N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Wolvenbeheer Een informatiebijeenkomst voor dierenhouders in Nunspeet over de wolf, loopt over van de emoties. „Ik vroeg hoe die wolf hier kwam. Maar ik weet het. Die is hier uitgezet!”
Het kan, zegt de gespreksleider deze avond, nogal emotioneel worden. „Dat mag ook”, vertelt hij. Vanaf hun stoelen, met hun armen over elkaar, staren zo’n tweehonderd mensen in het dorpshuis in Elspeet hem aan. Het onderwerp van de avond ís voor hen zeker emotie. Dat zal later op de avond ook duidelijk worden, wanneer ze zelf aan het woord komen over het dier dat hen dagelijks bezighoudt: de wolf.
Voor de tweede keer organiseert de provincie Gelderland een dergelijke bijeenkomst. Een week eerder was de beurt aan buurtdorp Ermelo. Overal staan borden met wolveninformatie. De burgermeester en gedeputeerde Harold Zoet (BBB, Natuur en Landbouw) lopen rond.
Het is niet toevallig dat deze avond hier wordt gehouden. Elspeet is een landbouwenclave, een eilandje bestaande uit landbouwgebied, geheel ingesloten door bossen en heidevelden van de Veluwe. De Veluwe is wolvengebied en Elspeet is dat helemaal. Aan weerzijde van dit dorp woont een wolvenroedel. Geen beste combinatie met de meer dan honderd dierhouders, die niet allemaal wolfwerende maatregelen hebben getroffen. Sinds augustus vonden tientallen schapen en andere dieren de dood, met als lugubere apotheose de recente dood van shetlandpony Lucky Boy. Die was met zijn 35 jaar oud een begrip in Elspeet.
Er wordt dna-onderzoek gedaan naar de toedracht van de aanval, maar de dierhouders weten het zeker: het waren wolven. Wat bijt anders een pony dood? De aanval wakkert angst en zorgen aan. En het hoofdthema van de avond is precies dát: het uiten van die zorgen.
Telkens nieuwe beloftes
„Ben ik een wolvenkenner?”, zegt burgermeester Céline Blom tegen de zaal, “Nee, dat ben ik zeker niet. Maar ik waak als burgermoeder over mensen die zich zorgen maken.” Elke dag krijgt Blom berichten over aanvallen, zegt ze. „Iemand zei me: ik ga mijn dieren verkopen. Ik kan het niet aanzien wanneer ze dood in de wei liggen.”
Blom verzocht vorige week de provincie om in een klein gebied rond Elspeet een halfjaar wolven te mogen doden. Dat was vooral een statement, want de wolf is juridisch zó goed beschermd dat de kans op inwilliging van dat verzoek klein is.
Als gedeputeerde Harold Zoet spreekt, doet hij de zaal telkens opnieuw een belofte. „Mijn inzet is dat wij straks de wolf kunnen beheren, zoals we dat óók met herten en zwijnen doen. Het liefst op korte termijn.” Dat dit een boude uitspraak is, weet Zoet ook wel. Want ook híj kan die belofte zelf niet waarmaken. Dat moet in Brussel gebeuren, waar internationale regels over de ‘strikt beschermde’ wolf werden afgesproken.
Wij hebben dit nooit gewild!
Jan de Zwaan schapenhouder uit Emst
Zoet lobbyde vorige week nog in Brussel, de Europese Commissie kijkt op dit moment of het mogelijk is de beschermde status van de wolf aan te passen. „Ik heb echt een goed gevoel aan dat gesprek overgehouden”, zegt hij tegen de zaal. Mensen luisteren aandachtig.
Vlak voor Zoet zit een rijtje (ervarings)deskundigen. „Er zijn nu zeven roedels, zo’n zeventig wolven in Nederland”, zegt Zoet. Later noemt hij dat Nederland bij honderd een gezonde populatie heeft. Er klinkt gemor op de eerste rij. “Dat is ook maar wat ik meekrijg he”, zegt Zoet. Over het aantal wolven is discussie. De laatste officiële meting telde dertig. „Ik kan nu zeggen: bescherm uw dieren”, vervolgt de gedeputeerde. Hij benoemt een subsidie voor hekken. „En we hebben noodrasters beschikbaar. Die kunt u van ons lenen.”
