Woeste monsters in het bos helpen het woedende meisje Benni in Wildfire

Recensie Theater

Boekadaptatie In hun adaptatie van het klassieke jeugdboek Where the wild things are (Max en de Maximonsters) blijven regisseur Belle van Heerikhuizen en schrijver Nina Polak vrij dicht bij de schitterende filmbewerking uit 2009. Dat is geen straf: de emotionele kern blijft sterk overeind.

Benni is boos. Het negenjarige meisje, alleen gelaten met haar veertienjarige zus op de parkeerplaats van de IKEA, laat haar emoties de vrije loop. Woedend is ze, op de leugenachtigheid van volwassenen, op het ongebreidelde dierenleed in de wereld, op haar zus die eindeloos over niks praat met haar vriendinnen aan de telefoon en sinds kort de hele tijd klef doet met haar vriendje, en op haar moeder, die haar pas overleden vader nu al heeft ingeruild voor een nieuwe man. In schitterende volzinnen klaagt ze de hele volwassen wereld aan, die vooral uitblinkt in ‘doen alsof’, en weigert oprecht uit te komen voor twijfels, emoties, en fouten.

In Wildfire, een ontroerende theaterbewerking van het beroemde prentenboek Max en de Maximonsters van Maurice Sendak, staat overgave aan je gevoel centraal. Net als in het boek komt de hoofdpersoon na een ruzie met haar moeder in een fantasiewereld terecht, die door monsters bevolkt wordt. Die worstelen allemaal met hun emoties, waardoor Benni, met haar ‘aura van woede’, een groep zielsverwanten vindt. Prachtig treft auteur Nina Polak in de voorstelling het midden tussen kinderlijke overgave en volwassen strubbelingen, waarbij ze vooral lijkt te hebben geput uit de meesterlijke filmbewerking van Spike Jonze en auteur Dave Eggers uit 2009.


Lees ook het interview met de makers

Polak structureert het verhaal als een rouwproces: Benni kampt met schuldgevoelens rond de mysterieuze dood van haar vader, waarvan ze maar half gelooft dat hij ‘de macht over het stuur verloor’ toen hij tegen een boom reed. Bovendien lijdt de negenjarige aan een klimaatdepressie. Polak brengt de beide lijnen bij elkaar in Benni’s ontmoeting met George, een van de monsters, die eindeloos aan de bosrand staat te turen naar de dieren die hij daar ziet, en die hem beschuldigend aankijken.

Regisseur Belle van Heerikhuizen maakt van de monsterbende een rockband. Door dezelfde acteurs eerst de familie van Benni en andere IKEA-bezoekers te laten spelen, benadrukt ze het psychologische element van de fantasie van het meisje, dat de monsters gebruikt om chocola te maken van haar eigen emoties en de wereld om haar heen. Op het podium van het Bostheater verandert de IKEA-parkeerplaats vloeiend in een open plek in een wild woud, waar de monsters hun gevoelens in popsongs gieten. Alleen een kapot busje herinnert nog aan de echte wereld – en aan de dood van Benni’s vader.

Als Benni is ‘Ntianu Stuger de emotionele kern van de voorstelling, en ze draagt dat schitterend. De acteur brengt haar teksten met een halve grom in haar keel en overtuigt volledig in haar woede, haar speelsheid én haar verdriet. De popcomposities van Jimmi Hueting treffen precies de juiste toon van wildheid met hier en daar ruimte voor kwetsbaarheid, en bieden de geweldige cast de kans zich flink uit te leven.

De structuur van Widlfire is uiteindelijk een net iets te nette aaneenschakeling van scènes met ieder individueel monster, die allemaal een ander deel van Benni’s psychologische zoektocht vertegenwoordigen. Maar de emotionele kern is ijzersterk, en de bosrijke omgeving sluit perfect aan bij het wilde woud van gevoelens waar Benni in verdwaalt.