Woningcorporaties verkopen steeds minder huizen

Woningcorporaties verkopen steeds minder woningen, meldt het economisch vakblad ESB donderdag. In 2015 werden nog zo’n 26.000 huizen verkocht, in 2023 iets meer dan 6.000. Dat was weer 553 minder dan het jaar ervoor. Het aantal verkochte huizen lag in 2023 fors lager dan voor het hoogtepunt: in 2005 werden er nog meer dan 16.000 woningen verkocht.

Woningbouwcorporaties kwamen tijdens de kredietcrisis in de problemen, omdat er te risicovolle investeringen waren gedaan en woningen minder waard werden. Ook de verhuurdersheffing die in 2013 werd ingevoerd – en inmiddels weer is afgeschaft – drukte zwaar op de corporaties. Daarom verkochten die huizen om hun financiële positie te verbeteren. Het Rijk moedigde corporaties aan om huizen eerst aan zittende huurders of aan vrije huurders aan te bieden, maar op de vrije markt bracht de verkoop meer op. De verkoop aan investeerders op de vrije markt was in 2015 het grootst: die kregen negenduizend voormalig sociale huurwoningen in handen. In 2022 werden afspraken gemaakt om huurders bij de verkoop voorop te stellen.

De afname van de verkoop lijkt goed nieuws voor mensen die jarenlang wachten op een sociale huurwoning. Maar dat betekent niet dat het aanbod van de woningcorporaties groeit. De aanbouw van nieuwe sociale huur blijft achter, ondanks ambitieuze plannen: zo spraken die met de overheid af tot 2030 300.000 nieuwe woningen te gaan bouwen. De Autoriteit woningcorporaties (Aw) concludeerde in februari dat die woningbouwdoelen met de huidig aanpak onhaalbaar zijn.


Lees ook

Toezichthouder: stop met wensdenken, huidige nieuwbouwafspraken woningcorporaties niet haalbaar

In het huidige bouwtempo gaan woningbouwcorporaties het doel van 300.000 nieuwe woningen in 2030 niet halen.


Lees ook

Door de verkoop van sociale huurwoningen verandert Amsterdam. ‘Alle armen worden de stad uit gedrukt’

Sociale huurwoningen in Amsterdam.