Wordt Erdogans presidentiële paleis straks een slaapzaal voor studenten?

Verkiezingen Turkije President Erdogan heeft in Turkije steeds meer macht naar zich toegetrokken. Volgens de verenigde oppositie vormen de komende verkiezingen misschien wel de laatste kans om die hervormingen terug te draaien.

Buitenlandse staatshoofden worden in het presidentieel paleis van Erdogan in Ankara ontvangen door krijgers in historische uitdossing. In 2015 viel die eer ten beurt aan de Palestijnse leider Mahmoud Abbas.
Buitenlandse staatshoofden worden in het presidentieel paleis van Erdogan in Ankara ontvangen door krijgers in historische uitdossing. In 2015 viel die eer ten beurt aan de Palestijnse leider Mahmoud Abbas.

Foto AP

Het presidentiële paleis in de Turkse hoofdstad Ankara is niet te missen. Het is groter dan het Kremlin in Moskou en het Witte Huis in Washington. Het staat op een enorm, bosrijk terrein net buiten het centrum, vlak bij het mausoleum van vader des vaderlands Mustafa Kemal Atatürk. Het paleis bestaat uit drie statige witte gebouwen in neo-Ottomaanse en Seljuk-stijl, die samen 1.150 kamers tellen. Op het terrein staat ook een presidentiële moskee en een bibliotheek: een enorme ronde hal met een koepelgewelf, die van boven tot onder gevuld is met vier miljoen boeken. Buitenlandse staatshoofden en regeringsleiders die een bezoek brengen aan president Erdogan worden verwelkomd door zestien krijgers, uitgedost in maliënkolders en gouden helmen. Elke krijger belichaamt een Turks rijk uit het verleden, zoals de Hunnen, de Seljuks, de Moguls en de Ottomanen.

Het paleis vat Erdogans twintigjarige bewind aardig samen: de machtshonger, de herwaardering van het Ottomaanse verleden, de ambitie om van Turkije een grootmacht te maken. Het paleis werd in gebruik genomen op 29 oktober 2014. Erdogan was net twee maanden president, een functie die destijds slechts beperkte macht met zich meebracht. Maar hij had grote ambities. Hij pleitte voor invoering van een presidentieel systeem, waarin zijn macht sterk zou worden uitgebreid. Daar was aanvankelijk weinig animo voor binnen zijn partij en bij de kiezers. Maar na een referendum in 2017 kreeg hij toch zijn zin. Het paleis werd het zenuwcentrum, de zon waar alle andere staatsinstellingen omheen draaien. De uitvoerende macht vormt de binnenste ring, op grotere afstand cirkelen de wetgevende en de rechterlijke macht. Erdogan heeft het laatste woord over vrijwel al het overheidsbeleid.


Lees ook Hij wordt ‘de Turkse Gandhi’ genoemd: Kemal Kiliçdaroglu

Het paleis zal niet langer het zenuwcentrum zijn als de oppositie-alliantie op 14 mei de parlements- en presidentsverkiezingen wint. Want de oppositie belooft Erdogans presidentiële systeem te zullen ontmantelen ten faveure van het oude parlementaire stelsel met een premier als regeringsleider. Het is de belangrijkste verkiezingsbelofte, die een alliantie van zes zeer uiteenlopende partijen bijeen houdt. Kemal Kiliçdaroglu, de presidentskandidaat van de oppositiealliantie, ziet zichzelf als de ideale persoon om de transitie te leiden. Hij wil zijn intrek nemen in het oude presidentiële paleis in Cankaya, een onopvallend roze pand waar Atatürk nog heeft gewoond. En hij speelt met het idee om van Erdogans paleis een universiteit of een studentenslaapzaal te maken. „Ik zal alles teruggeven wat van de jeugd is gestolen”, twitterde Kiliçdaroglu in 2021. „Ik zal alle fouten en extravagantie van Erdogan compenseren.”

