N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reconstructie Bij zijn aantreden wilde minister Eric Wiebes de problemen met de Groningse gaswinning radicaal anders aanpakken. Dat pakte op allerlei manieren verkeerd uit.
Met fotografie door
Hoofdstuk 1
Pap onder je huis
Als Sandra en Johan Folkersma in de volgepakte sportzaal van dorpshuis De Pompel om zich heen kijken, zien ze zorgen in de ogen van hun dorpsgenoten. Ze zien ook gelatenheid.
Het is moeilijk te bevatten, wat ze vanavond hebben gehoord. Aan één kant van de zaal, onder het basketbalbord, staat de man waarvoor Overschild op deze maandagavond 27 november 2017 is uitgelopen: Hans Alders, Nationaal Coördinator Groningen.
„Net pap”, heeft Alders de grond onder hun huizen genoemd. Het dorpje, gebouwd op het laagveen tussen Groningen en Delfzijl, is niet veilig. Bij aardbevingen gaat de grond golven.
In drie jaar tijd heeft Johan Folkersma, in het dagelijks leven vrachtwagenchauffeur, wel twintig nieuwe scheuren in de buitenmuren geteld. Sandra Folkersma, schooljuf, heeft samen met andere dorpsbewoners zelfs al een versterkingshandleiding gemaakt. Alle huizen in het dorp zijn maanden eerder uitgebreid geïnspecteerd.
Maar dat het zo erg zou zijn als Alders nu vertelt, hadden ze niet verwacht. Eén zware aardbeving en bijna alle tweehonderd huizen in Overschild gaan tegen de vlakte. Sandra en Johan hebben drie jonge kinderen. Als die ene beving komt, zal hun huis instorten en kan niemand ontkomen.
Alders zegt dat meer dan de helft van de huizen waarschijnlijk zo zwak is dat ze moeten worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
En toch stellen zijn woorden de Folkersma’s ook gerust. Ze krijgen het huis terug dat ze hadden, en het dorp zal er beter uitkomen. Dat heeft Alders toegezegd.
Beloften en boeksteunen
Eigenlijk is het versterken van Groningse huizen de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), het bedrijf dat het gas onder Groningen wint en aansprakelijk is voor de gevolgen van de bevingen die daardoor ontstaan. Maar de NAM opereerde zo traag dat het kabinet in 2015 Alders als Nationaal Coördinator Groningen aanstelde. Hij moest de versterking van duizenden huizen in aardbevingsgebied gaan ‘regisseren’.
Alders, oud-Commissaris van de Koningin in Groningen, oud-minister en oud-Kamerlid voor de PvdA, probeert dat nu al meer dan twee jaar. Maar het schiet niet op.
Neem Marja en Arjan Battjes. Zij wonen met hun twee kinderen in een rijtjeshuis uit 1974 aan de rand van Appingedam, op zo’n zeven kilometer van Overschild. Hun huis hoort bij de eerste groep woningen die door Alders voor versterking is aangewezen.
165 huizen in deze wijk zijn zogenoemde ‘vliesgevelwoningen’: alleen de zijmuren zijn van steen, voor en achter zijn ze van hout en kunststof. Experts vrezen dat de stenen muren bij een zware aardbeving als dominostenen omvallen, waarmee het hele rijtje tegen de grond gaat. Daarom wil Alders elk huizenblok verstevigen door een enorme boekensteun van staal en beton onder de hoekhuizen de schuiven. Het is simpel, goedkoop én snel: de operatie zou binnen acht weken kunnen zijn afgerond. Marja en Arjan Battjes wonen in zo’n hoekhuis en zien het wel zitten. Als ze toch tijdelijk hun huis uit moeten, kunnen ze meteen de keuken verbouwen.
Maar de eigenaren van tussenwoningen moeten ook akkoord gaan – en velen weigeren juist. Ze betwijfelen of hun huis er veiliger van wordt en hebben geen zin in minstens twee maanden overlast. Het zorgt voor spanningen in de wijk, en het helpt niet dat verderop tweehonderd huizen gesloopt worden omdat die onveilig zouden zijn. Die mensen krijgen wél een nieuw huis. Nu ligt de versterking stil.
Gevangen door de NAM
Kerstvakantie 2017. Eric Wiebes is nu twee maanden minister van Economische Zaken in Rutte III en gebruikt de laatste dagen van het jaar om zich in het gasdossier te verdiepen. Op zijn Haagse keukentafel liggen de Groningse problemen hoog opgestapeld. Al snel bekruipt de VVD’er een beklemmend gevoel – alsof hij in een kamer zonder uitgang zit.
Er liggen nog veertienduizend meldingen van door aardbevingen veroorzaakte schade waar al acht maanden niets mee wordt gedaan. En er zijn duizenden Groningers die inmiddels wél weten dat hun huis kan instorten bij een zware aardbeving, maar níét wat er wanneer gaat gebeuren om ervoor te zorgen dat ze weer veilig wonen.
Wiebes rekent op Alders: die moet ervoor zorgen dat gemeenten, provincie, rijksoverheid en de NAM beter samenwerken bij het versterken van de misschien wel twintigduizend onveilige woningen. Maar Alders heeft net een lange en deprimerende mail aan Wiebes’ hoogste ambtenaar geschreven, waarin hij schrijft dat ze nog altijd niet van start zijn. „We praten en praten.”
Dat het zo traag gaat, schrijft Alders, is de schuld van de NAM. Voor elke stap die hij wil zetten, moet hij om geld bedelen bij het gasbedrijf, dat zich „tot op huisniveau” met de versterking bemoeit. De NAM komt volgens Alders afspraken niet na en blijft discussiëren over de kosten en de veiligheidsnormen. Het gedrag van de NAM „wekt sterk de indruk van vertragen en uitstel om daarmee te bereiken dat er zo min mogelijk dient te gebeuren”, schrijft Alders. „Wij zijn allemaal hun gevangene.”
Wiebes wil juist tempo maken, het vertrouwen van de Groningers terugwinnen. Tijdens een bezoek aan het aardbevingsgebied heeft de nieuwe minister beloofd dat hij naar de regio zal luisteren. „Den Haag gaat niet bepalen wat in Groningen gaat gebeuren.”
Groningers vinden deze VVD’er een verademing ten opzichte van zijn stugge voorganger en partijgenoot Henk Kamp. Die legde vooral uit waarom dingen niet konden. Wiebes, zo merken ze in Groningen, stelt vragen. Opvallender nog: hij luistert naar de antwoorden. Tijdens zijn wandeling door de getroffen dorpen heeft hij het beleid van zijn voorganger in één zin afgeserveerd. „Dit is een Nederlands overheidsfalen van on-Nederlandse proporties.”
Uitzichtloze onzekerheid
Jarenlang had het kabinet de Groningers aan hun lot overgelaten. Echt zichtbaar werd dat na de klap in Huizinge. Op 16 augustus 2012, rond half elf ’s avonds, werd het Groningse dorpje getroffen door een aardbeving met een geschatte magnitude van 3,6 – nog altijd de zwaarste beving in het gasgebied. Daarna konden de NAM en het kabinet niet anders dan toegeven dat de gaswinning delen van Groningen onveilig maakt, en dat er meer en zwaardere bevingen konden komen dan eerder voor mogelijk was gehouden.
Toch werd de gaswinning niet afgebouwd. Minister Kamp had zelfs toegestaan dat in 2013 een historische hoeveelheid gas onder Groningen werd weggepompt.
Kamp zei dat Groningers het afhandelen van de bevingsschade en het versterken van hun huizen maar zelf met de NAM moesten regelen. Pas nadat toenemende regionale onrust en een vernietigend rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, halverwege 2015, voor landelijke aandacht begon te zorgen, had het kabinet hulp beloofd. Groningen moest binnen vijf jaar net zo veilig zijn als de rest van Nederland. En Hans Alders zou dat regelen.
Maar de versterking is verzand in een loopgravenoorlog tussen de NAM en Alders – die van Kamp weliswaar de ‘regie’ heeft gekregen, maar geen macht of geld. Er zijn misschien wel twintigduizend huizen onveilig, maar bij Wiebes’ aantreden zijn er pas 329 versterkt. In het huidige tempo is Groningen niet over vijf jaar veilig, zoals Kamp had beloofd, maar over zestig jaar.
