‘Winter is coming’ in de opera ‘Boris Godoenov’, die volgens de makers over het verleden en over de toekomst van Rusland gaat

Afgelopen vrijdag kwam alles voor het eerst samen: solisten, orkest, het enorme koor en het nog grotere decor. Een man met een roze petje gaat ervoor staan en zegt: „Het is altijd al mijn droom geweest om deze opera te regisseren. Deze uitvoering is niet bedoeld om Rusland in het verleden te laten zien. Dit is Rusland in de toekomst.”

De seizoensafsluiter van De Nationale Opera, traditioneel onderdeel van het Holland Festival en met het Concertgebouworkest in de bak, is dit jaar Boris Godoenov van Modest Moessorgski. De man met het roze petje is de regisseur: Kirill Serebrennikov, een Russische dissident en regisseur die we in de opera in Amsterdam al kennen van zijn weergaloze Der Freischütz in 2022. Halverwege vorige maand nog werd hij uit de repetities weggeroepen naar Cannes, om door de Franse minister voor cultuur te worden geridderd als Chevalier de la Legion d’Honneur. Voortdurend overlegt hij in het Russisch met de dirigent van deze productie: de in Londen wonende Vasily Petrenko, in het dagelijks leven chef van de Royal Philharmonic Orchestra. In 2007 dirigeerde hij ook al eens een Boris Godoenov in Nederland, toen bij de Nationale Reisopera.

Het toneelbeeld is een variant van een poppenhuis: een dwarsdoorsnede van gestapelde kamers, zoals je met enige regelmaat ziet in de opera. Alleen zijn dit beklemmend veel kamertjes: negentien. Allen zijn ingericht als woonkamertje of keuken, en bewoond door één of meerdere mensen. Je komt ogen tekort in de levendige krapte van deze panelka-flat uit de Sovjettijd. In veel kamertjes staat een tv waarop dezelfde Russische propagandazender te zien is. Sommige kamerbewoners kijken ernaar, maar de meesten negeren het beeldscherm.

Toen DNO-directeur Sophie de Lint vroeg welke opera Serebrennikov graag zou regisseren, kwam hij met Boris Godoenov: oorspronkelijk een toneelstuk van Alexander Poesjkin, die er in 1825 een Shakespeariaans drama voor Rusland mee wilde maken, door Moessorgski in 1872 (na een afgewezen eerste versie drie jaar eerder) bewerkt tot opera. Die tweede versie is vanaf dinsdag in Amsterdam te zien.

Moeten we de macht vertrouwen?

Het historische verhaal in een notendop: na de dood van tsaar Fjodor wordt Boris Godoenov onder druk van het volk en de adel tot tsaar gekroond. Maar zijn geweten knaagt: er wordt gefluisterd dat hij de moord op de jonge troonopvolger Dmitri heeft laten plegen. Ook de jonge Grigori hoort over Dmitri en besluit diens identiteit aan te nemen. Hij gaat naar Polen en krijgt daar politieke en militaire steun om de troon te claimen. Terwijl Grigori als de ‘valse Dmitri’ optrekt naar Moskou, wordt Boris’ steeds meer verteerd door schuld en wanhoop. Hongersnood, volksoproer en innerlijke onrust ondermijnen zijn gezag. Uiteindelijk sterft hij, gebroken door schuld en angst.

Toch gaat Boris Godoenov niet zozeer over Boris, of elke andere solist op het podium. De echte hoofdrol is het volk, gespeeld door het koor, dat een groot deel van de gebeurtenissen lijdzaam en angstig ondergaat. Serebrennikov zocht al langer naar een plek om Boris Godoenov te regisseren, maar had nog geen operahuis gevonden dat een groot en goed genoeg koor heeft om alle zware, oud Russische teksten uit het hoofd te zingen én er goed bij te acteren. Hij vertelt het afgelopen maandag in de foyer van de Nationale Opera & Ballet, waar hij met Petrenko een halfuurtje tijd heeft om te praten, voor ze weer verder moeten met hun repetitiedag van zes uur. Het hele gesprek verschuilt Serebrennikov zijn ogen achter een zonnebril.

Natuurlijk willen ze deze opera doen om zijn relevantie. Petrenko: „Boris Godoenov gaat over de relatie tussen de macht en het volk. Over hoeveel maatschappelijke verantwoordelijkheid het volk heeft om de goede mensen aan de macht te krijgen. De opera speelt zich af in een specifiek moment in de Russische geschiedenis, maar het verhaal is in wezen tijdloos. Ook nu vragen we ons af: moeten we de macht vertrouwen? Zijn machthebbers wel bezig met het volk. Wat zijn de intenties van de machthebbers, maar ook: wat zijn de intenties van het volk?”

Regisseur Kirill Serebrennikov

Foto Milagro Elstak

Serebrennikov: „Dieper nog bevraagt deze opera de menselijke natuur. Het is een donkere tijd, oorlog en oproer zetten het volk aan tot reageren. Maar hoe reageren ze? Je ziet het nu weer gebeuren: oorlog en andere slechte dingen lokken mensen uit het vreselijkste te doen. Als mensen hun min of meer gestructureerde leven zien instorten, beginnen ze zich als dieren te gedragen.”

Een oplossing draagt de opera niet aan, het heeft een open einde. Daarin speelt de joerodivy een belangrijke rol. ‘Joerodivy’, dat is eigenlijk niet te vertalen, zeggen de twee. Serebrennikov: „Een ‘eenvoudige man’ noemen we hem hier.” Petrenko: een joerodivy was een bedelaar met een fysieke of mentale handicap, die meestal bij een kerk zat en door die kerk gevoed werd. Aan de ene kant viel hij dus buiten de maatschappij, aan de andere kant gaf zijn verbondenheid aan de kerk hem een heilige status. In die onaantastbare positie was de joerodivy vaak de enige persoon in het dorp die echt vrijuit de waarheid kon zeggen.”

De dreiging kan van buitenaf komen, maar ook in je zitten

Vasily Petrenko
dirigent

De opera eindigt met een waarschuwing van de joerodivy: „De vijand komt, inktzwarte duisternis zal over ons land vallen. Huil, huil om het Russische volk.”

„‘Winter is coming’, dus eigenlijk”, zegt Petrenko, verwijzend naar de populaire waarschuwing uit Game of Thrones. „Maar hij zegt niet wie die vijand is. Hij kan van buitenaf komen, maar hij kan ook bedoelen dat de bedreiging in je zit.”

Complex psychologisch drama

Maar is dat echt de toekomst van Rusland? Is dat niet gewoon nu al aan de hand? Serebrennikov: „Begrijp het zoals je wil.” Petrenko: „Het is een tijdloos stuk.” Een parallel is snel gemaakt: kun je Serebrennikov en Petrenko ook joerodivy’s noemen? Serebrennikov: „Ik doe liever niet aan zelf-identificatie. Andere mensen moeten bepalen wie of wat ik ben.”

Componist Modest Moessorgski was niet de makkelijkste: hij was bot en dronk veel. Petrenko: „Bijzonder is dat hij zelfs de meest negatieve personages waardigheid meegeeft. In deze opera zit geen ‘Ik kom eraan, ik ga je vermoorden, ik ga je vermoorden!” Serebrennikov: „Geen primitieve slechtheid dus. Alle slechtheid in dit verhaal is enorm complex. Dat, samen met alle Shakespeariaanse, Russische, religieuze, sociale motieven, motieven over de ware menselijk natuur, maakt het zo’n goed psychologisch drama. Daarom hou ik zo van deze opera. Het is de beste Russische opera die er is.”

Het duurde destijds even voor Poesjkins stuk door de censuur kwam. Denken Serebrennikov en Petrenko, allebei Russische kunstenaars die niet in Rusland werken, dat een Poesjkin of een Moessorgski dit werk ook hadden kunnen maken als ze nu in Rusland hadden geleefd? Serebrennikov: „Gelukkig bestaat de magische ‘als’ niet. En kunstenaars creëren nu eenmaal. Ook in ballingschap, in de gevangenis, onder de vreselijkste omstandigheden en zelfs onder druk van de macht. Creëren kun je niet stoppen.” Petrenko: „Kunst staat altijd boven politiek. Neem Beethoven. Die overleefde acht oorlogen, en iedereen kent hem nog. Terwijl: hoeveel Europese machthebbers uit Beethovens tijd kun je opnoemen? Napoleon, Bismarck misschien. Maar er waren er ettelijke. Wie waren de machthebbers toen de Mona Lisa werd geschilderd? Wie toen Rembrandt leefde?”

Boris Godoenov van De Nationale Opera wordt uitgevoerd op het Holland Festival
Foto Milagro Elstak

Petrenko hoopt dat het Nederlandse publiek vooral een civiele verantwoordelijkheid meeneemt uit de voorstelling: „Uiteindelijk gaat het erom dat mensen geven om hun leiders. Daarmee bedoel ik dat het belangrijk is dat mensen vóór iemand stemmen, en niet tégen iemand anders. En dat ze daarmee opletten waar hun land heen beweegt. Het publiek moet zich afvragen welke acties nodig zijn van een individueel burger om te voorkomen dat ‘de duisternis’ intreedt.” Serebrennikov: „En we willen het publiek eraan herinneren dat het leven zowel idioot fragiel als onbetaalbaar is. Het gaat hier niet alleen om een voorspelling over Rusland, maar over de hele wereld.”

Petrenko: „Maar wij geloven er niet 100 procent in, hoor. Wij zijn optimisten. Duisternis is maar een optie en die willen we voorkomen.”


Lees ook

Regisseur Serebrennikov: ‘De seksualiteit van Tsjaikovski was enorm complex’

Aljona Michailova en Odin Lund Biron als echtpaar Antonina Miljoekova en Pjotr Iljitsj Tsjaikovski.