Wilders staat klaar om zijn machtspositie uit te spelen

De politieke mentor van Mark Rutte staat te popelen om zijn discipel in het Torentje op te volgen. Vijfentwintig jaar nadat hij toetrad tot de Tweede Kamer en bijna twintig jaar nadat hij de VVD verliet en voor zichzelf begon, levert Geert Wilders zijn grootste politieke verrassing tot nu toe.

Ook voor hemzelf. Want hoe vaak het de afgelopen weken in interviews met lijsttrekkers ook ging over regeren mét Wilders, zelden ging het over regeren ónder Wilders. Dat was een scenario waar ook de PVV pas laat rekening mee hield, getuige de campagneoptredens van Wilders.

Zo tekstvast als Wilders wekenlang was over zijn ambities (meeregeren) en zijn prioriteiten (niet de islam bestrijden, wel het aantal asielzoekers indammen), zo vaag klonk hij als hem gevraagd werd hoe een premierschap van Geert Wilders eruit zou zien. En de PVV mocht dan concessies willen doen, maar hoe zien die er dan uit? Een gematigd moskeeverbod? Een halve asielstop?

Een kabinet-Wilders zou in elk geval „binnen de kaders van de Grondwet” blijven, maakte hij op de avond van zijn monsterscore duidelijk. Dat was blijkbaar het benoemen waard.

‘Wie dat allemaal zijn, ik heb geen idee,’ zei Martin Bosma over nieuwe fractiegenoten

De verrassing over de uitslag was donderdagochtend van de gezichten te lezen bij de PVV’ers die arriveerden voor de eerste fractievergadering in de nieuwe samenstelling. Zevenendertig zetels: het past allemaal net in de fractiekamer op de zwaar beveiligde PVV-vleugel.

„Wie dat allemaal zijn, ik heb geen idee”, had Kamerveteraan Martin Bosma op de verkiezingsavond al voor de televisiecamera’s geconstateerd.

En inderdaad: velen van hen zien elkaar voor het eerst. De PVV is immers een partij met maar één lid – Wilders zelf – en lijkt in bijna niets op andere partijen. Er zijn geen partijcongressen, contact tussen fracties in het land en de Kamerfractie in Den Haag is minimaal, talentontwikkeling is vrijwel afwezig.

Dus wie die PVV’ers zijn die straks in de fractie plaatsnemen? Zelfs de PVV lijkt het amper te weten. Een kaartenbak met potentiële ministers is er evenmin, al valt niet uit te sluiten dat nieuwe namen uit de schaduwen treden als PVV’er nu blijkt dat die partij voor velen niet meer zo giftig is.

Duidelijkheid

Wilders zal hoe dan ook snel duidelijkheid moeten verschaffen aan zijn meest logische coalitiepartners om hen voor zich te winnen. De voortekenen voor hem zijn gunstig. BBB is al om, de VVD sorteert voor op een formatiepoging door de omvang van Wilders’ zege te benadrukken en de afwijzing van de PVV door Nieuw Sociaal Contract staat sinds de verkiezingsdag op de helling.

Om hen echt over te halen, zal Wilders de komende tijd nog meer zijn best doen om zijn kwaliteiten als coalitiepartner naar voren te schuiven. Hij zal, net als in de campagne, zijn bereidheid laten zien om water bij de wijn te doen. Traditiegetrouw gaat de verkiezingswinnaar nederig de formatie in, om anderen om tafel te krijgen. Zo’n rol heeft Wilders nooit gehad.

De verkiezingswinnaar zal ook geloofwaardig moeten maken dat hij zijn in omvang geëxplodeerde fractie in de hand heeft: dat de PVV geen akkoord zal tekenen om vervolgens weg te lopen of uiteen te spatten.

Nederig de formatie ingaan, zo’n rol heeft Geert Wilders nog nooit gehad

Het is geen eenvoudige opgave. Maar Wilders is er veel aan gelegen om zijn machtspositie uit te spelen. „We zwaaien vanaf de boot naar zuur links dat onmachtig een vuistje probeert te maken”, zei hij tijdens zijn kortstondige periode in de nabijheid van de macht, als gedoogpartner van VVD en CDA in Rutte 1. Dat kabinet, gevormd in 2010, hield het anderhalf jaar vol.

De ervaring daarmee is instructief. Zijn enige „breekpunt” uit de campagne, géén verhoging van de pensioenleeftijd, liet Wilders toen een dag na de verkiezingen varen. Andere wensen sleepte hij wel binnen, strengere bijstandsregels, naast het behoud van sommige sociale voorzieningen.

Als gedoogpartner speelde Wilders zijn rol effectief. De PVV leverde geen ministers, maar Wilders was overal bij. Hij onderhandelde over het regeerakkoord en over tussentijdse bezuinigingen, sprak wekelijks met premier Mark Rutte en vicepremier Maxime Verhagen (CDA). Zijn fractie stemde loyaal mee en hield zich aan de afspraken.

Die innige samenwerking weerhield Wilders er niet van oppositie te voeren vanuit het hart van het kabinet. Het waren de jaren van de gedoger Geert Wilders, die tekende voor bezuinigingen die ook zijn achterban raakten, maar ook de jaren van fractievoorzitter Geert Wilders die „Doe normaal man!” door de plenaire vergaderzaal naar de premier tierde.

Na het mislukte avontuur van Rutte 1 zijn er VVD’ers, NSC’ers (zeker bij voormalige CDA’ers) en zelfs BBB’ers waar de wrok tegen Wilders nog altijd diep zit. Uiteindelijk klapte dat kabinet immers omdat Wilders niet nog eens wilde tekenen voor extra bezuinigingen. Rutte zou het hem nog jarenlang nadragen.

Als de VVD toen al het idee had dat de PVV wel erg machtig was vanuit de gedoogstoel, zal dat gevoel nu nog veel groter zijn. Het is één ding voor de rechtse partijen om de PVV ‘in te kapselen’, als junior-partner in een groot kabinet. Een kolossale PVV aan het roer van het kabinet is een heel ander verhaal, en het is de vraag of andere partijen dan nog steeds het gevoel hebben dat ze de partij in een coalitie kunnen temmen.