Kamp heeft vooral uitzichtloze onzekerheid gecreëerd. De Folkersma’s, de Battjes en tienduizenden andere Groningers zijn bang gemaakt met de mededeling dat hun thuis misschien niet veilig is. Dagelijks vertellen de scheuren in hun eigen muren of de gestutte huizen van dorpsgenoten hun dat die angst niet denkbeeldig is. Groningers kampen met depressies, angststoornissen, hartkloppingen, slaapproblemen en hoofdpijn. De meesten door de jarenlange kafkaëske gevechten die ze met de NAM voeren om hun schade hersteld te krijgen.
Ze voelen zich gevangen in een huis dat misschien niet veilig is, maar waar ze ook niet vanaf kunnen. Want wie wil er nog wonen? Allemaal wachten ze, soms gelaten, soms strijdend, terwijl de grond tientallen keren per jaar onder hun voeten beweegt. Dat zijn de mensen met wie het nog redelijk gaat. Maar er worden ook Groningers dakloos. Sommigen ontvluchten hun steeds verder wegzakkende huizen, of slapen in kamers waar de winterwind door de scheuren binnendringt, onder lekkende daken.
En nu is Wiebes verantwoordelijk. Hij moet de onmogelijke belofte van Kamp inlossen. Hij wil het vertrouwen van de Groningers terugwinnen.
Die kerstvakantie weet hij: het moet radicaal anders.
NRC reconstrueerde in samenwerking met Dagblad van het Noorden op basis van gesprekken met tientallen hoofdrolspelers en duizenden pagina’s vertrouwelijke documenten wat er in het jaar daarna gebeurde.
Hoofdstuk 2
Een nieuw verhaal
Het nieuwe jaar begint met een nieuwe aardbeving. Op maandag 8 januari 2018, rond drie uur, vindt in het dorpje Zeerijp de zwaarste aardbeving in vijf jaar plaats. Groningers appen elkaar: waar was je, voelde je het? Is alles oké?
Bijna drieduizend bewoners melden in de dagen daarna nieuwe schades aan hun huis. Ze komen op de stapel waar al maandenlang niets mee gebeurt.
Een week lang haalt Groningen weer het landelijke nieuws. In de provincie hebben ze niet de illusie dat het iets zal uitmaken. Ze kennen het patroon: als de journalisten van de landelijke media hun microfoons en camera’s uitzetten, ebt ook de aandacht van Haagse politici weg.
Maar dit keer zal het anders zijn.
Een dag na de beving heeft Wiebes een gesprek met Alders. Ik ga de versterking helemaal anders doen, maakt de minister meteen duidelijk. Hij wil samen met regionale bestuurders en bewonersbewegingen binnen een paar weken een compleet nieuwe aanpak uit de grond stampen. Niets staat vast, ook de rol van de Nationaal Coördinator Groningen niet. Zijn zorgvuldig uitonderhandelde plannen kunnen feitelijk de prullenbak in.
Alders verzet zich. Het Rijk, de regionale overheden en de NAM hébben al een versterkingsprogramma afgesproken. Dat is moeizaam op gang gekomen, maar het loopt nu, zegt hij. De Groningers rekenen erop. Alders zal dat blijven uitvoeren. Ook is hij niet van plan zijn onafhankelijke rol zomaar op te geven. Hij is door het kabinet aangesteld om samen met álle overheden een versterkingsplan te maken, niet om als directeur van een uitvoeringsorganisatie de opdrachten van de minister uit te voeren. Als je zo iemand zoekt, zegt Alders tegen Wiebes, dan ben ik daarvoor niet beschikbaar.
Alders waarschuwt hem: denk niet dat het sneller gaat als je de hele operatie nu omgooit. Het zal vooral het al wankele vertrouwen van de Groningers in hun overheid verder beschadigen.
Chefsache
Wiebes heeft die dag nog een overleg, samen met Mark Rutte. In het Torentje, de werkkamer van de minister-president, zitten de topmannen van oliebedrijven ExxonMobil en Shell, allebei voor de helft eigenaar van de NAM. De dagelijkse gang van zaken handelt de NAM zelf af, maar voor grote stappen is toestemming van de aandeelhouders nodig.
Nu is het Chefsache. Darren Woods, de baas van ExxonMobil, is vanuit Houston naar Nederland gevlogen om Rutte te zeggen dat de positie van de NAM juridisch en financieel „onhoudbaar” is. Het OM onderzoekt sinds april 2017 of de NAM kan worden vervolgd voor het opzettelijk in levensgevaar brengen van bewoners. Het versterken van huizen dreigt miljarden te kosten. En nu horen de oliebedrijven dat het kabinet ook nog eens minder gas wil winnen.
De Exxon-baas wil een deal sluiten. De Nederlandse staat moet de verantwoordelijkheid voor de afhandeling van de aardbevingsschade en de versterking overnemen, de hoogte van de gaswinning bepalen, en zo de NAM „juridische bescherming” bieden tegen aansprakelijkheid. En de oliebedrijven willen een groter percentage van de winst uit het Groningse veld; nu gaat 90 procent naar de staatskas en 10 procent naar hen.
In ruil daarvoor zullen Shell en Exxon meewerken aan eventuele plannen om minder gas te winnen en geen claim indienen voor het gas dat als gevolg van zo’n overheidsbesluit onder Groningen achterblijft. Ook zal de NAM – zolang de staat het afhandelt – de kosten van de bevingsschade vergoeden.
Woods wil snel onderhandelen. Vóór Pasen moet er een deal liggen. In een vertrouwelijke nota hebben Wiebes’ ambtenaren al gewaarschuwd voor wat er kan gebeuren als die deal er niet komt: het is een „reële mogelijkheid” dat Exxon en Shell de scheve winstverdeling aanvechten en in het gelijk worden gesteld. Erger nog: het risico bestaat dat de NAM opzettelijk zo weinig gas gaat winnen dat er tekorten ontstaan. Als het kabinet de NAM dan dwingt meer gas te winnen, “verschuiven aansprakelijkheden voor de (gevolgen van de) winning (ongecontroleerd) naar de Staat”, schrijven de ambtenaren.
Wiebes en Rutte zitten klem.
Lees ook: Ook toen de boerderij al op 63 stutten leunde, draaide het kabinet de gaskraan verder open
Hoofdstuk 3
Daden, geen praatjes
Na de beving in Zeerijp is de stapel onbehandelde aardbevingsschades opeens een politiek probleem. Die vrijdag, 12 januari 2018, bij de persconferentie na de ministerraad probeert Rutte de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk af te schuiven. Het „is niet alleen een zaak van de Rijksoverheid”, zegt hij, maar vergt ook „betrokkenheid en voortvarendheid” van Groningse bestuurders.
Eelco Eikenaar weet niet wat hij hoort als hij het NOS Radio 1 Journaal luistert. De SP-gedeputeerde in het Groningse provinciebestuur heeft de gaswinning in zijn portefeuille. Maandenlang heeft hij ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken gesmeekt om de patstelling tussen Alders en de NAM te doorbreken.
In een ‘schadeprotocol’ was vastgelegd welke schades voor vergoeding in aanmerking komen en hoe ze behandeld moeten worden. Maar daar was toenemende weerstand tegen; volgens veel Groningers saboteerde de NAM de afhandeling. De schadeafhandeling werd daarom in maart 2017 stilgelegd. Alders beloofde nieuwe regels op te stellen, met minder macht voor de NAM. Maar de onderhandelingen daarover met het gasbedrijf zijn vastgelopen. Het ministerie weet van die ruzie, het weet dat er daardoor al acht maanden geen enkele schade is behandeld. Toch hebben ambtenaren noch politici de patstelling tijdens de formatie van Rutte III – tussen maart en oktober 2017 – doorbroken. En nu zou het Groningse bestuurders aan ‘betrokkenheid en voortvarendheid’ ontbreken?
Als een journalist van RTV Noord hem vraagt te reageren op Rutte, kan Eikenaar zich niet inhouden. „Ik word niet snel boos,” zegt hij, „maar dit gaat over de ruggen van mensen. Als je vooral bezig bent te voorkomen dat je ergens de schuld van krijgt, ben je niet bezig iets te bieden dat Groningers verder kan helpen. Mensen verwachten daden, geen praatjes. Laat de minister-president daar verandering in brengen, in plaats van zijn straatje schoon te vegen.”
