Ze werd ‘toetje’ genoemd en ‘professioneel en toch vrouwelijk’: Eugènie Herlaar was de eerste vrouwelijke nieuwslezer van Nederland

Toen Eugènie Herlaar in 1965 op televisie verscheen als de eerste vrouwelijke nieuwslezer, noemde de kranten haar „het toetje van het journaal”, „dat meisje met haar vriendelijke gezicht” en „professioneel en toch vrouwelijk”. Herlaar, die door haar pioniersrol de deur opende voor vrouwen in Hilversum, overleed maandag in haar woonplaats Heerhugowaard op 84-jarige leeftijd.

Vrouwelijke nieuwslezers waren controversieel, ze zouden te emotioneel zijn, of juist te ijzig. In NRC zei Herlaar later: „Het publiek verwachtte dat een vrouwelijke nieuwslezer bij een tragische gebeurtenis in tranen zou uitbarsten.” De tv-recensent van de Volkskrant had dan ook moeite met Herlaar: „Wanneer een vrouwenstem mij vertelt dat er oorlog is in Vietnam, heb ik moeite om dat serieus te nemen.” Maar hij verwachtte dat hij er wel aan zal wennen en dat de „Opmars der Eugenies” onstuitbaar was. In het boek De iconen van het NOS Achtuurjournaal (2012) constateerde Herlaar achteraf: „Het is nu ondenkbaar dat een krant zo over een presentatrice zou schrijven, maar het tekent de tijd. Nederland moest nog wennen aan een vrouw op zo’n positie.”

Minister Luns gaf „mejuffrouw Herlaar” bij de eerste ontmoeting een handkus

Eugènie Herlaar werd in 1939 geboren op Curaçao, kwam in 1947 als achtjarige naar Nederland, waar het gezin zich in Ede vestigde. Ze had aanleg voor techniek, sleutelde graag met haar vader aan auto’s, en ging net als hij werken bij Shell, als seismisch rekenaar en als brandweervrouw. Hierna onderwierp ze onder meer elpeehoezen voor Philips in Baarn. Daar begon ook haar mediacarrière, als vrijwilliger bij de ziekenomroep in Baarn. In 1963 kwam ze bij de Wereldomroep. Ze schreef een brief naar het journaal: ze miste de vrouwenstem, vooral bij items over de huishoudbeurzen en modeshows. Ze werd aangenomen, eerst alleen als commentaarstem. Toen dat geen klachten opleverde werd ze op reportage gestuurd – de renovatie van de Martinitoren, de eerste file ooit in Zandvoort – en één keer per week was ze nieuwslezer. Ze kreeg complimenten over haar „fluwelen stem”, haar accentloze Nederlands en haar duidelijke dictie. Ze had als kind geleerd goed te articuleren, zei ze, omdat haar moeder hardhorend was. Minister Joseph Luns (Buitenlandse Zaken, KVP) gaf „mejuffrouw Herlaar” bij de eerste ontmoeting een handkus.

Werkloos thuiszitten

Toen Herlaar in 1968 zwanger werd, stopte ze als nieuwslezer. Ze presenteerde hierna nog incidenteel als freelancer. Na haar tweede kind stopte ze helemaal. Of dit gedwongen was of uit vrije wil, is niet duidelijk. Maar Herlaar leed onder het werkloos thuiszitten: „Ik was de hele dag aan het huilen. Ik kreeg zelfs valium van de huisarts”, zei ze in De iconen van het NOS Achtuurjournaal. De arts raadde haar aan om de televisie uit haar hoofd te zetten en een andere bezigheid te zoeken. Ze werd logopedist.

Incidenteel bleef ze wel presenteren: educatieve tv, geschiedenisprogramma’s, de verkiezingsavond, en in 1970 een show voor de TROS: Ziezo Zomer. In 1975 keerde ze terug bij het journaal toen de redactie de duo-presentatie invoerde. Herlaar presenteerde samen met Harmen Siezen. Diens toon was een stuk losser dan eerder gebruikelijk. Hierna werd ze voltijds logopedist. Daarnaast deed ze presentatieklussen in het land, bijvoorbeeld voor modeshows, ze deed publiciteitswerk en gaf mediatraining. Ook schilderde ze, ze schreef verhalen en gedichten.

Herlaar vond het geen probleem om als enige vrouw te werken in een mannenwereld, zei ze in De iconen van het NOS Achtuurjournaal: „Toen ik nog bij Shell werkte, kwam ik wel eens op de typekamer en dan hoorde ik dat gekwek van die vrouwen – níks voor mij.” Dat zij ook de eerste nieuwslezer van kleur was, viel minder op. „Dat was helemaal geen issue”, zei ze in 2020 in het radioprogramma De Perstribune. In het Noordhollands Dagblad zei ze terugkijkend op haar pioniersrol: „Ze noemden me een doorbraakvrouw, maar ik zie mezelf niet als feministe. Het is niet mijn stijl om de barricaden te beklimmen. Maar als ik nu zo veel vrouwen op tv zie, ben ik toch trots dat ik voor die meiden de deur heb opengezet.”