Luid applaus
Tegen de wolfwerende maatregelen is veel weerstand. Schapenhouder Arjan de Zwaan uit Emst vindt dat er wel „heel makkelijk” door de provincie wordt gezegd dat dierhouders hun dieren moeten beschermen. „Er wordt nu gezegd: boer, er is subsidie, dus doe je werk maar. Dat is níét eerlijk.” Luid applaus volgt.
Antwoorden van de experts worden vaak met gesnuif en gelach ontvangen. Een man uit Elspeet vraagt hoe de wolf in Nederland is terechtgekomen. Ecoloog Erwin van Manen steekt een verhaaltje af over de route vanuit Oost-Europa door Duitsland. Een dierhouder wil weten wat er gaat gebeuren nu dadelijk al het „wild op is, de schapen achter rasters zitten en de koeien op stal zijn”. „Wie zijn er dan aan de beurt?” Erik Koffeman, van de afdeling faunazaken van de provincie, vertelt op dit moment helemaal geen meetbaar effect van de wolf op de wildstand te zien. Snuivend worden hoofden geschud.
Diverse mensen zeggen hun kinderen niet meer alleen naar school te laten fietsen. „Toen mijn schapen door een wolf werden gepakt, vroeg ik de schadetaxateur of mijn zesjarige kind nog in het bos kan spelen”, zegt een hobbyboerin. „Hij zei van niet. Dit doet iets met ons gevoel van veiligheid. Kunt u mij 100 procent garanderen dat mijn kinderen niks overkomt?”, vraagt ze ecoloog Erwin van Maanen. Die probeert haar gerust te stellen: hij bivakkeerde laatst nog tussen wolven – maar een 100-procentgarantie kan hij niet geven.
De man die als eerste een vraag stelde, pakt opnieuw de microfoon. „Ik vroeg hoe die wolf hier kwam. Maar ik weet het. Die is hier uitgezet!” De zaal applaudisseert luid. Van Maanens stellige ontkrachting kan niet op reactie rekenen.
Lees ook dit artikel: Nunspeet wil de wolf mogen doden – wat zijn de regels?
Moeflons en schapen
Na drie kwartier maakt het plenaire gedeelte plaats voor een informatiemarkt. En liefhebbers kunnen in een klein zaaltje een college van de ecoloog volgen.
Aan een statafel staat de boomlange medewerker faunabeheer, Erik Koffeman. Hem werd eerder op de avond nog verweten dat hij „vanachter zijn bureau” niet kan weten dat hier „tweehonderd moeflons” zijn verdwenen. „Dan kan je wel vertellen dat er maar veertig moeflons zitten, maar feit is wel dat die inderdaad weg zijn”, zegt hij. Koffeman legt uit dat moeflons en schapen makkelijke prooien vormen. „U weet ook, zegt hij tegen schapenhouder Jan de Zwaan uit het naburige Emst, ze zijn een beetje dom. „Maar ú ook”, roept de schapenhouder, met zijn vinger richting Koffeman priemend. „Wij hebben dit nooit gewild!” Koffeman blijft kalm. „Ik heb hier ook niet om gevraagd, hè. U mag me aanvallen. Ik begrijp dat het heel emotioneel is.” De Zwaan schudt zijn hoofd. “Dat heeft er niks mee te maken!”
De kring rond Koffeman wordt groter. Mensen vuren allerlei vragen en beschuldigingen op hem af. Waarom worden wolven hier bijgevoerd? „Nou, dat doe ik in ieder geval niet hoor, zegt Koffeman quasi-grappend.
Dat niemand naar zijn feitenrelaas wil luisteren, deert hem niet. „Op een avond als deze zijn feiten eigenlijk niet zo interessant. Mensen willen dat iemand luistert.”