Twee dagen later krabbelt Rutte terug. In het televisieprogramma Buitenhof zegt hij dat hij het ook zichzelf verwijt dat de schades zo lang blijven liggen. Om daarna meteen te zeggen dat hij het ook niet in zijn eentje doet, en het eigenlijk de schuld van de formatie is dat er nog geen nieuw schadeprotocol is. Een argument dat Rutte zeven maanden eerder tijdens een bezoek aan Groningen nog „staatsrechtelijk geleuter” noemde, toen hij daar de boodschap wilde afgeven dat het kabinet daadkrachtig bezig was met Groningen.
Maar deze nieuwe situatie vraagt om een nieuw verhaal. Er is tijdens de formatie „heel uitvoerig over Groningen gesproken”, zegt Rutte bij Buitenhof. Daardoor is het kabinet niet toegekomen aan „de precieze afspraken over hoe we die schade gaan afwikkelen”. Maar, zegt hij kordaat, „we kunnen nu ook snel die zaak afronden”.
In werkelijkheid is er voor het afhandelen van de schade op dat moment nog helemaal niets geregeld.
Een week later trekken tienduizend Groningers met fakkels door de koude, beregende straten van hun provinciehoofdstad. De kerkklokken luiden, en ze roepen: „Gas terug. Nu!”
De alleingang van Wiebes
Susan Top stapt op maandag 22 januari net haar auto in als Wiebes belt. De 46-jarige voormalig gemeenteambtenaar is secretaris van het Groninger Gasberaad, een collectief van maatschappelijke organisaties dat invloed probeert te krijgen op het aardbevingsbeleid. Voor veel getroffen streekgenoten is zij het gezicht van de strijd voor erkenning van hun aardbevingsproblemen. Vier jaar al vergadert ze met ambtenaren en politici over de problemen, hoe ze moeten worden opgelost, hoe Groningers hun leven terug kunnen krijgen. Ze is er moedeloos van geworden.
Het Gasberaad heeft geweigerd bij Wiebes aan te schuiven om te praten over de nieuwe schadeafhandeling; ondanks de belofte dat de NAM „op afstand” zou blijven, zien ze in de documenten die het ministerie vooraf heeft gestuurd de hand van het bedrijf terug. Hún voorstellen, die al maanden bij het ministerie liggen, zijn wéér genegeerd.
Voor Wiebes is het direct afhaken van de maatschappelijke organisaties een groot probleem: hij heeft immers in november beloofd het „samen met de Groningers te doen”. Dus hij wil ook Susan Top weer aan tafel krijgen.
Als zij opneemt, vertelt Wiebes enthousiast hoe hij en zijn directeur Juridische Zaken „à deux” het voorbije weekend een nieuw voorstel voor het afhandelen van schades hebben gemaakt. Hij bezweert haar dat de NAM niet bij de uitwerking van het nieuwe schadeprotocol wordt betrokken en laat merken dat hij sympathie heeft voor de Groningse ideeën over schadeafhandeling. Hij staat te „popelen”, zegt hij, om zijn ideeën aan het Gasberaad te laten lezen, ze zullen het geweldig vinden. Maar willen ze dan alsjeblieft weer terugkomen aan de onderhandelingstafel?
Wiebes’ voorgangers vonden het vanzelfsprekend dat burgers met schade zelf een vergoeding moesten regelen bij de NAM. Als het bedrijf niet wilde betalen, konden ze altijd nog naar de rechter. Maar hij heeft daar fundamenteel andere ideeën over. Hij vertelt zijn ambtenaren dat het onrealistisch is dat een getroffen Gronings gezin het kan opnemen tegen een multinational met een leger advocaten en diepe zakken. Burgers zo aan hun lot overlaten is onrechtvaardig, en dus moet de staat ingrijpen. Het kabinet, vindt Wiebes, moet de verantwoordelijkheid helemaal van de NAM overnemen en schades veel sneller en ruimhartiger afhandelen dan nu gebeurt. De NAM moet wel blijven betalen, maar dat kan het ministerie „aan de achterdeur” regelen.
‘Hij wil echt’
De volgende dag, aan tafel in het provinciehuis in Groningen, blijkt dat Wiebes de Groningse wensen meer dan honoreert. Wat jarenlang onbespreekbaar was kan opeens. Mensen met schade kunnen bij de overheid terecht, en zijn niet langer overgeleverd aan het CVW. Dit bureau, dat door de NAM wordt betaald en aangestuurd, bepaalde tot nu toe in een door de NAM vastgestelde procedure of de schade veroorzaakt werd door gaswinning, en kwam vaak met alternatieve verklaringen waardoor de NAM niet hoefde te betalen. Het enige wat bewoners dan nog konden doen is procederen tegen het gasbedrijf. „Vechten tegen een kudde leeuwen, enkel met een rietje in mijn hand”, zo omschreef een van hen dat later in een ‘zwartboek’ van oppositiepartij SP.
Wiebes wil een onafhankelijke commissie instellen die bepaalt of de schade vergoed moet worden. Daarvoor is het genoeg dat „redelijkerwijs” vermoed kan worden dat de schade door de gaswinning komt. Wiebes schrapt ook de wens van de NAM om het gebied te begrenzen waarin schades worden uitgekeerd. Elke schade die door de gaswinning in Groningen komt, moet worden vergoed.
Gedeputeerde Eikenaar, die maandenlang met Economische Zaken heeft geruzied over het stilliggen van de schadeafhandeling, is voor het eerst in tijden optimistisch. Eindelijk, zo laat hij weten, kan hij „de loopgraven verlaten”. Susan Top schrijft een collega dat ze „respect en vertrouwen voor deze minister [begint] te krijgen: hij wil echt!”
Wrang is wel dat juist de Groningers die al het langst wachten hiermee niet geholpen zijn. „Het zou me van mezelf vies tegenvallen”, had Wiebes eerder gezegd, „als we een oplossing hadden waarin de bestaande gevallen zich nog bij de NAM moesten melden.” Toch gebeurt dat. De nieuwe schadecommissie zal zich buigen over de zevenduizend nieuwe die sinds maart 2017 binnen zijn gekomen. De zesduizend meldingen die er daarvoor al lagen, besluit Wiebes, kunnen de onafhankelijke deskundigen er echt niet bij hebben.
Hoofdstuk 4
Een moreel appèl
De schadeafhandeling is afgevinkt. Nu wil Wiebes nog de schier onmogelijke belofte van zijn voorganger inlossen: dat de Groningers uiterlijk in 2020 net zo veilig wonen als de rest van Nederland. Hij heeft nog twee jaar om dat voor elkaar te krijgen.
Dat kan alleen, zo schrijft hij aan collega’s in de ministerraad, als de NAM, Shell en Exxon „verder geen enkele bemoeienis met de uitvoering of inrichting” van de versterking hebben. De staat, vindt Wiebes, moet de verantwoordelijkheid voor de versterkingsoperatie overnemen.
Maar zoals het nu gaat vreest Wiebes een groteske mislukking. Zelfs als je veel sneller huizen versterkt, ben je niet op tijd klaar. Er is maar één oplossing: je moet ervoor zorgen dat er minder huizen onveilig verklaard worden. Dat kan alleen als je minder zware aardbevingen hebt.
Zo komt hij tot een radicaal besluit: veel minder gas winnen in Groningen.
Bij zijn aantreden heeft het nieuwe kabinet nog vol trots aangekondigd dat het de gaswinning wil verlagen, „omdat de veiligheid voorop staat.” Maar de daadwerkelijke ambities bleven bijzonder bescheiden. Volgens het regeerakkoord zou het kabinet vier jaar de tijd nemen voor een vermindering van de gaswinning met nog geen 7 procent. Wiebes wil de gaswinning zo snel mogelijk meer dan halveren, vertelt hij zijn ambtenaren. Alleen zo, denkt hij, kan hij de veiligheid van Groningers verzekeren.
Het is geen eenvoudig besluit. Sinds het begin van de gaswinning in 1963 heeft Nederland boven zijn stand geleefd. Opeenvolgende kabinetten rekenden op de miljarden die ze jaarlijks aan het opbouwen van de verzorgingsstaat konden uitgeven. In de tien jaar voor Wiebes met zijn klus begint wordt er jaarlijks gemiddeld 10 miljard euro met het Groningse aardgas verdiend.
