N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Zomeravondgesprek De ouders van zangeres Naaz vluchtten vlak voor haar geboorte uit Irak tijdens de Eerste Golfoorlog, de ouders van kunstenaar Vladlena Sandu bleven juist in Tsjetsjenië toen daar oorlog was. „Doordat jouw ouders zijn gevlucht, heb je de kans op een normaal leven gehad.”
Het geluid van gillende kinderen en blaffende honden is de soundtrack van de eerste ontmoeting tussen filmmaker en regisseur Vladlena Sandu (40) en zangeres Naaz Mohammad (25), bekend onder haar artiestennaam Naaz. Aan de Gouwzee in Monnickendam is de zomer in volle gang. We gaan zitten onder het afdakje van de strandtent, want het is te heet om in de zon te zijn.
„Je lijkt wel een engel”, zegt Naaz tegen Sandu, die haar blonde haar los heeft en een witte jurk draagt. Sandu glimlacht. Ze laat Naaz een foto zien van een prinsessenroze, netachtige stof die ze op de markt heeft gekocht. „Voor mijn gordijnen.”
Meteen na het handen schudden zijn ze begonnen met praten alsof ze vriendinnen zijn. Eerst over futiliteiten, maar later buitelen ze over elkaar heen met levensverhalen, en voeren ze discussies alsof ze nog bij elkaar op de basisschool hebben gezeten.
Voor beide vrouwen is kunst altijd een toevlucht geweest; iets dat houvast geeft, maar ook een ontsnapping uit de werkelijkheid. Sandu en Naaz groeiden allebei op in een streng-religieuze gemeenschap. Een tijd lang voegden ze zich naar hun omgeving, om leefregels uiteindelijk van zich af te werpen. Door de kunst zagen ze op jonge leeftijd andere werelden, en later was het de sleutel van de kooi waar ze in zaten. „Op mijn achtste spijbelde ik van school om naar de film te gaan”, vertelt Sandu. Ze stal geld uit huis om Charlie Chaplin te zien spelen in Hollywood-klassiekers. „Daar was ik gelukkig.” Toen haar ouders erachter kwamen, had ze een jaar lang huisarrest. Nu maakt ze films waarin ze de realiteit waarin ze opgroeide onderzoekt.
Naaz leerde zichzelf muziek maken om te ontsnappen aan een eenzame jeugd. „Ik had strenge ouders, en mocht als kind niet echt buiten spelen. Ik had weinig vrienden en werd gepest. Via kunst – muziek, verhalen, video’s – creëerde ik mijn eigen wereld.”
Sandu en Naaz wonen allebei nog maar kort in Amsterdam en leren de stad net een beetje kennen, vertellen ze. Dit stadje in de nabijgelegen gemeente Waterland hebben ze nog nooit bezocht. Sandu is op haar stadsfiets gekomen. Het duurde twee uur vanuit de stad. Ze draagt een grote zonnehoed. „Misschien ga ik straks wel zwemmen”, zegt ze, terwijl ze naar het water kijkt, en ze heeft ook haar hardloopschoenen meegenomen.
Ik leerde als kind al dat ik niet mocht afwijken van de norm – vanuit religie en het communisme
Filmmaker en regisseur Vladlena Sandu (40)
Naaz lacht. „Jij leeft echt je beste leven”, zegt ze. „Good for you.” Het gesprek is in het Engels, want Vladlena Sandu spreekt geen Nederlands. Ze is geboren op de Krim toen dat nog bij Oekraïne hoorde, verhuisde als kind naar Tsjetsjenië en na vier jaar oorlog vluchtte ze naar Rusland. Op 24 februari, de eerste dag van de Russische invasie in Oekraïne, stond ze op het Poesjkinplein in Moskou met een protestbord waarop ‘ik ben voor vrede’ stond. Ze werd gearresteerd en dat was voor haar een teken om ook Rusland te verlaten: „Oekraïne is mijn thuisland, ik kon niet blijven in een land dat Kyiv bombardeerde.”
Naaz is het kind van Koerdische ouders die niet lang voor haar geboorte Irak ontvluchtten. Ze groeide op in de Rotterdamse wijk Beverwaard. Vandaag is ze in haar oude zwarte autootje hierheen komen rijden vanuit Amsterdam-West. In de achterbak ligt een bouwwerk van takken en touwen; haar zelf geknutselde microfoonstandaard. Diezelfde standaard gebruikte ze begin juli op het grote podium van een uitverkochte Ziggo Dome, waar ze zich een plekje in het voorprogramma van zangeres Lana del Rey bezorgde door onbeschaamd de directeur van de popzaal te appen. „Ik vind mezelf in nl de perfecte artiest om voor haar te openen”, stuurde ze.
