„Wil je Iraanse thee?” Toegegeven, het is geen echte Iraanse thee, zegt Kourosh Noshad Sharifi (31) in zijn woonkamer in Amsterdam. Het kannetje waarin hij zwarte theebladeren boven een waxinelichtje laat trekken, is stuk. Daarom moet hij het vandaag met een theezakje doen.
Aan de eettafel vertelt de Iraans-Nederlandse zanger over zijn nieuwe ep Romeo Must Die, waarin hij zijn relatie met liefde en mannelijkheid onder de loep neemt. „‘Romeo’ is een versie van mijzelf die zich masculien en dominant opstelt. In mijn ep probeer ik deze kant van mezelf beter te begrijpen, om hem uiteindelijk los te laten.” De titel verwijst naar een gelijknamige film uit de jaren negentig die hij vroeger met zijn vader keek. Met thema’s als eer, wraak en macht is het verhaal doordrenkt van giftige mannelijkheid, aldus Kourosh.
Zijn muziek bestaat uit een combinatie van genres: hiphop, dance, elektronische muziek, post-punk, soms een beetje R&B. Hij schrijft zijn eigen teksten en maakt zijn eigen beats, wat eigenzinnige liedjes met een uniek geluid oplevert. Hij was eerder te zien op festivals als Wildeburg, Grasnapolsky en Protestfest, trad op in de 3FM livebox en staat deze week in Paradiso in Amsterdam. Voor Romeo Must Die werkte Kourosh samen met Nederlandse producer Mucky, bekend van zijn samenwerkingen met Sevdaliza en Sean Paul.
Hoewel zijn nieuwe ep enkel uit Engelse nummers bestaat, heeft Kourosh eerder ook muziek in het Farsi uitgebracht. „Mijn nummers in het Farsi zijn emotioneel beladen. Ik moet vaak huilen als ik Iraanse liedjes maak. Het is mijn familietaal; als ik het spreek, beland ik in een huiselijke sfeer.”
Zijn familiegeschiedenis vormt een belangrijke rode draad in zijn werk, vertelt Kourosh. „Mijn ouders vluchtten uit Iran vanwege het regime. De trauma’s die ze daaraan overhielden, hebben ze aan hun kinderen doorgegeven.” In therapie leerde hij die trauma’s te verwerken en zijn familieleden te vergeven „In een van mijn nummers zing ik: ‘I’m done with ‘stuck in yesterday’’. Ik wil niet meer vastzitten in het verleden.”
Een ander thema in zijn muziek is zijn zoektocht naar innerlijke rust. „Toen mijn moeder zwanger was van mij, vluchtte zij met mijn zus van grens naar grens – zonder mijn vader. Ik zat in een lichaam dat onder extreme stress stond.” Dat heeft effect gehad op zijn karakter, denkt Kourosh: „Als kind was ik extreem druk. Ik ben altijd op zoek geweest naar intense gevoelens, omdat dat voor mijn lichaam herkenbaar voelde.”
Giftige mannelijkheid
De giftige mannelijkheid in de film Romeo Must Die, is Kourosh ook in zichzelf tegengekomen. Bijvoorbeeld in zijn omgang met vrouwen: „In mijn twintiger jaren zocht ik veel externe bevestiging in romantische relaties. Dat het mij lukte om iemand voor me te winnen, gaf me zelfvertrouwen.” Maar ook zijn relaties met mannen werden beïnvloed door zijn masculiene houding. „Als tiener probeerde ik vaak mijn dominantie te bewijzen door te vechten.” Het feit dat hij moeite had met het tonen van zijn emoties, is ook een manifestatie van destructieve mannelijke normen, zegt Kourosh.
„Mijn vader verliet ons gezin toen ik drie was. Ik kreeg al jong van mijn moeder te horen: jij bent nu de man in huis.” Het gaf Kourosh niet alleen een groot verantwoordelijkheidsgevoel, maar ook een „machtsgevoel”, zegt hij. „Ik dacht: aight, ik bén de man. Maar in werkelijkheid was ik jong en kwetsbaar en had ik vooral behoefte aan liefde en aandacht, in plaats van dat ik de stoere man in huis moest zijn.”
Pas op latere leeftijd zag Kourosh in hoe schadelijk zijn hypermasculiene gedrag was. Mannelijkheid draait niet om het veroveren van vrouwen, het onderdrukken van emoties en het streven naar dominantie, zegt hij. Ook mannen moeten hun kwetsbaarheid omarmen en zelfbewustzijn creëren, om vervolgens gezonde relaties aan te kunnen gaan. „Ik weet nu dat het oké is om je kwetsbaar op te stellen en over je gevoelens te praten.”
Terwijl hij een mandarijntje pelt, vertelt Kourosh dat hij vier jaar lang therapie heeft gevolgd. „Als kind heb ik mijn gevoelens leren uitzetten. Het missen van mijn vader, bijvoorbeeld. Ik vind het nog steeds moeilijk om ‘gemis’ als emotie te ervaren, ook in romantische relaties.”
Het gemis van zijn vader uitte zich op een andere manier. „Mijn vader was muzikant: hij zong en speelde setar [Perzisch snaarinstrument] en tombak [Perzische trommel]. Toen mijn moeder op mijn twaalfde het contact met hem verbood, kreeg ik een gitaar waar ik eindeloos op speelde. Ik denk dat ik onbewust de verbinding met hem zocht door muziek te maken.”