Het voornemen van Wiebes leidt tot uitgebreide discussies in de ministerraad, blijkt uit vertrouwelijke stukken. „Geld speelt geen rol als het gaat om veiligheid.” Rutte gebruikt die frase graag als hij over de gaswinning praat. Maar geld is precies waar het over gaat in de Trêveszaal. Andere ministers verzetten zich tegen het vooruitzicht dat zij zullen moeten bezuinigen. Hoe leggen ze dat de kiezers uit, in tijden van economische voorspoed?
Kabinetsleden en hun ambtenaren zoeken naar manieren om de schade voor de staatskas te beperken. Zou het een idee zijn, vraagt minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) tijdens een overleg met zijn ambtenaren, om een „solidariteitsheffing” op de gasprijs te introduceren om gaten in de begroting te dekken?
Wiebes heeft bedacht dat een onafhankelijke commissie schades moet afhandelen, en beloofde dat het Rijk noch de NAM zich ermee zou bemoeien. Maar Hoekstra eist in de ministerraad dat de commissie wel „binnen de lijnen van de aansprakelijkheid blijft” – en dus niet méér geld uitkeert dan de NAM zou doen. Als de commissie ruimhartiger schades gaat vergoeden, zal het gasbedrijf niet alle kosten willen dekken. Dat gaat de staat geld kosten. Zo sluipt het belang van de NAM toch weer de schadeafhandeling binnen.
Nog huiveriger is het kabinet voor de kosten van de versterking. In een notitie voor de ministerraad schrijft Wiebes dat die „extreem hoog” worden ingeschat. Zijn ambtenaren hanteren een worstcasescenario van 15 miljard euro.
Het zijn ook nog eens investeringen die „onvoldoende economisch rendement” opleveren, zo staat er in nota’s die in de Haagse top circuleren. Woningen met een gemiddelde WOZ-waarde van 170.000 euro worden voor gemiddeld 464.000 euro versterkt. Dat is zonde van het geld, zeker omdat het niet snel genoeg veilig wordt, en in Groningen niemand tevreden is.
Wiebes doet een moreel appèl op zijn aarzelende collega’s: hij wijst erop dat het oplossen van de problemen in Groningen een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Maar hij probeert ook de zorgen weg te nemen: „De kosten [van de versterking] moeten naar beneden” door middel van „een andere benadering”. Winnen we minder gas, is zijn stelling, dan hoeven we ook veel minder te versterken.
Schouder aan schouder
Wiebes heeft haast. Omdat hij heeft beloofd „schouder aan schouder” op te trekken met de mensen om wie het gaat, tuigt de ex-consultant een soort brainstormcircus op. Aan een ‘bestuurlijke tafel’ zullen Wiebes en provinciale en gemeentelijke politici zich wekelijks buigen over ideeën die weer worden bedacht aan ‘experttafels’ die verschillende aspecten van de aardbevingsproblemen uitwerken.
Dit gebeurt met hulp van adviesbureau The Boston Consulting Group. Dat strijkt met een klein legertje medewerkers neer in Hotel Schimmelpenninck Huys in de Groningse binnenstad en bombardeert de deelnemers bijna dagelijks met presentaties vol analyses, tabellen en stroomdiagrammen.
Hans Alders en maatschappelijke organisaties zoals het Groninger Gasberaad met Susan Top doen mee aan die experttafels en schuiven soms ook aan bij de bestuurlijke tafel, formeel als ‘adviseurs’.
De sfeer wordt al snel ongemakkelijk. De minister en zijn ambtenaren ergeren zich eraan dat de Groningse bestuurders en bewonersorganisaties de quality time die ze eindelijk hebben met ‘Den Haag’ gebruiken om oude grieven en gedetailleerde problemen in de uitvoering van de versterking op tafel te leggen. Ook vinden ze bij Economische Zaken dat de regionale bestuurders wel erg bang zijn voor hun bewoners – met als gevolg dat als één van de Groningers ergens ‘nee’ tegen zegt, de andere regionale afgevaardigden geen ja meer durven te zeggen. De Haagse ideeën om de versterking sneller te laten verlopen worden telkens afgeschoten. Zelf met werkbare ideeën komen doen de Groningers volgens de Haagse afvaardiging niet.
De Groningers verdrinken intussen in een moesson aan overleggen, rapporten en presentaties. Zelfs het Groninger Gasberaad, dat al jaren klaagt over de moedeloos makende traagheid bij schades en versterking, verzucht dat het nu wel erg snel gaat. In een brief aan de ‘bestuurlijke tafel’ schrijft het Gasberaad: „Na jaren niet bewegen nu met grote stappen snel thuis moeten zijn, voelt voor ons erg ongemakkelijk.” Goed nadenken over alle informatie die wordt opgestuurd is „niet of nauwelijks mogelijk in het tempo waarin nu wordt gedraaid”. Waarom moet het plots zo snel, vragen ze zich af. Dat Wiebes de gaswinning wil terugdringen, weten ze nog niet.
Hun wantrouwen neemt toe als ze zien dat de ingehuurde consultants stukken rondsturen die volstaan met cijfers, analyses en standpunten van de NAM.
Hoofdstuk 5
De perfecte strategie
Sandra en Johan Folkersma wachten op een brief van Hans Alders. Hij zei in het najaar dat de grond onder hun huis kon gaan golven en alles kon instorten. Uiterlijk 1 april, heeft Alders beloofd, krijgen ze duidelijkheid. Is een bescheiden versterking genoeg, of wordt het huis gesloopt en moeten ze met hun kinderen maanden verkassen naar een tijdelijke woning? Wanneer kunnen ze beginnen?
Maar zonder dat de Folkersma’s het weten, gooit de NAM een bom op de versterkingsoperatie. We moeten een tijdje geen nieuwe stappen zetten in de versterking, zegt NAM-directeur Gerald Schotman op 12 maart 2018 tegen Hans Alders. De twee zijn die avond met enkele medewerkers bij elkaar gekomen voor spoedoverleg op het NAM-hoofdkantoor in Assen.
De NAM heeft altijd volgehouden dat het niet uitmaakt of je het Groningse gas snel of langzaam oppompt; op de lange termijn zal het aantal aardbevingen, en de zwaarte ervan, gelijk zijn. Daarom, zo zei het bedrijf, had het ook geen zin om jaarlijks minder gas te winnen.
Maar nu duidelijk is dat Wiebes de gasproductie wil halveren, verandert het bedrijf van koers. De voorgenomen halvering zal „de seismische dreiging reduceren en dus de benodigde versterking”. Doorgaan met de plannen van Alders is „voor veel woningen mogelijk overbodig en duur”.
NAM-medewerkers hebben berekend hoeveel huizen je nog moet versterken als je de productie halveert. Het gasbedrijf gebruikt voor de berekening een voorspellend model. Dat schat op basis van statistische berekeningen hoeveel onveilige huizen je krijgt bij een bepaald niveau van gaswinning.
Dat model is niet geschikt om te beoordelen of één specifiek huis veilig is, of hoe je het veilig kunt maken – dat gebeurt met een bouwrichtlijn die speciaal voor het Groningse aardbevingsgebied is ontwikkeld. Maar hoewel die richtlijn een halfjaar eerder nog geüpdatet is, vindt de NAM die alweer verouderd. En dus te streng, te duur. Vernieuw de bouwrichtlijn en ga uit van Wiebes’ halvering, zegt de NAM, en kijk: je hoeft veel huizen niet langer, of in elk geval minder ingrijpend, te versterken. De kosten zouden wel 70 procent lager kunnen uitvallen.
Alders is verbijsterd, blijkt uit het gespreksverslag. Het voorstel van Schotman is „onbegrijpelijk”. Denkt de directeur nou echt dat hij „afspraken kan doorbreken met zulke vergaande gevolgen op basis van een NAM-kaart” die hij nu zomaar op tafel gooit? Dit gaat „tegen alle gemaakte afspraken” in. Ja, Wiebes heeft het plan minder gas te winnen, maar dat is niet meer dan dat: een plan. Dat betekent niet dat Groningse huizen nu al veiliger zijn. En zelfs als het plan doorgaat, dan weet je nog helemaal niet welke huizen geen risico meer lopen. Daar zeggen de modelberekeningen van de NAM niets over, volgens Alders. „Reken eerst maar eens echte huizen door, in het hele gebied.” Bij de NCG hebben ze vaker gezien dat huizen die volgens het NAM-model veilig zijn, toch moesten worden versterkt.