Tatoeages
Op de zonnewering boven de tafels fladderen kraaiachtige vogels rond. Ze maken herrie. Naaz moet lachen. „Ik hou echt van vogels”, zegt ze. „Wist je dat raven kunnen praten als papegaaien? Ze kunnen het, maar willen het niet.”
Sandu wijst naar Naaz’ arm, die is bezaaid met tatoeages van vogels. Een tekst, in het handschrift van een zesjarige Naaz: every day you can hear the birds sing. „Wat is het verhaal erachter?”
„Ik schreef dat in een liedje toen ik klein was. Dat je elke ochtend de vogels kan horen plaatst het leven in perspectief. Wat er ook gebeurt, de achtergrond blijft hetzelfde.”
„En die”, vraagt Sandu. Naaz’ nieuwste tattoo is een Koerdische tekst. „Dit betekent ‘hoop’.”
„Ik schrijf veel Koerdische nummers. Laatst zei zelfs mijn traditionele, zeer religieuze oom, die altijd ertegen was dat ik muziek maakte, tegen mijn vader: ‘Naaz is nu een van de enige redenen dat mensen onze eeuwenoude taal horen. Zonder artiesten zoals zij sterft de taal uit’. Het is emotioneel voor ons.”
In 2018 en 2019 bracht Naaz haar EP’s Bits of Naaz en The Beautiful Struggle uit, maar pas dit jaar verscheen haar eerste album – Never Have I Ever. Alternatieve pop waarin ze haar hervonden vrijheid bezingt. Ze verbrak haar contract met haar platenmaatschappij en brengt nu in eigen beheer muziek uit. Ook overwon ze mentale problemen en maakte ze zich los van het geloof van haar ouders.
Sandu heeft een carrière achter de rug in de financiële sector, waar ze de „tweede directeur” was van een groot bedrijf, maar besloot zo’n tien jaar geleden om filmmaker te worden. In 2016 studeerde ze af. Nu staat ze nog maar aan het begin van haar nieuwe leven als kunstenaar. Ook zij is vaak het onderwerp in haar eigen werk.
Haar vader was Oekraïens, dj én drugsverslaafd, en overleed jong. Haar moeder was een actrice uit Tsjetsjenië die na traumatische oorlogservaringen verslaafd raakte aan alcohol. Sandu liep op haar zeventiende weg van huis en werd het slachtoffer van mensenhandel. Ze raakte verstrikt in sekswerk. Haar films bespreken het trauma in de generaties van haar familie. Zo vertelt ze in Holy God (2017) haar familiegeschiedenis en probeert ze de zwijgzaamheid van haar oma over het oorlogsverleden te doorbreken. In haar recente documentaire No nation without culture (2022) keert ze terug naar Tsjetsjenië waar ze een gerussificeerd land aantreft. Nu werkt ze aan Memory, een film over haar jeugdherinneringen aan de oorlog daar.
„In Tsjetsjenië woonden we bij mijn grootouders”, zegt Sandu. „In het orthodoxe geloof in de Kaukasus worden kunstenaars zoals mijn moeder gezien als hoer. Mijn opa zei dat vaak tegen me. Zelf was hij ook getraumatiseerd. Zijn vader, een priester, werd toen mijn opa acht was voor zijn ogen vermoord door het Rode Leger.”
Lees ook dit interview met regisseur Vladlena Sandu: ‘Rusland maakte me monddood. Ik moest weg’
Naaz reageert verwonderd. „Wow! We hebben echt hetzelfde leven! Muziek wordt in mijn familie ook gezien als jezelf prostitueren. Een van mijn nummers, Kche Baralla, gaat daarover. Daarin zing ik: ik ben geen baralla, geen hoer, maar onbegrepen. Ik ben als de bergen die echo’s en geluiden maken waarmee je mee zou willen zingen maar dat kan niet.
„Mijn vader vond de tekst een schande voor de familie en de Koerdische gemeenschap, maar het zou geen scheldwoord moeten zijn. Het betekent zoiets als ‘rebelse vrouw’. Later hoorde ik dat tijdens mijn concert in Carré mijn ouders dansten op dit nummer en dat ze het prachtig vonden. Zij zien ook het belang in van een vrouw die meer is dan een echtgenote.”
Sandu: „Ik leerde als kind al dat ik niet mocht afwijken van de norm – vanuit religie en het communisme. Misschien bestaat er een God, maar religie zelf is een manipulatief bedrog. Nu zie ik het voor wat het is: een systeem dat de vrijheid van een vrouw vernietigt, zoals de regels rond het dragen van een hoofddoek.”
