N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kwartaalcijfers Shell verdubbelt zijn kwartaalwinst. Het olieconcern gaat meer betalen aan zijn aandeelhouders.
Twee maanden voor zijn vertrek bij Shell was het voor bestuursvoorzitter Ben van Beurden een goed moment om terug te kijken. Negen jaar lang bestuurde hij het olie- en gasconcern en dit was zijn laatste presentatie van de kwartaalresultaten.
„Een mix van trots en spijt” zag hij donderdag bij het terugkijken. Trots, omdat het concern „financieel onvergelijkbaar sterker” is geworden. Zo is de winst 65 procent hoger, is de kasstroom driemaal zo groot en zijn er veel meer vrouwen in de top, zei hij, goed voorbereid. „Vrouwen vormen nu een derde van de top 1.200 en dat was 17 procent toen ik aantrad.”
En de spijt? „Niet dat ik verkeerde beslissingen heb genomen, maar meer dat ik bepaalde beslissingen, met de kennis van nu, wellicht een beetje te laat heb genomen.” Dat gold voor het beperken van de Groningse gasproductie, zoals Van Beurden eerder deze maand bij het openbare verhoor van de parlementaire enquête verklaarde. Maar ook voor het niet eerder staken van de oliewinning in het poolgebied. „Uiteindelijk zijn we daar vertrokken, maar – terugkijkend – hadden we dat niet eerder en sneller kunnen doen?”
Schok in beleggersland
Een dieptepunt tijdens Van Beurdens bestuursperiode was het terugschroeven van de winstuitkering aan de aandeelhouders. Dat veroorzaakte een schok in beleggersland, want Shell had sinds de Tweede Wereldoorlog nog nooit zijn dividend verlaagd. Als gevolg van de pandemie ging de uitkering in april 2020 met twee derde omlaag.
Dankzij de hoge winsten hebben de aandeelhouders de laatste tijd weinig te klagen. Zo gaat het dividend in het vierde kwartaal weer met 15 procent omhoog. Nog eens 4 miljard dollar wordt besteed aan de inkoop van eigen aandelen, waardoor beleggers de winst per aandeel ‘als vanzelf’ zien stijgen. „Dit brengt dit jaar onze totale uitkering aan aandeelhouders op 26 miljard dollar”, rekende financieel bestuurder Sinead Gorman voor.
Dankzij de hoge olie- en gasprijzen zijn de cijfers – in de woorden van Van Beurden – „robuust” genoeg om de aandeelhouder op deze wijze te belonen. Over de afgelopen drie maanden werd een nettowinst van 9,45 miljard dollar (9,42 miljard euro) geboekt en dat is ruim tweemaal zoveel als een jaar geleden. De winning van olie en gas (de divisie upstream) leverde een winst op van 5,9 miljard, tegen 1,7 miljard een jaar eerder.
De gasdivisie zag de winst uitkomen op 2,3 miljard dollar, een kwart meer dan in 2021. Opvallend is de winstdaling van 38 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal terwijl deze divisie onder meer het zo gewilde vloeibare gas lng verkoopt. „We beschikten niet over de gastoevoer die we graag hadden willen hebben”, zei Gorman. „Dat zal in het vierde kwartaal niet anders zijn.” Het aanbod kan de hoge vraag in Europa, na het wegvallen van het Russisch gas, lang niet altijd volgen. Daarnaast leverde de gashandel minder op, vooral door de sterk wisselende prijzen.
Mild over belastingen
Opvallend was de mildere toon die Van Beurden aansloeg toen het over eventuele extra belastingen ging. Regeringen zien aan de ene kant de superwinsten van de olieconcerns en aan de andere kant zien zij burgers in problemen komen door hoge energierekeningen. Drie maanden geleden nog liet bestuurder Gorman tussen de regels door weten dat zulke belastingen een reden kunnen zijn om minder in een land te investeren.
Deze donderdag was er veel meer begrip. Van Beurden noemde het „een maatschappelijke realiteit” dat regeringen hun burgers gaan steunen. „Ik denk dat het alleen maar verstandig is dat regeringen interveniëren en de druk verlichten bij de mensen die dat het meest nodig hebben.”
Inmiddels heeft het Verenigd Koninkrijk al een speciale windfall tax voor de olie-industrie in het leven geroepen en ook in Nederland, Duitsland en Italië verwacht Van Beurden komend jaar vergelijkbare heffingen. Daarom kan „onze industrie” ook niet meer verrast zijn als haar kant op wordt gekeken. „We moeten juist aan tafel gaan zitten om ervoor te zorgen dat dit soort heffingen correct en passend zijn.”