De ruzie spitst zich toe op een ‘batch’ van ongeveer vijftienhonderd huizen. Dat van Sandra en Johan Folkersma hoort bij die groep. De woningen zijn een jaar geleden geïnspecteerd. De NAM wil dat het versterkingsadvies voor deze huizen opnieuw wordt berekend, alsof er al minder gas wordt gewonnen – én met een aangescherpte versie van de bouwrichtlijn. Alders weigert. Dat zou betekenen dat de bewoners nog langer op duidelijkheid moeten wachten. En stel dat ze dan horen dat hun huis bij nader inzien wél veilig is? Hoe geloofwaardig is dat?
Hij wil de versterkingsadviezen opsturen. Mensen wachten erop. „We hebben hierover al afspraken met de bewoners, we kunnen niet niets van ons laten horen.” Maar Schotman speelt het spel hard. Alders krijgt „geen ruimte om te communiceren met de bewoners”. De NAM-directeur wil een „escalatieoverleg” met de topambtenaar van Wiebes.
Bij het team van Alders kennen ze de strategie van het gasbedrijf inmiddels. Dat je bij de versterking het liefst de nieuwste inzichten over veiligheid en gaswinning gebruikt, vinden ze logisch. Waarom zou je immers huizen versterken die niet onveilig zijn? Je gooit geld weg, en het leven van bewoners overhoop, zonder dat het nodig is. Natuurlijk moet je de bouwrichtlijnen daarom regelmatig aanpassen.
Maar volgens Alders misbruikt de NAM dit argument. Je kunt niet bij elk nieuw inzicht nieuwe richtlijnen maken. Want voordat je die nieuwste inzichten hebt gebruikt om te berekenen hoe een huis moet worden versterkt, ben je maanden verder, zijn er alweer nieuwe inzichten, en moet je dus weer opnieuw gaan rekenen. Zo blijf je in rondjes rekenen en gebeurt er praktisch niets.
Wat een perfecte strategie is als je het liefst helemaal geen huizen wil versterken.
De vlucht vooruit
„De NAM moet geen rol hebben in de versterkingsoperatie”, heeft Wiebes in de Kamer gezegd.
Toch is dat precies wat er gebeurt.
Voor Wiebes’ ambtenaren, die in opdracht van hun minister naar manieren zoeken om de versterking sneller en goedkoper te maken, is de boodschap van de NAM dat het minder kan uiterst interessant. Maar ze twijfelen ook. Niemand weet hoe betrouwbaar het model is. Aan collega’s mailt een ambtenaar van Economische Zaken: „Omdat het model dermate complex is, is het op dit moment niet te valideren. Daarom werd slechts mondjesmaat gebruik gemaakt van de uitkomsten.” Een andere ambtenaar mailt dat er wetenschappelijk gezien „grote onzekerheden” zijn of de veiligheid wel groter wordt als er minder gas wordt gewonnen.
Die kanttekeningen verdwijnen al snel uit de ambtelijke notities, en het model krijgt een steeds grotere rol in Wiebes’ plannen. Al snel vragen ambtenaren de NAM om berekeningen te leveren „als input voor de herijking van de versterkingsopgave”.
Wiebes stuurt aan op het pauzeren van de versterking met dezelfde redenering als de NAM: als we minder gas gaan oppompen, is het zonde om huizen te versterken die dan misschien helemaal niet onveilig zijn.
Maar Groningse bestuurders willen er niets van horen. Ze hebben al zo vaak gehoord over nieuwe inzichten. Het is „een excuus om te blijven wachten, te blijven uitstellen”.
Wiebes wil met een radicale stap de weerstand bij de regionale bestuurders doorbreken. Op 12 maart mailt de minister een ambtenaar: „We komen pas bij nul huizen bij nul bcm [kubieke meters gas].”
Beloven helemaal te stoppen met gaswinning, denken ze op het ministerie, is de enige manier „om een normale discussie [over minder versterking] met de regio op gang te krijgen”.
Op andere ministeries heerst twijfel. Er is „behoorlijke weerstand” tegen, en „onbegrip over de snelle omslag”, schrijft een ambtenaar van Wiebes na een overleg op het ministerie van Algemene Zaken tussen de secretarissen-generaal van de Haagse ministeries. De „voornaamste vraag is wat de financiële gevolgen zijn van deze keuze,” zegt een ambtenaar tijdens het overleg. Nee, reageert de ambtenaar van Wiebes: „De minister heeft de wens uitgesproken hier een principiële politieke discussie over te voeren. Dit gaat verder dan het geld alleen.”
„Het kabinet is beducht voor een lose-lose situatie”, mailt een ambtenaar van Economische Zaken: een scenario waarin het kabinet stopt met gas winnen maar nog steeds duizenden huizen moet versterken en daarvan de kosten moet dragen. Is wel zeker dat naar nul gaan „ruimte biedt voor een versobering van de versterking”?
Als Wiebes doorzet, zet een hoge ambtenaar zijn twijfels in een mail aan collega’s. „Hij wil dit uitspreken zonder alle gevolgen te kunnen overzien”, mailt hij. „Oftewel bewust de vlucht naar voren kiezen.” Het is helemaal niet zeker dat je geen huizen meer hoeft te versterken als je de gaskraan dichtdraait, „want hoeveel jaar gaan de aardbevingen nog door?” Het lijkt een manier, schrijft de ambtenaar, om van de versterkingsoperatie af te komen, terwijl onzeker is of de Groningers dat wel willen. Hij vindt het plan van Wiebes „zeer kwetsbaar”.
Het einde van de gaswinning
Glimmend van trots staat Eric Wiebes op het Binnenhof. Het is 29 maart 2018. Op een flip-over rekent de minister voor de draaiende camera’s van Nieuwsuur met een dikke markeerstift voor hoe hij de gaswinning zo snel naar beneden denkt te krijgen.
Het belangrijkste is de bouw van een fabriek die hoogcalorisch gas uit het buitenland kan vermengen met stikstof. Zo maak je het geschikt voor de Nederlandse markt, die is ingericht op het laagcalorisch Groningse gas. Verder moet de vraag naar gas vooral omlaag door het buitenland en grote industriële afnemers af te schakelen. „Het klinkt vrolijk”, zegt Wiebes, maar er moet een „heleboel” gebeuren en „er zijn een heleboel lieden die dat niet leuk vinden”.
Want terwijl Wiebes onderhandelt met de oliebedrijven, de ministerraad, de NAM, Hans Alders én de provincie Groningen en de aardbevingsgemeenten, zijn hij en zijn ambtenaren begonnen met het verspreiden van het slechte nieuws onder de industrieën en buurlanden die van het Nederlandse gas af zullen moeten. Een weg terug is er niet, zegt Wiebes. „Dit is het einde van de gaswinning in Groningen.”
In Groningen is het feest. Wiebes heeft het onmogelijke gedaan. Bewoners zijn overdonderd, opgelucht. Het is een historisch moment.
Voor Susan Top van het Groninger Gasberaad heeft het nieuws ook een bijsmaak. Jarenlang hebben ze gehoord dat minder gas winnen écht niet kon. Zijn ze al die tijd voor de gek gehouden?
Toch is ze blij, zegt Top tegen journalisten. „We kunnen de Groningers die nog in het moeras zitten nu eindelijk op het droge trekken.”
Twee maanden later hebben duizenden Groningers gehoord dat de beloofde versterking van hun huis misschien niet doorgaat, is Alders opgestapt en weigeren de Groningse bestuurders nog met Wiebes te praten.
Hoofdstuk 6
Overlegmarathon
Het breekijzer van Wiebes heeft niet gewerkt. Met zijn aankondiging de gaskraan voor 2030 helemaal dicht te draaien, hoopte hij Groningse steun te krijgen voor een radicale inkrimping van de versterkingsoperatie, maar na zes weken van steeds geagiteerder overleggen is het omgekeerde gebeurd.