Naaz schudt haar hoofd als Sandu zich uitspreekt tegen de hoofddoek, en zoekt de nuance, zoals ze tijdens het gesprek steeds zal doen. „Er zijn in sommige landen, zoals Iran, inderdaad consequenties als je geen hijab draagt, mijn moeder maakte dat tijdens de Golfoorlog daar mee. Maar er zijn ook vrouwen die echt een hoofddoek wíllen dragen. Voor hen is het een vorm van zelfexpressie.”
Naaz en Sandu zijn gekomen waar ze nu zijn door dwars te denken, het anders te doen dan de mensen om hen heen. Terwijl Sandu door haar levenservaring een stellige vrouw is geworden, lijkt Naaz juist een radicale twijfelaar.
Sandu: „Ik denk niet dat het voor veel vrouwen de eigen keuze is, maar dat ze zich er verplicht toe voelen omdat iedereen in hun omgeving het doet.”
„Het gaat me om de intentie en of de keuze niet is opgelegd door een ander”, werpt Naaz tegen. „Een vrouw die een bikini draagt, verdient net zo veel respect als iemand die een hijab draagt. Een vrouw met een hijab wordt niet altijd onderdrukt, want ze doet wat ze zelf wil.”
Sandu schudt haar hoofd. In Tsjetsjenië bedekte ze op haar vijftiende haar haren met een sjaal, vertelt ze. „Ik leefde op een plek waar ik geen kans had om te wonen zonder het dragen van een hoofddoek. Vrouwen zijn het slachtoffer van religieuze propaganda.”
Naaz, toegeeflijker: „Ik was altijd een tegenstander van datgene wat je beschrijft, als zwart schaap in de familie. Uiteindelijk, toen ik het moeilijk had en niet meer wist wat ik moest doen, trok ik naar dat systeem dat je beschrijft. Ik hoorde te trouwen, deed dat op mijn 22ste en leefde als een perfecte huisvrouw.”
„Mijn vrijheid werd toen ingeperkt, maar niet per se door mijn familie. Ik ben gewoon zo geprogrammeerd, door alles wat ik kende. Nu ben ik 25 en gescheiden, en wil ik me niet langer conformeren aan religieuze regels. Ik verkies mijn eigen mening en dat betekent niet dat ik minder respect verdien.”
Bieten met drop
Het restaurant in het historische centrum van Monnickendam heeft geen doorsnee menukaart. Komkommerbouillon wordt geserveerd in reageerbuisjes en er zijn bieten met drop. „Eten jullie altijd zo chique?”, vraagt Naaz met een vies gezicht. Als het op eten aankomt is ze minder genuanceerd. „Ik ben echt geen fan van dit soort dingen.” Misschien komt het doordat ze aan het begin van haar carrière vaak door hoge piefen uit de muziekindustrie werd meegenomen naar dit soort plekken, zegt ze. „‘Wat doe ik hier’, dacht ik dan vaak.” Ze vertelt een anekdote over een diner waarbij de bekende ontwerper Tommy Hilfiger naast haar zat, en haar steeds eten aanbod – van hetzelfde soort als in dit restaurant. „De meeste mensen zouden het misschien wel eten, doen alsof ze het lekker vinden, maar zo ben ik niet.”
Ook in haar familie durfde ze te zeggen wat anderen misschien alleen dachten. Waarom durven sommige mensen wel tegen de heersende norm in te gaan, en anderen niet, vragen we haar. „Het heeft met zelfvertrouwen te maken. Ik heb altijd genoeg zelfvertrouwen gehad om mijn twijfels te vertrouwen. Ik kan me uit mijn jeugd herinneren dat mensen boos op me werden als ik ergens aan twijfelde. En dan vroeg ik me af: waarom word je hier nou weer boos om? Dan moet er wel iets aan de hand zijn. In die tijd begon ik de wereld als buitenstaander te aanschouwen.”
Ze denkt dat ze een observerende buitenstaander werd doordat haar ouders al zoveel hadden meegemaakt toen ze in Nederland aankwamen en haar kregen. In Irak hadden ze mensen verloren, vermoord zien worden. Naaz’ leven begon op zo’n andere plek, dat ze zich een buitenstaander voelde. „Ze wilden eigenlijk ook geen kinderen meer. En toen kwam ik: degene die constant vragen stelde.” Lachend: „Heel irritant.”
