Wijsheid volgens Plato, Shaw, Churchill en jezelf

Citeren Woorden krijgen meer gewicht als ze van belangrijke denkers afkomstig zijn. Meestal zijn ze dat niet, ziet Hans Steketee.

Een veel verkeerd geciteerde filosoof: Plato.
Een veel verkeerd geciteerde filosoof: Plato. Foto Getty Images

‘Necessity is the mother of all invention”, staat op een groot raam waar ik vaak langs fiets. Met eronder: ‘Plato’. Eerste gedachten: waarom kiest een yoga-keten iets van Plato als motto en is een Engels citaat niet lui? Tweede gedachte: heeft Plato dit echt gezegd? Het antwoord op die laatste vraag: nee. In zijn Politeia (De staat, De republiek) zegt hij – althans laat hij Socrates zeggen – dat behoefte aan bepaalde vaardigheden noodzakelijk leidt tot bepaalde beroepen. Maar niets over ‘de moeder van alle uitvindingen’.

Welnesswijsheden

Toch is Plato een veilige keuze om een wijs klinkend maar, als je er even op mediteert, betekenisloos zinnetje aan toe te schrijven. „Een kind kunnen we angst voor het donker vergeven, maar het is een tragedie als een volwassen man bang is voor het licht”, „Onwetendheid is de wortel van alle kwaad”, „Muziek geeft een ziel aan het universum.” Plato, Plato en Plato, staat er vaak achter. Maar van geen van deze welnesswijsheden is hij de auteur. Toch, Plato kennende, hád hij het kunnen zeggen. Dus is het noodzakelijk dat hij hoog in de top-zoveel van verkeerd geciteerde beroemdheden staat.

Met een Napoleon („Geef mij generaals die geluk hebben”), Mark Twain („Het bericht over mijn dood is overdreven”), Nietzsche („Gezond verstand is ongediagnostiseerde domheid”), Einstein („Niet alles is telbaar en niet alles wat telbaar is, telt”) en een Marie-Antoinette („Waarom eten ze dan geen cake?”).

Vaak gaat het niet om één foute toe- of verschrijving, maar is het een lange estafette, als in het kinderspelletje Chinese whispers (het ‘telefoonspel’). Kijk maar op Quote Investigator, een verslavende website die zulke wordingsgeschiedenissen tot aan de bron blootlegt (probeer Life is uncertain. Eat dessert first).

Zeker óók in die top-zoveel: George Orwell. Hij zei onder veel meer (niet): „In een tijd van universeel bedrog is het spreken van de waarheid een revolutionaire daad” en „Wie corrupte politici kiest is geen slachtoffer maar een medeplichtige.” En laatst moest NRC rectificeren nadat de zinsnede „Journalistiek is het afdrukken van wat iemand anders niet afgedrukt wil zien, al het andere is public relations” aan Orwell was toegeschreven.

Uiteindelijk worden alle humoristische opmerkingen aan Shaw toegeschreven of hij ze nu wel of niet heeft gezegd

Hoe zat het daarmee dan wel, wilde de Achterpagina-leiding weten (vandaar dit stukje). Wel, het is de bekendste Orwell-instinker. Juist omdat het zo past bij 1984 en Animal Farm hád hij het kunnen zeggen, al kende hij volgens zijn biograaf, Dorian Lynskey, het begrip ‘pr’ niet. Lynskey komt met perstycoon William Randolph Hearst en schrijver Malcolm Muggeridge als mogelijke bron, maar het bewijs is „vaag”. Misschien is het wel van George Bernard Shaw!

Churchillian Creep

Citatenvorser Nigel Rees van het BBC-radioprogramma ‘Quote…unquote’, dat tot 2021 heeft bestaan, spreekt hier van De Eerste Wet van Rees: ‘Bij twijfel toeschrijven aan Shaw’. Dit proces leidt ertoe, zegt hij, dat „uiteindelijk alle humoristische opmerkingen” aan de Ierse veelschrijver worden toegeschreven, „of hij ze nu wel of niet heeft gezegd”.

Het lijkt op wat Stephen Fry voor strijdlustige citaten Churchillian Creep (‘Churchill-verschuiving’) heeft genoemd, waarbij luie citeerders hun oorspronkelijke bron „van de weg laten drukken” door Churchill (of Napoleon). Wat Fry dan weer van Rees had geleend, maar niet helemaal zuiver, want Rees had het over Churchillian Drift. Rees: „As Churchill definitely didn’t say: ‘Always verify your references’.”

Maar misschien is het niet nodig elke bron kapot te checken. Immers, zoals iemand, mogelijk Plato, eens zei: „Door anderen te citeren luisteren we vooral naar onszelf.”