Op 4 april heeft Wiebes de regionale bestuurders verteld dat hij vanwege het versneld terugschroeven van de gaswinning geen toestemming meer heeft van de ministerraad om de versterking „ongewijzigd door te zetten”, en dat het „onverkort versterken” van de tweede ‘batch’ huizen die Alders had aangewezen „geen zinvolle investering” meer is.
Het is een „klap in het gezicht” van de bewoners, schrijft de gemeente waar Overschild in ligt. De dorpelingen zijn steeds samen opgetrokken om plannen te maken voor de toekomst, en in een deel van het dorp is de versterking al begonnen. Dat project kán niet worden opgeknipt.
Op 12 april stuurt Alders een mail aan Wiebes waarin hij de woedende kritiek van de gemeenten samenvat. Opschorten is „voor betrokkenen niet aanvaardbaar en opnieuw een schending van het vertrouwen”.
Op 13 april is er weer een stevige aardbeving, ditmaal onder Garsthuizen. Tot in de stad Groningen voelen mensen de aarde bewegen.
Op 19 april ontmoeten Wiebes en de Groningse bestuurders elkaar in een zaaltje van een basisschool in Bilthoven. De dag loopt uit op een overlegmarathon vol ruzies en schorsingen. Wiebes zegt dat het terugschroeven van de versterkingsoperatie niet betekent dat Groningen geen geld meer krijgt: hij zal 1,15 miljard euro storten in een Toekomstfonds Groningen. Hij belooft de gemeenten 25.000 euro per huis dat bij nader inzien niet wordt versterkt. Dan kan de regio toch verder met de gewenste verbetering van de leefbaarheid. Een paar aanwezige Groningers denken: zo ziet het er dus uit als je wordt omgekocht.
Op 24 april schrijft Wiebes aan de Tweede Kamer dat hij wil laten uitzoeken wat er volgens experts aan de veiligheid verandert nu hij de gaskraan wil dichtdraaien. De minister wil dat de Mijnraad, een adviesorgaan dat zich nog nooit met de versterking heeft bemoeid, een „overkoepelend” advies maakt over „de omvang van de nieuwe versterkingsoperatie”. Dat moet voor de zomer binnen zijn.
De versterking van een eerste ‘batch’ van meer dan drieduizend huizen is al begonnen en gaat gewoon door. Maar de situatie van de tweede ‘batch’ is „ingewikkeld”, schrijft de minister aan de Kamer. De bewoners hebben al gehoord dat hun huis onveilig is. Maar als de gaswinning omlaag gaat, is dat misschien niet meer zo en zitten ze straks onnodig in een ingrijpende versterking. Hij zal de opties voor deze groep „samen met de regio” in kaart brengen. Intussen wil Wiebes alle beschikbare capaciteit tot aan de zomer inzetten voor het „identificeren en versterken” van de onveiligste gebouwen.
Willekeur en tweedeling
Sandra en Johan Folkersma uit Overschild horen bij die tweede ‘batch’, net als de bewoners van 88 andere huizen aan de Graauwedijk, hun straat. Op donderdag 26 april 2018 krijgen ze een brief van de Nationaal Coördinator Groningen, Hans Alders. Er staat in dat „op dit moment onduidelijk” is of hun huis wordt versterkt. De minister en de Groningse bestuurders hebben „enkele weken nodig om informatie te verzamelen en een beslissing hierover te nemen”.
Overschild heeft drie straten. In één ervan krijgen de mensen geen uitstelbrief: de sloop en nieuwbouw van dertig huizen aan de Meerweg, een dwarsstraat van de Graauwedijk, gaat wel door. Die zaten dan weer in die eerste ‘batch’.
Tot dat moment had die opdeling nooit tot scheve ogen geleid, iedereen zou aan de beurt komen. Dorpsbewoners hadden zelfs gezamenlijk een plan bedacht om de grootschalige sloop om te zetten in iets moois: de vernieuwing van hún Overschild. Maar nu scheurt de willekeur de gemeenschap doormidden. Een deel kan verder, een deel moet wachten, en niemand begrijpt waarom. Beeft de aarde soms meer aan de Meerweg?
In Appingedam, bij de familie Battjes, komt de stilgevallen versterking juist weer op gang. De vliesgevelwoningen gaan tegen de vlakte. De eigenaren krijgen er nieuwbouw voor in de plaats. Het neerzetten van ‘simpele, goedkope en snelle’ boeksteunen aan weerskanten van het blok duurde acht maanden, in plaats van acht weken, en bleek bijna net zo duur als het neerhalen en opnieuw opbouwen van het hele rijtje. Een bewoner vertelt RTV Noord dat haar huis nooit bevingsschade had, maar door de boeksteunen kapot was gegaan. „Ik kon mijn hand tussen het raam en de muur steken.”
In Appingedam maakt de nieuwe start dus een einde aan de tweedeling. Iedereen krijgt hetzelfde.
Hoofdstuk 7
Het einde van Alders
Wiebes’ plan om de onveiligste huizen vóór de zomer al aan te pakken loopt vast. Op 9 mei proberen medewerkers van Alders, de NAM en regionale ambtenaren eens te worden over hoeveel huizen het eigenlijk gaat, en waar ze staan. Ook dit overleg verloopt ruzieachtig. Volgens het model van de NAM hoeven slechts tweehonderd huizen dringend te worden versterkt. Nee hoor, zegt het team van Alders. Ingenieurs hebben inmiddels al van zo’n vierduizend woningen berekend dat ze onveilig zijn.
Kort daarna informeren Wiebes’ ambtenaren hem schriftelijk over de onenigheid. Ze vrezen dat de lagere inschatting van de NAM ondersneeuwt, terwijl daarvan uitgaan juist snel resultaat kan opleveren. „Graag bij NAM bevestigen dat zij stevig inhoudelijk betrokken zijn”, schrijft de minister in de kantlijn.
Op 22 mei, om zes uur ’s avonds op het ministerie van Economische Zaken, blaast Wiebes het overleg met de regio op. Hij schort de plannen voor de versterking grotendeels op. Alleen het versterken van die eerste ‘batch’ huizen mag doorgaan. Voor een beslissing over de rest wacht hij de adviezen van de Mijnraad af.
„Onverteerbaar”, noemt de provincie Groningen het besluit van de minister. De regionale bestuurders weigeren nog verder te praten.
De voorspelling van Alders – dat Wiebes met zijn plannen het wantrouwen zou vergroten en de versterking zou vertragen – is uitgekomen.
Escalatieoverleg
Alders zelf is uitgespeeld. Zijn versterkingsprogramma is opgeschort, zijn positie verzwakt. Op een maandagavond, eind mei, moet Alders naar het ministerie voor het escalatieoverleg dat de NAM twee maanden eerder had geëist.
Hij verlaat het gesprek met een lijst bevelen van Wiebes’ hoogste ambtenaar. Niet hij als Nationaal Coördinator Groningen gaat een inventarisatie maken van de onveiligste huizen, maar de NAM. Alleen de huizen op díé lijst worden geïnspecteerd. Alle andere door Alders geplande inspecties en versterkingsadviezen worden opgeschort. En Alders mag niet meer met regionale bestuurders praten over zijn eigen, nu geschrapte versterkingsplannen.
Zo krijgt de NAM krijgt precies waar ze om vraagt.
En Wiebes, die samen met Groningers wilde besluiten wat er zou gebeuren, gaat zijn eigen weg.
Eind 2015 hadden Rijk en Groningen afgesproken ‘gebiedsgericht’ te versterken. De aardbevingen zouden zoveel woningen onveilig maken dat hele wijken en dorpen grotendeels gesloopt moesten worden. Het zou onzinnig zijn om dat huis voor huis te doen. Beter was het om risicovolle gebieden aan te wijzen en tijdens het uitvoeren van versterkingsmaatregelen direct moderne, duurzame en leefbare wijken terug te bouwen. Zo kon je de vaak sociaal-economisch kwetsbare gemeenten extra helpen. Een „plus op de versterking”, in bestuurdersjargon, en genoegdoening voor het jarenlang negeren van de problemen.