Tweesprong

Turkije staat met deze verkiezingen op een tweesprong: consolidatie van het autoritaire regime of democratisch herstel. Ziya Önis, professor internationale politiek aan de Koç Universiteit in Istanbul, maakt zich grote zorgen over de autoritaire wending die Turkije de afgelopen jaren heeft genomen. Maar volgens hem is het regime fragieler dan ooit, met name door de economische malaise. „Ook de aardbeving was een belangrijke ontwikkeling, die de tekortkomingen van het presidentiële systeem heeft blootgelegd. De belofte van de oppositie om dat systeem te ontmantelen maakt deel uit van een breder pakket maatregelen om een pluralistischer politiek systeem te introduceren met sterkere controlemechanismen en instituties. Ik hoop dat we na deze verkiezingen aan een nieuw hoofdstuk in onze geschiedenis zullen beginnen. Anders zal het moeilijk worden om het systeem te vervangen.”

Erdogan had een meer autoritaire staatsvorm voor ogen, naar Russisch voorbeeld

Ziya Önis professor Koç Universiteit in Istanbul

Het presidentiële systeem is volgens Önis de afgelopen jaren al sterk geïnstitutionaliseerd geraakt. De macht verschoof van de staatsinstellingen naar Erdogans familieleden en hovelingen. Belangrijke overheidsorganen, zoals het parlement, werden in dit proces aanzienlijk verzwakt. „Een presidentieel systeem is niet per definitie ondemocratisch”, zegt Önis. „Maar Erdogan had een meer autoritaire staatsvorm voor ogen, naar Russisch voorbeeld, waarin de macht sterk is geconcentreerd en weinig ruimte is voor oppositie, vrije pers of onafhankelijke rechtspraak.” De afgelopen jaren daalde Turkije naar plek 149 (van de 180) op de internationale persvrijheidsindex van Reporters Without Borders. Een soortgelijke trend is te zien bij de rechtsstaat. Önis: „Het illustreert de dramatische achteruitgang van de rechtsstaat als een van de centrale pijlers van een democratisch bestuur in Turkije.”

Doodsbedreigingen

Advocaat Erdal Dogan ziet met eigen ogen wat de gevolgen zijn van de autoritaire wending die zijn land heeft genomen. Hij doet al 25 jaar politiek gevoelige zaken, die vaak draaien om geweld tegen minderheden en andere mensenrechtenschendingen. Zo stond hij de nabestaanden bij van de Armeense journalist Hrant Dink, die in 2007 in Istanbul werd doodgeschoten. Maar zijn werk werd steeds gevaarlijker. Hij begon uit nationalistische hoek doodsbedreigingen te ontvangen, waardoor hij persoonsbeveiliging van de politie nodig had. „Ik voelde me niet veilig meer”, zegt Dogan. „En als advocaat kon ik mijn werk ook niet meer doen. Ik kon slachtoffers niet meer verdedigen in de rechtszaal. Want van eerlijke processen is geen sprake meer. Het maakt niet uit wat de realiteit is, rechters zijn slechts uit op een veroordeling. De wet is een wapen geworden in handen van de macht.”


Lees ook Opgesloten filantroop is liberale tegenpool van Erdogan

Dogan bracht de afgelopen jaren steeds vaker bezoeken aan de gevangenis. Niet alleen om cliënten te bezoeken maar ook bevriende journalisten, advocaten, kunstenaars en politici. De galerij van de schande, noemt hij dat. Een van hen is Selahattin Demirtas, de charismatische leider van de pro-Koerdische partij HDP, die sinds 2016 gevangen zit op beschuldiging van het maken van propaganda voor de Koerdische terreurbeweging PKK. Of neem de zakenman en filantroop Osman Kavala, die levenslang kreeg voor zijn rol bij de Gezi-protesten in 2013, waarin Erdogan een poging ontwaarde hem van de troon te stoten. Dogan kent hem nog van zijn toonaangevende kunst- en cultuurinstelling Anadolu Kültür, die het erfgoed van minderheden probeerde te behouden. „We streden samen voor erkenning van de Armeense genocide. Ik heb hem enkele keren opgezocht in de gevangenis, en ga binnenkort weer.”

