De Duitse bondskanselier Olaf Scholz (SPD) stapte maandag in rubberlaarzen door het enkelhoge water in de straten van het Beierse dorp Reichertshofen. Door een dubbele dambreuk in de regio staat het dorp ten noorden van München sinds zondagochtend goeddeels onder water. „We kunnen niets meer doen”, aldus een lokale bestuurder. Het water tegenhouden, met zandzakken, pompen en bassins, is kansloos gebleken, zei hij. Nu gaat het alleen nog om het beschermen van „lijf en leven”, aldus de bestuurder.
Tijdens zijn bezoek, geflankeerd door minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser (SPD) en de Beierse minister-president Markus Söder (CSU), bedankte Scholz de hulpdiensten voor hun inzet. Alleen in Beieren zijn ongeveer 40.000 hulpverleners op de been, waaronder de brandweer, het leger en het Rode Kruis. Ook de aangrenzende deelstaat Baden-Württemberg is hard getroffen door de extreme regenval; daar lijkt de situatie iets te ontspannen. In Beieren werd ook op maandagavond nog regen verwacht. „De situatie is en blijft ernstig en kritisch en gespannen”, aldus minister-president Söder maandag in Reichertshofen.
Op veel plaatsen in het zuiden van Duitsland geldt al dagen de noodtoestand door de extreme regen. Op sommige plekken viel in 72 uur 180 liter water per vierkante meter, waar normaal de helft of een derde ervan in de hele maand juni valt. Rivieren als de Ilm, de Isar en de Neckar traden buiten hun oevers en zetten hele dorpen blank. Inmiddels wordt met spanning gekeken naar het peil van de Donau, waarin de Isar en ook veel andere kleinere rivieren uitkomen. Maandagavond wordt het hoogste peil van de Donau verwacht.
Dammen gebroken
Zeker vier mensen kwamen om het leven, onder wie een brandweerman wiens rubberboot kapseisde waarmee hij mensen evacueerde. Een andere brandweerman wordt vermist. Zaterdagavond ontspoorde een trein nabij Stuttgart door een aardverschuiving. Op verschillende plekken zijn dammen gebroken; in de nacht van zondag op maandag werden achthonderd inwoners van een dorp ten noorden van München geëvacueerd vanwege een dambreuk. Naar schatting vierduizend mensen moesten tot dusver hun huis verlaten. Elders worden mensen opgeroepen om op de bovenste verdiepingen van hun huizen af te wachten.
Anders dan bij de verwoestende en dodelijke overstromingen in en rond het Duitse Ahrdal in juli 2021, waarbij ruim 180 mensen om het leven kwamen, hadden de Duitse autoriteiten de slagregens tijdig in het vizier. In veel dorpen en stadjes werden mensen ruim voor het weekend gewaarschuwd voor extreme weersomstandigheden; brandweerauto’s reden door de straten en kondigden te nemen veiligheidsmaatregelen per luidspreker aan.
Toch konden die maatregelen de enorme schade niet voorkomen. Deels omdat, volgens inschattingen van meteorologen, een dergelijke hoeveelheid neerslag „eens in de honderd jaar” voorkomt, een frequentie waar dus moeilijk op valt te anticiperen. Maar ook omdat waterbeheer in Duitsland al lange tijd geen prioriteit is. Waterbeheerder Daniel Bachmann stelde in een interview in Focus in januari van dit jaar dat Duitsland passief reageert op grote rampen, terwijl in Nederlands waterbeheer veel meer vooruit wordt gekeken en scenario’s worden doorgespeeld.
Uiterwaarden bebouwd
In Duitsland zijn veel oorspronkelijke rivieruiterwaarden bebouwd; zo is ongeveer 80 procent van de uitwijkmogelijkheden die de grote rivier de Elbe ooit had verdwenen. Gemiddeld wordt in Duitsland elke dag een oppervlakte van 72 voetbalvelden bebouwd, volgens gegevens van het ministerie van Milieu. Regenwater wordt zo steeds minder snel in de grond opgenomen.
Meer in het zuiden, in heuvelachtiger gebied, hebben kleine rivieren vaak weinig ruimte, en ontstaan er bij hevige regenval vaak vernietigende stromingen. Veel deelstaten hebben na de ramp van 2021 wel plannen gemaakt om het water beter op te kunnen vangen; zo wil Baden-Württemberg dertien nieuwe opvangbassins aan de oevers van de Rijn graven -plannen waar de getroffen burgers nu nog niets aan hebben.
Lees ook
Grote wateroverlast in Zuid-Duitsland: hoogste waterpeil in honderd jaar, trein ontspoord
Een meteoroloog van de ‘Deutsche Wetterdienst’, Helge Tuschy, beschreef vorige week hoe dusdanig sterke regens als die in Beieren en Baden-Württemberg ontstaan. Volgens Tuschy zorgde een plotselinge opwarming van de luchtlaag op zo’n tien tot vijftig kilometer hoogte afgelopen maart ervoor dat de afgelopen weken een lagedrukgebied bleef hangen boven West-Europa. Dat lagedrukgebied neemt steeds nieuwe warme lucht op uit het Middellandse Zeegebied. Dat komt vervolgens in de vorm van neerslag terecht in West- en Midden-Europa.
Volgens Tuschy gebeurde iets vergelijkbaars bij de overstromingen van het Ahrdal in 2021, waarbij juist kleine rivieren met weinig ruimte in grote vernietigende vloedgolven veranderden. Hoe de weersdynamiek precies samenhangt met de opwarming van de aarde is niet helemaal duidelijk, aldus Tuschy, maar dergelijke weerfenomenen komen steeds vaker voor.
Klimaatdoelen
Dat bevestigde ook kanselier Scholz bij zijn bezoek, al het vierde dit jaar aan een overstromingsgebied. Hij benadrukte dat „we de opdracht om de mensgemaakte klimaatcrisis tegen te houden niet mogen verwaarlozen”. Ook minister-president Söder, die notoir tegen de bouw van windmolens in Beieren is, zei dat de strijd tegen klimaatverandering nog veel meer aandacht moet krijgen. Maar, zei hij ook, er is „geen verzekering” tegen de gevolgen van de klimaatcrisis.
Maandagochtend concludeerde een deskundigencommissie dat, anders dan minister van Economie en Klimaat Robert Habeck (Groenen) in maart stelde, de Duitse klimaatdoelen voor 2030 niet gehaald lijken worden als verschillende sectoren geen maatregelen nemen. Duitsland heeft zichzelf ertoe verplicht om in 2030 zeker 65 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990. Maar meerdere sectoren, waaronder het verkeer en de industrie, liggen niet op koers. Met name de industrie stoot weer meer uit, na een luwere periode in het kielzog van de coronacrisis. De regering kan het oordeel van de deskundigencommissie niet naast zich neerleggen: de relatief nieuwe klimaatwet stelt dat het oordeel en het advies van de commissie bindend is.
Minister Habeck, die zondag in het rampgebied was, legde nog niet nadrukkelijk het verband tussen de overstroming en het klimaatbeleid van de regering in Berlijn. Mogelijk vindt hij het niet kies om politieke munt te slaan uit de ramp, terwijl hij graag meer steun zou hebben voor rigoureuzer klimaatbeleid. Maar mogelijk denkt hij ook dat de aandacht te vestigen op het steeds minder ambitieuze beleid van de regering-Scholz niet goed is voor zijn partij, de Groenen, zo kort voor de Europese verkiezingen.