Allemaal prima, vindt Wiebes, maar nu zit dat plan een snelle versterkingsoperatie in de weg. Hij moet huizen die kunnen instorten bij een zware aardbeving versterken. Dát is zijn verantwoordelijkheid. Nu hij de gaskraan dichtdraait, blijven er in zijn ogen maar weinig huizen over die onveilig zijn. Die moet je opzoeken en versterken. En niet je tijd, geld en energie verdoen aan het onnodig versterken of zelfs slopen van duizenden huizen die veilig zijn – of dat door de afnemende gaswinning snel zullen worden. Bovendien: bewoners die hij spreekt smeken hem alsjeblieft niet aan hun huis te komen. Van de weerstand van Groningse bestuurders begrijpt Wiebes daarom niets. Waarom willen ze hun hele provincie overhoopgooien?
Gotspe
In de ogen van de Groningers probeert Wiebes met het verkeerde gereedschap het verkeerde probleem op te lossen. Niet alleen huizen zijn ontwricht door de gaswinning, maar de hele Groningse maatschappij. Dát is het vraagstuk dat de overheid moet aanpakken
Wijkvernieuwing is geen hobby van regionale bestuurders. Dat je in dorpen tientallen huizen kunt slopen zonder dat de wijk onleefbaar wordt, is de illusie van een Haagse technocraat. Daarom koos het vorige kabinet juist voor die gebiedsgerichte versterking.
Ook de regionale bestuurders geloven wel dat aardbevingen minder zwaar worden of minder vaak voorkomen als je met de gaswinning stopt. Maar het duurt nog jaren voor de gaskraan dicht is, en niemand weet precies wat het effect zal zijn – ook de NAM niet. Dat Wiebes de NAM als een neutrale informatiebron behandelt, vinden de Groningers onbegrijpelijk. Het bedrijf heeft jarenlang ontkend dat gaswinning tot onveiligheid kon leiden. Toen dat niet langer ging, werden de problemen zoveel mogelijk gebagatelliseerd en oplossingen tegengewerkt.
De Groningers kennen het NAM-model al jaren. Het deelt elk huis in bij een bepaald woningtype. In het slechtste geval zijn er van een huis te weinig gegevens bekend en wordt er een ‘gewogen’ woningtype aan toegewezen. In het beste geval zijn er bouwtekeningen voorhanden om dat te bepalen – maar het kan goed dat het huis in werkelijkheid niet volgens die tekening is gebouwd, dat bewoners inmiddels een tussenmuur of andere dragende constructie hebben gesloopt of dat het huis al flink verzwakt is door bevingen. Dat zit allemaal niet in het NAM-model, net zo min als de data van de duizenden inspecties die in de Alders-jaren zijn uitgevoerd.
Bij een grove schatting van het aantal onveilige huizen in Groningen vallen de huizen die je onterecht als onveilig beoordeelt weg tegen de huizen die je onterecht als veilig beoordeelt. Maar bindende uitspraken over het aantal onveilige huizen in Groningen kan het model niet doen. Suggereren dat je met het model kan aanwijzen welke huizen het onveiligst zijn, vinden de Groningers een gotspe.
Toch geven Wiebes en zijn ambtenaren het model een centrale rol. In de poging de versterkingsoperatie terug te dringen is het hun enige houvast. Iets anders hebben ze niet.
Twee dagen na zijn gesprek met de topambtenaar probeert Alders de minister telefonisch te bereiken. Als dat niet lukt, stuurt hij Wiebes zijn ontslagbrief.
Het herstel van vertrouwen van Groningers in hun overheid was de kern van zijn opdracht, schrijft Alders. Het nakomen van afspraken is dan cruciaal, maar dat wordt hem onmogelijk gemaakt. „Ik moet helaas vaststellen dat u hieraan een andere betekenis en weging geeft dan ik u heb geadviseerd.”
Hoofdstuk 8
Frisdrank en Marsrepen
Susan Top zit op 2 juli 2018 samen met de bestuursleden van andere Groningse bewonersgroepen weggestopt in een zaaltje op een verder lege verdieping, diep in de krochten van het ministerie van Economische Zaken. Er zijn uren verstreken sinds de Mijnraad zijn advies over de aanpak van de versterking heeft gepresenteerd. In plaats van helderheid heeft het verwarring gezaaid. Niemand weet meer hoeveel huizen onveilig zijn, waar ze staan en wie voor de versterking gaat betalen.
Volgens de Mijnraad, die zich volledig baseert op het NAM-model, zullen vijftienhonderd Groningse gebouwen zeker onveilig blijven, ook als de gaswinning afneemt. Duizend van die gebouwen zitten helemaal niet in het versterkingsprogramma van Alders. Daarmee doorgaan is dus niet verstandig.
Volgens de Mijnraad moeten die vijftienhonderd gebouwen „zo snel mogelijk” worden opgespoord en versterkt. Daarnaast zijn er nog bijna zesduizend gebouwen die met het hanteren van een „onzekerheidsmarge” mogelijk onveilig zijn. De bewoners van die gebouwen moeten de gelegenheid krijgen iets aan hun huizen te doen. Dat geldt ook voor de bewoners die volgens de Mijnraad in zeker veilige huizen wonen, maar wel in de oude versterkingsoperatie zaten. Zij moeten na jaren van onzekerheid óók versterking krijgen aangeboden. Laat je ze in de kou staan, dan neemt het wankele vertrouwen nog verder af.
„Het slechtste scenario”, noemt Wiebes het Mijnraadadvies in een spoedoverleg met collega-kabinetsleden. De kans is levensgroot dat ze alsnog duizenden huizen moeten versterken, niet vanwege de veiligheid, maar alleen omdat mensen verwachtingen hebben. Dat zal de NAM niet willen betalen. Zo dreigt een extra strop van misschien 700 miljoen euro voor de staatskas.
Om controle over de versterking te krijgen, moet Wiebes de Groningse bestuurders weer aan zijn kant krijgen. Zij staakten het overleg toen hij eind mei de versterkingsoperatie pauzeerde in afwachting van het Mijnraad-advies. Hij heeft met ze afgesproken dat ze direct na de presentatie zullen vergaderen om een deal te sluiten over de nieuwe versterking. Dat moet snel, want hij heeft beloofd bewoners voor de zomer duidelijkheid te geven. De minister heeft ook de maatschappelijke organisaties voor dit belangrijke overleg uitgenodigd. „Het team is terug”, zo omschrijft Wiebes het.
Maar vlak na het begin van de vergadering is er een schorsing. Een ambtenaar plukt Top en de andere bestuursleden van de gang en leidt ze naar een ander kamertje. De boodschap is: Wiebes en de regionale bestuurders willen even onder elkaar zijn, jullie mogen er straks weer bij.
De uren verstrijken, de Groningers wachten en wachten. Na enig aandringen krijgen ze van een secretaresse blikjes frisdrank en wat Marsrepen. Ze kunnen geen kant op: de sluisdeuren aan weerszijden van de gang gaan alleen open met een pasje. Gelukkig heeft de gang een toilet.
Met stijgende verontwaardiging bellen en appen de Groningers de mensen die wel in de vergaderzaal mochten blijven: de burgemeesters, de provinciale bestuurders zoals gedeputeerde Eikenaar, en de ambtenaren van Wiebes. Maar die reageren niet. Aan het eind van de middag zijn de Groningers het zat. Hevig teleurgesteld laten ze zich naar de uitgang brengen.
Intussen hebben Wiebes en de regionale bestuurders hun deal gesloten. De Groningse bestuurders willen het goede nieuws kunnen brengen dat de mensen uit de tweede ‘batch’ (waar het gezin Folkersma uit Overschild in zit) alsnog hun huis mogen versterken. Daar is 437 miljoen euro voor nodig, heeft de NAM eerder berekend.
Maar nu de Mijnraad zegt dat het grootste deel van die huizen eigenlijk veilig is, wil de NAM daar slechts te helft van betalen. Die middag sprokkelen de bestuurders en de minister nog eens 207 miljoen euro bij elkaar, uit potjes van verschillende overheden. Eigenlijk is het 17 miljoen te weinig, maar het is net genoeg om te kunnen melden dat de versterking kan doorgaan.
„Deze mensen krijgen duidelijkheid”, zegt Wiebes op 5 juli in de Tweede Kamer. Over twee weken horen ze „waar ze recht op hebben”.
