Wozzeck is het ijskoude hoogtepunt van het operafestival van Aix-en-Provence

Recensie Muziek

Operafestival Aix-en-Provence Van sommige voorstellingen kun je alleen maar zeggen dat álles perfect is. Christian Gerhaher zingt een Wozzeck die je bij de keel grijpt. Regisseur Simon McBurney heeft daar ijskoude beelden bij verzonnen. Het London Symphony Orchestra speelt onder Simon Rattle zinderend zacht en doodeng.

Christian Gerhaher als Wozzeck op het operafestival van Aix-en-Provence.
Christian Gerhaher als Wozzeck op het operafestival van Aix-en-Provence. Foto Monika Rittershaus

Er zijn voorstellingen waar je weinig woorden meer aan hoeft te besteden dan: alles was perfect.

Wozzeck was in 1925 een revolutie. Wozzeck ging niet over een held of een anti-held, een god, een prinses, een kunstenaar of iemand anders met een duidelijke identiteit. Wozzeck ging over een gewone man die ten onder gaat aan armoede en een harde maatschappij. En dat op hyper-expressionistische muziek, vol ongehoorde vormen en harmonieën. Componist Alban Berg baseerde zich op het onvoltooide toneelstuk Woyzeck van Georg Büchner.

Wozzeck, een arme man, wordt gepest en gekleineerd door zijn legercommandant. Om wat geld bij te verdienen, laat hij dubieuze wetenschappelijke proeven op zijn lichaam doen door een overambitieuze dokter. Het enige wat hij heeft is zijn gezinnetje, met zijn kind en zijn lieve vrouw Marie. Als hij ziet dat zij verleid wordt door een ander, stort het laatste beetje van zijn wereld in. Hij dood haar, hallucinerend van de test-medicijnen. Als hij in de kroeg zit, ontdekken de stamgasten dat hij onder het bloed zit. Hij vlucht en verdrinkt. Hun kind blijft alleen achter.

Het decor op het grote toneel van het grote Grand Théâtre de Provence (1370 stoelen) is sobergrijs, maar overweldigend: drie enorme wanden markeren het lege speelveld, maar die wanden bestaan uit luikjes die op en neer kunnen kantelen, waardoor de muren kunnen pulseren en golfpatronen ontstaan. De vloer bestaat uit draaischijven, drie ringen in elkaar die individueel kunnen draaien, met niks erop behalve een deur in een frame die de deur van Wozzecks woning, de dokterspraktijk en de kroeg is, afhankelijk van op welke ring de deur neergezet wordt. Een cameraatje bovenaan de deur, en een cameraatje aan een slangetje in de dokterspraktijk, filmen Wozzeck en andere personages nu en dan van dichtbij, wat dan groots op de achterwand geprojecteerd wordt. Op de meest penibele momenten wordt die close-up stilgezet, en lijkt het beeld als op een oude beeldbuis monitor in de achterwand te branden. Alleen als Wozzeck aan bloed denkt, krijgt de ruimte een kleur: roder en roder, van beneden langzaam naar boven, alsof het toneel een bak is die vol bloed loopt.

Foto Monika Rittershaus

IJskoud beeld met een draaischijftruc

Het helpt enorm dat Wozzeck gezongen wordt door bariton Christian Gerhaher, die ook een geweldig liedzanger is. Gerhahers inlevingsvermogen in Wozzecks groeiende gekte, en zijn verklanking daarvan in de zware, dramatische muziek van Berg grijpt je bij de keel. Neem daarbij het London Symphony Orchestra met dirigent Simon Rattle dat van zacht lyrisch naar totaal levendig met een warme Disney-vioolklank terug naar zinderend, doodeng zacht kan spelen: totaal meevoerend. Ook tenor Peter Hoare als een kluchtige dikke en besnorde Hauptmann die Wozzeck voortdurend met een priemend vingertje prikt, en bas Brindley Sherratt als een eerzuchtige Doktor doen een waardevolle duit in het zakje. Alleen de stem van sopraan Malin Byström vult de grote zaal niet altijd helemaal. Gelukkig zie je aan haar lichaam alsnog hoe intens haar zang is, wat veel goedmaakt.

In de dokterspraktijk gebruikt regisseur Simon McBurney de buitenste draaischijf slim. Terwijl Wozzeck door de dokter onderzocht wordt, denkt hij aan het enige wat hem op de been houdt: zijn Marie. Precies als hij de woorden ‘Ah Marie’ zingt, komen zij en hun kind spelend op de buitenste draaischijf voorbij gedraaid, als een gedachteflard. Wozzeck draait letterlijk door.

Ook het café levert prachtige tableaus op, met niet meer dan veel mensen dicht op elkaar, dansend en drinkend op een paar houten banken en tafels in een mooi zacht bruinig licht dat de grijze omgeving nóg grijzer maakt. In het gewoel spelen muzikanten op het podium live muziek, zo feestelijk dat Bergs muziek uit het orkest nóg wranger klinkt. Als Wozzeck ertussen zit, bebloed en totaal de weg kwijt, herhaalt McBurney de draaischijftruc. Om alle blijheid cirkelt Wozzecks uitgekomen waanbeeld: het lijk van Marie. Het is een ijskoud beeld.

De verdrinkingsscène is al helemaal overweldigend. Wozzeck zakt langzaam door de vloer, terwijl de achterwand op hem afkomt en hem uiteindelijk overspoelt. Zijn kind, die op hem afkomt lijkt hem te willen redden, maar loopt hem voorbij het water in. Het trauma van armoede en minderwaardigheid is doorgegeven.

Terug naar het overzicht: Dit is het operafestival van Aix-en-Provence 2023