‘Wij kwamen terug naar Oekraïne, omdat het er nog was, dankzij het leger’

Reportage

Een jaar oorlog Een jaar nadat de invasie door Rusland begon, voelen de inwoners van Kyiv nog wel angst, maar minder dan in het begin. Daarnaast is er trots – op het leger en op president Zelensky. „Onze president was sterk – hij is gebleven en hij heeft alles gedaan dat hij kon.”

President Zelensky vrijdag tijdens de persconferentie in Kiyv. „Het is niet onze oorlog. Wij vechten voor ons allemaal”, zei hij. „Het is Rusland die deze crisis veroorzaakt.”
President Zelensky vrijdag tijdens de persconferentie in Kiyv. „Het is niet onze oorlog. Wij vechten voor ons allemaal”, zei hij. „Het is Rusland die deze crisis veroorzaakt.”

De lampen werken, de winkels zijn open – overal in Kyiv wappert de Oekraïense geel-blauwe vlag. Eén jaar nadat Russische raketten de ramen overal in Oekraïne deden trillen en breken, kijken de Oekraïners gespannen naar het verstrijken van deze ‘jaardag’.

De Oekraïense regering waarschuwt voor mogelijke Russische provocaties rondom de 24 februari, de dag waarop de Russische invasie vorig jaar begon. Een aanval of een ander afleidingsmanoeuvre, waarin voor de zoveelste keer geprobeerd zou kunnen worden Oekraïne onderuit te schoffelen. Oekraïense schoolkinderen kregen thuisonderwijs op woensdag, donderdag en vrijdag. Ook veel overheidsgebouwen bleven leeg.

De grootste angst op dit moment betreft de militaire vliegtuigen die Rusland afgelopen weken bij de grens heeft verzameld. Tot het eind van vrijdagmiddag heeft het luchtalarm nog niet een keer geklonken in Kyiv. Hoewel het rustig is, wagen toch veel Oekraïners zich gewoon op straat. „Ik ben niet bang”, zegt Alina. Ze draagt haar dochtertje Diana op de arm op het plein vol buitgemaakte en inmiddels verroest Russisch oorlogsmaterieel.

‘Hier is alles’

„Tenminste, niet banger dan op alle andere dagen”, vervolgt ze. „Maar als ze wat gaan doen, gebeurt het vast op een werkdag. Ze willen ons wegjagen, maar we blijven in Kyiv. Hier is alles, ons huis. Mijn vader wil zijn kleindochter kunnen zien. We gaan nergens heen.”

Aan het begin van de oorlog zag Alina Toemets vanuit haar raam op de 19e verdieping hoe een helikopter uit de lucht geschoten werd. „We zagen de dood, het was ontzettend eng”, zegt Alina. Ze konden bij familie in centraal Oekraïne terecht en kwamen afgelopen zomer, nadat het beleg van de stad was afgewend, weer terug naar Kyiv.

Uit het Sint-Michielsklooster klinkt Oj oe loezi tsjervona kalina – Oekraïnes ‘tweede volkslied’. Het is een komen en gaan van soldaten. Het is de plek waar sinds 2014 de gevallen militairen worden herdacht. President Zelensky en generaal en opperbevelhebber Valeri Zaloezjny kwamen er vrijdagochtend samen voor een eerbetoon aan nabestaanden.

Lecja Hrysjoek kwam met haar zoontje Dima naar het klooster om een kaarsje aan te steken. „Een jaar is voorbij en er is nog niets opgelost. We willen deze oorlog winnen”, zegt Hrysjoek.

Met haar zoontje vertrok ze naar Polen in de eerste dagen van de oorlog. Dinsdag kwamen ze weer terug. Omdat Dima zijn vriendjes miste en omdat haar man er nog woont – hij zit in het leger. „We hebben kunnen terugkomen naar Oekraïne omdat onze soldaten het beschermd hebben”, zegt Hrysoek. „En onze president was sterk – hij is gebleven en hij heeft alles gedaan dat hij kon.”

Ook Olena Skirda en Olena Maljoesjko, met zwart en blond haar respectievelijk, maken zich geen extra zorgen omdat het de week van 24 februari is. Tijdens hun pauze wandelen ze door de binnenstad. „Rusland provoceert elke dag. Elke dag”, zegt Skirda. „Niet pas sinds 2022 of 2014. Denk aan de Holodomor [de door Stalin veroorzaakte hongersnood], die was ook op onze grond, gericht tegen ons volk. Lees de geschiedenis. Rusland brengt niets goeds.”

Achterstallige pensioenen

Skirda is vrijdag juist opgetogen. „Een jaar geleden dacht ik dat er geen morgen zou zijn. En kijk, nu lopen we hier.” De Olena’s werken samen bij Oekrposhta, het staatspostbedrijf dat dit jaar ook belast werd met het uitdelen van geld voor de evacuaties van bedrijven, en het toesturen van de achterstallige pensioenen naar bevrijde gebieden.

Iedereen die NRC op straat treft is te spreken over president Zelensky. „Hij is een uitstekende crisismanager”, zegt Skirda. „Oekraïne had het niet beter kunnen treffen.” Skirda noch Maljoesjko heeft op hem gestemd. „Ik heb zelfs helemaal niet gestemd, ik wist gewoon niet op wie. Zelensky’s kwaliteiten werden ons pas afgelopen jaar duidelijk.”

President Zelensky ruimt vrijdagmiddag uren in om vragen van de internationale media te beantwoorden. Onderweg naar de gigantische kelder van het hotel waarin hij dit deed, is langs de muren een fotoserie opgesteld van één jaar oorlog. Met het bedrukkende geluid van een hartslag zie je steeds andere beelden met bloed, tranen en reddingsacties op een scherm.

Voelt Zelensky zich onaantastbaarder dan een jaar geleden? Nu hij Europa en de VS bezoekt en in het centrum van Kyiv journalisten ontvangt? „Ik probeer gewoon de eenheid te bewaren”, antwoordt Zelensky.

De afgelopen maanden heeft Oekraïne geen gebied meer kunnen bevrijden en toch wil Zelensky van geen consessies weten. „Verlaat ons territorium. Stop met het vernielen van onze infrastructuur, de huizen, onze watervoorziening. Stop met het doden van honden, katten. Stop met het verbranden van onze bossen. Dan kunnen we gaan praten.”

Nu, meer dan ooit, is internationale steun belangrijk voor Oekraïne om de strijd vol te kunnen houden. Zelensky noemt de energiecrisis. „Het is niet onze oorlog. Wij vechten voor ons allemaal. Het is Rusland die deze crisis veroorzaakt.”

In dat kader uitte hij zich relatief positief over het vredesplan dat China vrijdag presenteerde. Zo noemde hij het „niet slecht” dat China praat over Oekraïne. Zelensky zei dat hij het met sommige punten eens is en met andere punten niet, maar „het is een begin”, zei hij.

In de tunnels onder het Onafhankelijkheidsplein, bekend als de Maidan, waait warme stoffige lucht je tegemoet. Anatoli (69) verstopte zich een jaar geleden in de metro tijdens de aanval op Kyiv. Een jaar later staat hij weer op het platform onder de Maidan maar niet om zich te verbergen. Hij wacht ongeduldig op de metro zodat hij elders in de stad weer boven de grond kan komen. „Het was een verschrikkelijk jaar”, zegt hij triest. Meer wil hij er niet over zeggen.