veertigdagentijd, omdat Jezus Christus na zijn doop veertig dagen ging vasten in de woestijn.

Aswoensdag ontleent zijn naam aan de gelovigen die een kruis met as op hun voorhoofd laten tekenen; een uiting van berouw en zondigheid, gemaakt van de as van verbrande palmtakken van de viering van Palmpasen in het jaar ervoor.

In ontkerstend Europa is de bezinning, bijvoorbeeld op de doorgedraaide destructiedrift van de mens, steeds verder te zoeken

In ontkerstend Europa is de bezinning, bijvoorbeeld op de doorgedraaide destructiedrift van de mens, steeds verder te zoeken. Voor de leeglopende kerken kwam weinig substantieels in de plaats. Maar carnaval appelleert aan nog altijd met religie verbonden zaken als gemeenschapszin. „Echt gewoon één zijn met elkaar”, zei een carnavalsvierder in de Sjtad van Sjtuf (Roermond) tegen de NOS, gevraagd naar de betekenis van carnaval.

Continu beschikbaar

Vroeger leefden mensen met de seizoenen, dus had het vasten voor de lente ook een praktische component. Het einde van de wintervoorraad raakte in zicht. Misschien was het ook wel makkelijker te vasten, omdat er weinig te eten was.

Een luxeprobleem voor de huidige generaties carnavalsvierders is dat vasten een stuk lastiger is, nu alles continu beschikbaar is in het schap van de supermarkt. Maar dat gemak is niet langer houdbaar, zo realiseren zich steeds meer mensen, want met rondvliegende kipfilet verwoest de mens de planeet.

In de hossende massa’s in Lampegat (Eindhoven), Kruikezeikersgat (Tilburg) of Oeteldonk (Den Bosch), bevinden zich inmiddels waarschijnlijk meer vegetariërs dan vroeger. Zij zouden het mooi vinden als de volksetymologie betekenis breed zou worden nageleefd en veel mensen na de carnavalsviering het vlees vaarwel zouden zeggen. Kom op, Kruikezeikers en co: de mens is zondig, carne vale!