‘Politieke gijzelaars’

Als Dogan tijdens zijn bezoeken aan de gevangenis al die politieke gevangenen ziet, dan zakt de moed hem in de schoenen. „Veel van mijn vrienden zijn doelwit van de onwettige daden van de regering”, zegt hij. „Dat ik mijn gedetineerde vrienden niet kan helpen en mijn vak niet kan uitoefenen, maakt me moedeloos. Het maakt niet uit of het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Turkije berispt voor een oneerlijke rechtsgang, je kan het vonnis toch niet veranderen, je kunt het slachtoffer niet verdedigen, je kunt je werk niet doen. Daarom heb ik besloten mee te doen aan de verkiezingen voor de partij Groen Links [waar de HDP onlangs in op is gegaan om een partijverbod te voorkomen]. Ik ben hoopvol dat ik kan helpen om Turkije democratischer te maken. We staan op een kruispunt. Als de oppositie wint, verwacht ik dat veel politieke gijzelaars vrijkomen.”


Lees ook In Turkije zorgen de supermarkten voor de hoge inflatie, of dat moeten burgers in elk geval geloven

Önis denkt dat de oppositie een goede kans maakt. Want de economie is Erdogans achilleshiel. Het presidentiële systeem bood hem de kans om een populistisch macro-economisch beleid te voeren: groei ten koste van alles. Maar dit leidde tot een serie valutacrises, torenhoge inflatie, toenemende armoede, en een economie die balanceert op de rand van de afgrond. „De druk van Erdogan op de centrale bank om de rente laag te houden, werkte de instabiliteit in de hand”, zegt Önis. „De regering gaf externe factoren, zoals Amerikaanse sancties, de schuld. Maar de crisis was van eigen makelij. De benoeming van Erdogans schoonzoon Berat Albayrak tot superminister van Economie en Financiën is een goed voorbeeld van het mismanagement. Omdat de invoering van het presidentiële systeem samenviel met de economische neergang, is het nooit echt populair geweest.”

Het nieuwe presidentiële paleis in Ankara werd in 2014 opgeleverd. Erdogan hervormde het Turkse staatsbestel en gaf de president daarin veel meer macht dan voorheen. De oppositie wil dat terugdraaien als ze in mei de verkiezingen wint.
Foto Aykut Unlupinar/Getty Images

Identiteitspolitiek

Toch moet de politieke straatvechter Erdogan volgens Önis niet worden onderschat. De verkiezingen vinden plaats in een zeer ongelijk speelveld: Erdogan controleert een groot deel van de media en heeft alle middelen van de staat tot zijn beschikking. „Bovendien zijn grote delen van het electoraat persoonlijk aan hem gehecht”, zegt Önis. „Zijn charisma en populariteit, zeker op het conservatieve platteland, spelen daarbij een belangrijke rol. Dat komt deels doordat er nog steeds economische groei is, al is die zeer ongelijk verdeeld. Een andere cruciale factor is identiteitspolitiek, en de polarisatie tussen seculier en religieus die door Erdogan op scherp is gezet. Onder Erdogan hebben conservatieve groepen aan maatschappelijke status gewonnen, zij zijn nu dominant. Zelfs middenin een economische crisis staat 30 tot 35 procent van het electoraat nog altijd pal achter hem.”

Erdogan heeft Atatürk inmiddels ingehaald als de langst zittende leider van Turkije. En hij is na hem ook het meest bepalend geweest. Na twintig jaar aan de macht vereenzelvigt zijn AK-partij zich met de staat. Als de oppositie wint, dan zal het zal een enorme opgave worden de partij van de staat te scheiden. „De kracht van het regime is gebaseerd op cliëntelistische netwerken”, zegt Önis. „Belangrijke delen van de samenleving blijven economisch profiteren. Degenen aan de top, zoals de grote bouwbedrijven, het meest. Maar mensen uit elke laag van de samenleving profiteren van de cliëntelistische netwerken, in de vorm van baantjes of sociale steun. Het zal moeilijk worden om die te ontmantelen.”