Sandu heeft knikkend zitten luisteren. „Ik stelde in mijn kindertijd ook veel vragen. Tijdens mijn jeugd in de Sovjet-Unie moest ik met mijn rechterhand schrijven, maar ik ben links. Toen bonden ze mijn hand op school vast op mijn rug, dag in, dag uit. Waarom haten mensen me omdat ik mijn linkerhand gebruik, vroeg ik me af. Ik ben zo geboren. Dit is mijn identiteit. Waarom moet ik mezelf veranderen? Niemand gaf een helder antwoord. Mijn moeder zei dat het is omdat je hart links zit, en dat het te zwaar is voor je lichaam als je die hand gebruikt.” Ze vertelt dat ze haar huiswerk soms met haar linkerhand deed, om te voelen wie ze was.
Als religie wordt gemengd met politiek kan het kwaadaardig worden. Maar mijn ouders hebben er echt iets aan
Zangeres Naaz (25)
Welke vragen stelde Sandu nog meer? „Tijdens de oorlog in Tsjetsjenië werd mijn leraar Engels recht voor mijn neus vermoord. Ik begreep niet waarom we daar niet weggingen. Waarom niet, vroeg ik. Maar ik kreeg geen antwoord. Ik denk dat mijn moeder niet geloofde dat het mogelijk was om een nieuw leven te beginnen.”
Als je even niet oplet zou je haast missen dat Sandu vertelt dat ze als kind iemand vermoord heeft zien worden – ze vertelt het op dezelfde gelijkmatige toon als andere verhalen. Net als Naaz raakt ze niet zichtbaar geëmotioneerd als ze over haar zwartste herinneringen praat, en kan ze ogenschijnlijk als een buitenstaander naar haar leven kijken.
Hadden ze wel de middelen om te vertrekken, wil Naaz weten. „Misschien waren ze bang en hadden ze geen geld, en vertelden ze zichzelf dat het onmogelijk was. Dat dit hun thuis en hun land was, dat ze gewoon niet wisten hoe ze weg moesten.”
Sandu: „Doordat jouw ouders zijn gevlucht, heb je de kans op een normaal leven gehad. Mijn ouders hebben dat niet gedaan.”
Naaz: „Jij had mij kunnen zijn.”
Sandu, afgemeten: „Ze geloofden niet in een nieuw begin. Ze vroegen zich niet af wat het beste voor mij zou zijn.”
Naaz, vergoelijkend: „Maar je moeder had haar oude leven al eens achter zich gelaten, toen ze uit Tsjetsjenië vluchtte. En als je alleen maar bezig bent met overleven, is er misschien geen ruimte om vragen te stellen over de situatie waar je in zit. Op sommige mensen die slechte beslissingen nemen kan ik niet kwaad worden, omdat ze nog in de overlevingsstand staan en de consequenties groot zijn. Er is geen ruimte om te zitten, ademen en denken.”
„Maar ik denk dat het waar is wat je zegt: als er kinderen bij betrokken zijn beslis je ook voor een ander. Omdat mijn ouders hebben besloten om te vertrekken, heb ik een normaal leven gehad en jij niet. Dat is heel, heel pijnlijk.”
Sandu slaat haar reageerbuisje met komkommerbouillon achterover. „Ik vind het leuk om nieuwe smaken te proberen”, zegt ze daarna, „maar ik hou er niet van als je niet weet wat ergens in zit.” Naaz lacht: „Je bent zo dapper.”
„Ik vraag me vaak af waarom ik de oorlog in Tsjetsjenië heb overleefd”, zegt Sandu. „Ik zag mensen vermoord worden met wapens, bommen, raketten. Misschien leef ik nog omdat ik mijn intuïtie heb gevolgd.”
Tijdens het gesprek wordt duidelijk dat ze een allergie heeft ontwikkeld tegen bijna alles dat met collectivisme en religie te maken heeft. „Het Russische systeem gaat alleen maar over het collectief”, zegt ze. „Net als de islam. Het doet er niet toe wie het individu is. Religie ontneemt mensen de gelegenheid om vragen te stellen. ‘Waarom stel je vragen? Je moet gewoon in God geloven.’”
Naaz: „Maar voor sommige mensen, zoals mijn ouders, is religie een vriend. Voor anderen is het onwrikbaar: je moet dingen volgens het boek doen en al het andere is fout. Als ik bedenk wat je allemaal hebt meegemaakt, snap ik wel waarom je er zo over denkt. Waar jij was, was het extreem of niks.”
Sandu: „Ik denk dat mensen die vragen stellen in het evangelie eigenlijk altijd als kwaadaardig worden gezien. Het construct religie wordt gebruikt om politiek te voeren.”