Op 15 juli krijgen de Folkersma’s en hun buren weer een brief. De versterking van hun woning kan doorgaan. Maar hoe en wanneer, en of hun woning ook volgens de nieuwe regels onveilig is, dat zullen ze pas in september horen. Nog weten ze niets.
In Appingedam maken de Battjes en hun wijkgenoten zich geen zorgen – al regent het soms naar binnen. Ze leven nog in de veronderstelling dat hun woning volgens plan zal worden versterkt. Ze zaten immers in die eerste ‘batch’.
Hoofdstuk 9
De onveilige patatkraam
Aan het eind van de zomer is de opdracht van de Mijnraad – versterk zo snel mogelijk de vijftienhonderd onveiligste gebouwen – volledig vastgelopen.
Wiebes én de NAM hebben gezegd dat ze zich zullen houden aan het Mijnraadadvies. Maar dat heeft niet geleid tot het beëindigen van de verlammende conflicten met het gasbedrijf. Het slagveld is simpelweg verplaatst: nu ruziën de partijen over de interpretatie van het advies.
Twee maanden lang is koortsachtig gezocht naar de vijftienhonderd gebouwen die volgens het Mijnraadadvies onveilig zijn. De NAM is daar intensief bij betrokken, ondanks de publieke bezweringen van Wiebes dat dat niet zo is. Het is immers haar lijst waar de Mijnraad mee werkt.
Ambtenaren die de lijst bestuderen zien er een brugwachtershuisje op staan, en een patatkraam. Huizen met bevingsschade die nu al in de stutten staan om instorting te voorkomen, staan niet op de lijst. Versterkte woningen soms wel. De ene helft van een appartementenblok is volgens de lijst veilig, de andere helft niet. Halverwege de zomer draait de NAM het model met nieuwe ‘inspectiedata’ en blijven er nog maar 1.200 onveilige gebouwen over.
NAM-medewerkers hebben voor elke eigenaardigheid een technische of modelmatige verklaring. Zo leggen ze uit dat het linkerdeel van het appartementenblok sterker is dan het rechterdeel, omdat er een stevig trappenhuis in zit. Maar ambtenaren vragen zich vooral af hoe ze de uitkomsten in hemelsnaam aan de Groningers moeten uitleggen. Je kunt de mensen die in dat appartementenblok wonen toch niet vertellen de helft van hun gebouw zal instorten bij een zware aardbeving, maar dat zij zelf veilig zijn?
Een dreigende NAM
Het wegsnijden van de NAM uit de versterkingsoperatie, zo had Wiebes de Kamer beloofd, zou een einde maken aan het vertragende geharrewar over kosten. De overheid zou zelf „aan de voordeur” alle kosten maken die zij nodig achtte voor een veiliger Groningen, en „aan de achterdeur” zorgen dat de NAM de rekeningen betaalt.
Maar hoewel het akkoord met aandeelhouders Shell en Exxon over de beëindiging van de gaswinning al met veel fanfare is gepresenteerd, lopen de onderhandelingen over de verrekening aan de achterdeur nog volop door.
In de tussentijd wil het ministerie niets zelf betalen; dat zou de onderhandelingen ondermijnen. Om te voorkomen dat de nieuwe versterkingsoperatie al stilvalt voor hij op gang is gekomen, gaan topambtenaren van het ministerie, net als Alders voorheen, regelmatig langs bij de NAM om geld te vragen.
Het gasbedrijf geeft geen sjoege. De NAM betaalt alleen voor het versterken van huizen die volgens het Mijnraadadvies onveilig zijn, zegt een onderdirecteur van de NAM tegen een topambtenaar van Wiebes. Als het ministerie net als Alders weer allerlei andere plannen wil uitvoeren, dan regelen ze het geld zelf maar. De NAM „financiert geen kosten vanuit gewekte verwachtingen” maar „acteert enkel op veiligheid.[…] Dat is een lastig verhaal om te vertellen in de dorpshuizen, maar dit moet wel gebeuren.”
Als het ministerie die plannen toch doordrukt en de rekening bij de NAM legt, dan wordt het gasbedrijf „gedwongen om eerder het gasveld te sluiten dan praktisch is voor Nederland”.
Steeds dringender vragen regionale ambtenaren en NCG-medewerkers Wiebes’ ambtenaren om geld voor te schieten, zodat de versterkingprojecten die nog lopen niet stilvallen. Maar die reageren afhoudend. Zolang er geen formeel nieuw versterkingsplan ligt, kan het ministerie geen budgetten vrijgeven. Op een van die smeekbedes zegt een topambtenaar: „Hoe erg is het als iets mogelijk gepauzeerd wordt?”
Aan het eind van de zomer is zo nog steeds niet duidelijk welke huizen het stempel onveilig krijgen. Er is geen geld om de versterking weer op gang te brengen en de belofte dat de Groningers aan het eind van de zomer horen waar ze aan toe zijn, is gebroken.
Hoofdstuk 10
Smeken om geld
Op zondag 28 oktober, om kwart voor twaalf ’s avonds, krijgt een topambtenaar van Wiebes een mail van de directeur van het Centrum voor Veilig Wonen (CVW). Dit bureau speelt een cruciale rol: het organiseert de inspecties, versterkingsadviezen en uitvoering van versterkingsmaatregelen. Maar het bureau staat onder contract met de NAM. Zo zit het gasbedrijf ook hier aan de knoppen.
Al maanden waarschuwen regionale ambtenaren en de NCG het ministerie dat papieren plannen niets waard zijn zonder de mensen en het geld om ze uit te voeren. Wie gaat de gebouwen inspecteren die volgens de Mijnraad onveilig zijn? Wie gaat de berekeningen voor die huizen maken, en daarna met de bewoners praten over wat er moet gebeuren? Dat kost honderden mensen. Er is geen voorraadkast personeel die je zomaar kan opentrekken. De CVW-directeur waarschuwt: als inspectiebedrijven en ingenieursbureau’s niet binnen een paar dagen zekerheid hebben dat ze werk hebben in de nieuwe versterkingsoperatie, gaan ze hun personeel vanaf 2019 op andere projecten inzetten.
Om dat te voorkomen moet het ministerie de NAM aanschrijven, zodat die het CVW de opdracht kan geven capaciteit te reserveren. Het is precies waarvoor de Nationaal Coördinator Groningen in een vertrouwelijk memo heeft gewaarschuwd: de „directe dagelijkse bemoeienis van NAM binnen CVW” en de voortslepende onderhandelingen tussen het gasbedrijf en het ministerie over geld leveren inmiddels zo veel blokkades op dat „de uitvoering de facto stil is gevallen”.
Dat gebeurt ook met het vervangen van de vliesgevelwoningen in Appingedam, waar de familie Battjes woont. Sinds 1 juli 2018 moeten nieuwe huizen gasloos worden gebouwd. De NAM wil de extra kosten daarvoor niet betalen, omdat het voor de veiligheid niet nodig is. Maandenlang ligt het project stil.
Geen zicht op een oplossing
„De nieuwe aanpak heeft moeite om op stoom te komen”, geeft Wiebes op 8 november in de Kamer toe. Hoewel het zijn eigen ministerie is dat allerlei losse eindjes heeft laten liggen, wijst de minister naar de NCG. Daar „is nog best veel verwarring over hoe het nu gaat en hoe het vroeger ging.”
De uitvoering, voorspelt de minister, zal moeizaam blijven gaan. „Ik denk niet dat ik van een probleem af ben. Ik denk niet dat ik nu ook maar één reden heb om allemaal dingen te gaan beloven of stoer te doen over waar we staan.”
Twee weken later stuurt Wiebes het nieuwe versterkingsplan naar de Kamer. Na bijna vijf maanden goochelen met gebouwenlijsten en geldpotjes staan er inmiddels meer dan elfduizend mogelijk onveilige adressen op het versterkingsprogramma.
Op 12 december, acht maanden nadat de versterking van hun huis voor „enkele weken” was gepauzeerd, krijgen de Folkersma’s weer een brief. Hun huis heeft een „licht verhoogd risico” bij een aardbeving en zal worden versterkt. Maar ze weten nog steeds niet wanneer en hoe.
Het ministerie weet dan al dat er niet genoeg geld is om die groep huizen te versterken. