N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Klimaatzaken Het juridische schot hagel waarvan activisten zich bedienen, blijkt effectief. Dat heeft ook z’n uitwerking op rechters. Langzamerhand ontstaan er barsten in sommige traditionele rechterlijke opvattingen.
‘We zijn dan wel minder beroemd dan de jeugdklimaatbeweging, maar we zijn met veel: wij zijn de oudere vrouwen tegen klimaatverandering.” In een hip ogend campagnefilmpje spreekt een rits bejaarde Zwitserse vrouwen de woorden zelfverzekerd uit. Deze ‘KlimaSeniorinnen’, zoals ze zichzelf noemen, verschenen woensdag voor de ‘Grote Kamer’ van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). De activisten klagen de Zwitserse overheid aan vanwege mensenrechtenschendingen.
Hun overheid, stellen de activisten, schiet dusdanig tekort in de aanpak van CO2-uitstoot dat zij aansprakelijk is voor het leed van vrouwen op leeftijd, die relatief veel last ondervinden van extreme temperaturen. Die redenatie is (nog) niet vanzelfsprekend: het is voor het eerst dat het EHRM een klimaatzaak behandelt, wat op zichzelf al een overwinning voor klimaatactivisten betekent.
Juridische aardverschuiving
Als de KlimaSeniorinnen de zaak winnen, zou dat een potentiële juridische aardverschuiving betekenen voor de 47 landen die partij zijn van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Waarschijnlijk volgt dan een groot aantal rechtszaken van milieuclubs tegen overheden, aldus hoogleraar milieurecht aan de Rijksuniversiteit Groningen Gerrit van der Veen. Volgens hem is een overwinning bepaald niet uitgesloten: „In het licht van recente jurisprudentie, geef ik ze best een kans.” Dat het EHRM uitpakt door met zeventien rechters, die tezamen de Grote Kamer vormen, naar de zaak te kijken, „geeft in ieder geval aan hoeveel gewicht men daar bij het Hof aan deze zaak hecht”.
Volgens professor Lodewijk Smeehuijzen, hoogleraar privaatrecht aan de Vrije Universiteit, is het beroep dat de KlimaSeniorinnen doen op mensenrechten een aantrekkelijke keuze: „Klimaatverandering kan namelijk dramatische mensenrechtelijke implicaties hebben.” Dat hebben milieuorganisaties over de hele wereld zich in toenemende mate gerealiseerd, zo concludeerde de London School of Economics. Tussen 1986 en 2014 werden er iets meer dan achthonderd klimaatzaken gevoerd. Daar kwamen er tot 2022 nog eens twaalfhonderd bij.
Juridische argumenten uit rechtszaken zijn vaak helder over te brengen van de ene klimaatgroep op de andere
Maar overwinningen van milieuorganisaties in de rechtbank zijn allesbehalve vanzelfsprekend. Klimaatzaken lopen herhaaldelijk op tegen hetzelfde juridische probleem, ziet Smeehuijzen. „Individuele overheden en bedrijven zijn niet bij machte om de nare gevolgen af te wenden die klimaatverandering met zich meebrengt.” Zelfs al zou de rechter activisten in het gelijk stellen, na de uitspraak bestaan de negatieve gevolgen van klimaatverandering nog steeds. „Normaliter wijst een rechter je direct de deur, als hij weet dat zijn oordeel geen direct gevolg zal hebben op jouw situatie”, aldus Smeehuijzen. Het leeuwendeel van de klimaatactivisten vist daarom juridisch achter het net.
Zo ook de KlimaSeniorinnen, die in 2016 de Zwitserse overheid aanklaagden omdat die het klimaatverdrag van Parijs zou schenden omdat zij de opwarming van de aarde niet zou beperken tot 1,5 graden. De rechter wees de beschuldiging van de hand. Er zijn tenslotte internationale afspraken gemaakt om de uitstoot te beperken, aldus de rechtbank, en zelfs áls die 1,5-gradengrens niet gehaald wordt, dan geschiedt dat pas over tientallen jaren. Tegen die tijd zijn de KlimaSeniorinnen al lang overleden, waardoor hun mensenrechten niet geschonden kunnen worden. De senioren zijn ondertussen al zes jaar aan het procederen, met als summum nu de zaak in het EHRM in Straatsburg.
Een juridisch schot hagel
Activisten bedienen zich vaker van een dergelijk ‘schot hagel’ om te zien wat werkt. Zo dreigt milieugroep Mobilisation for the Environment naar de rechter te stappen als een aantal Nederlandse provincies belastende landbouwvergunningen niet intrekken. Soms is het zomaar raak, zoals in Nederland de afgelopen jaren. Zo was er de spraakmakende Urgenda-zaak van 2015, waarin het Nederlandse hooggerechtshof oordeelde dat de staat CO2-uitstoot, ten opzichte van 1990, met 25 procent moest dalen tegen 2020. Niet veel later schoten klimaatactivisten opnieuw raak: in 2021 oordeelde de rechtbank in Den Haag dat Shell in 2030 zijn uitstoot met 45 procent moet verlagen. Beide uitspraken kwamen onverwacht, aldus professor Smeehuijzen. Maar toeval is het ook niet.
Dergelijke klimaatrechtszaken, zoals ook die van de KlimaSeniorinnen, stapelen zich op de afgelopen jaren, ziet Smeehuijzen. „Klimaatactivisten die dit soort zaken beginnen, vormen een groot netwerk. De dag na een klimaatvonnis worden binnen die groepen de juridische argumentaties en rechterlijke uitspraken rondgemaild. De mensen in dat netwerk helpen elkaar graag aan successen.” Omdat een rechtszaak een heel precieze redenering vereist, zijn juridische argumenten doorgaans helder over te brengen van de ene klimaatgroep op de andere. Die juridische kruisbestuiving is eenvoudiger wanneer een gerechtelijke redengeving gebaseerd is op verdragen zoals het Verdrag van de Rechten van de Mens, aldus Van der Veen.
Maar het zijn niet alleen klimaatjuristen die de ontwikkelingen in Nederland (en daarbuiten) volgen. Langzaamaan beginnen ook rechters er andere perspectieven op na te houden. Smeehuijzen: „De klimaatthematiek is levensbedreigend en concreet, maar de aanpak ervan valt buiten de directe invloedssfeer van individuele bedrijven en overheden. Als rechters aanklagende klimaatactivisten toch in het gelijk willen stellen, moeten ze daarvoor de traditionele kernconcepten van het recht hervormen.” Daarvoor zijn niet alle rechters en academici ontvankelijk, ziet Smeehuijzen. Langzaamaan komen er „barsten” in sommige traditionele rechterlijke opvattingen die klimaatactivisten in de weg zaten.
Maar spreken van een verschuiving in de rechtspraak is te voorbarig, waarschuwt hij. De zaak tegen Shell moet tenslotte nog behandeld worden in hoger beroep, en ook de KlimaSeniorinnen hebben hun zaak bij het EHRM nog allerminst gewonnen. Het Hof kán nog besluiten om de actiegroep de deur te wijzen vanwege het ontbreken van een juridische grond.
Serieuze klimaatorganisatie
Toch is een juridisch gelijk niet de enige winst die te behalen valt voor milieuorganisaties. Na zes jaar procederen zijn de KlimaSeniorinnen uitgegroeid van een markant clubje van honderdvijftig bezorgde grootmoeders tot een serieuze milieuorganisatie die inmiddels meer dan tweeduizend leden telt. Hun winsten én verliezen, evenals die van klimaatclubs Urgenda en Milieudefensie, klinken ook in andere delen van de wereld door. Volgens de London School of Economics zijn er tot nu toe 88 klimaatzaken aangespannen tegen overheden in het ‘mondiale zuiden’.
Het zou de eerste keer worden dat het Internationaal Gerechtshof zich, net zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak van de KlimaSeniorinnen, uitspreekt over klimaatverandering
Zo klaagde een Peruaanse berggids het Duitse energiebedrijf RWE aan vanwege een verkommerende gletsjer die zijn bergdorp bedreigt. Duitse rechters reisden af naar het dorp, en zegden toe dat RWE aansprakelijk zou worden gehouden als bewezen kan worden dat de gletsjer afbrokkelt te gevolge van klimaatverandering en daardoor het dorp bedreigd wordt. Volgens experts heeft de zaak een prima kans van slagen.
Het eilandstaatje Vanuatu, dat door de stijgende zeespiegel wegzakt in de Stille Oceaan, woensdag erin de Verenigde Naties zo ver te krijgen dat het Internationaal Gerechtshof een onderzoek instelt naar de verantwoordelijkheden van lidstaten om hun eigen CO2 te reduceren.
Het zou de eerste keer worden dat het Internationaal Gerechtshof zich, net zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak van de KlimaSeniorinnen, uitspreekt over klimaatverandering. Het zal waarschijnlijk niet de laatste keer zijn.