Naaz, fel: „Als religie wordt gemengd met politiek kan het kwaadaardig worden. Maar mijn ouders hebben er echt iets aan. Ik denk dat ze er niet meer waren geweest als ze geen religie hadden gehad. Als religie door het individu wordt gebruikt is het goed, maar als het politiek wordt ingezet niet. We zeggen dus hetzelfde.”
Sandu: „Religie is escapisme. Een vlucht uit de realiteit.”
Naaz: „Sommige mensen drinken om te ontsnappen aan de realiteit, anderen bidden.”
Sandu vertelt hoe vrij ze zich voelt, nu ze in Nederland is. Dat ze hier mag zeggen wat ze wil, en dat ze zich geen zorgen hoeft te maken dat een van de tafelgenoten haar gaat verraden, laat arresteren. Er breekt een glimlach door op haar gezicht. Ze wil kunstworkshops gaan geven aan kinderen met een oorlogstrauma zoals zij, vertelt ze. „Kunst is mijn therapie. Als ik iets gemaakt heb, voel ik me goed.”
„Ik besta zeker weten alleen maar omdat ik kunst heb gemaakt”, zegt Naaz, die chronisch depressief is geweest. Ze heeft dertig liedjes uitgebracht, maar er liggen er nog wel vijfhonderd op de plank. Allemaal geschreven én opgenomen om de duisternis te bezweren.
De volgende ochtend, aan de ontbijttafel, gaat het over de oorlog in Oekraïne – die is gek genoeg nog vrijwel niet besproken. Sandu is al gaan hardlopen en zit in haar sportlegging aan tafel. Naaz heeft slecht geslapen.
Hoe beleven zij de oorlog?
„Het is mijn tweede oorlog”, zegt Sandu , „en ik steun Oekraïne in de strijd tegen modern fascisme.” In haar huis vol gevluchte Oekraïners en Russen voelt ze de spanning regelmatig. Een Oekraïense vriendin verbrak hun vriendschap met een appje: ik wil niet meer bevriend zijn met mensen met een Russisch paspoort. „Ik had altijd goed contact met Oekraïners en zelf ben ik daar geboren, maar nu hangt er een soort donkere energie.”
Voor Naaz brengt de oorlog in Oekraïne oud zeer naar boven. „Het is eigenlijk best pijnlijk, want Oekraïners worden in huis genomen en voor hen worden vlaggen opgehangen, terwijl mensen uit het Midden-Oosten al jaren in asielzoekerscentra zitten. Dus vraag je je af: zijn zij minder waard?”
„Veel vrienden van me zijn hier echt van slag door en noemen het wit privilege, wat fucked up is want uit oorlog komen is geen privilege. Maar waarom is het zo dat mensen hun huizen openen voor Oekraïners en de politie bellen als ze iemand uit het Midden-Oosten langs zien lopen?”
„Je hebt gelijk dat de Europese steun voor Oekraïne een privilege is”, zegt Sandu peinzend. „Ik denk dat Europa Oekraïne steunt, omdat ze nu pas inzien dat Rusland Europees grondgebied wil bezetten. Het is dichtbij gekomen.”
Haar Oekraïense huisgenoten integreren weinig in de Nederlandse cultuur, ziet Sandu. „Ze zitten bij elkaar, spreken geen Nederlands of Engels en mengen niet.”
„Dat zie je overal in Nederland”, zegt Naaz. Voor haar voelde het als kind alsof ze naar school ging in Nederland, en thuiskwam in Koerdistan of Iran.
„Je hele leven woon je in een land waar iedereen dingen mag doen die jij niet mag doen. Het is een mentale kooi.” Nu ze ‘losgebroken’ is, is contact in haar wijk soms ingewikkeld, vertelt ze. Haar tatoeages, piercings en artiestenleven shockeren weleens. „Als ik met een rok met split door Nieuw-West loop, word ik aangekeken alsof ik heb gefaald als vrouw – als een hoer.”
Naaz en Sandu hebben keuzes gemaakt die familieverhoudingen op scherp zetten, ze kozen in die zin voor de moeilijke weg. Maar ze twijfelen er allebei niet aan dat het alternatieve leven, waarin ze in de kooi waren blijven zitten die er voor hen was, veel erger was geweest.
Naaz vindt het moeilijk te zien hoe leeftijdsgenoten vast komen te zitten in een traditioneel bestaan. „Ze kunnen niet weten hoe het is een ander leven te leiden dan ze doen, want niks in hun omgeving stimuleert ze of geeft ze een glimp van een alternatief. Ik kan dat niet van ze verwachten, maar het breekt mijn hart. Een goede vriend zei laatst terecht: vergeet niet dat je 90 procent van je leven hen was, en zonder muziek was je zo gebleven.”
Fotografie Merlijn Doomernik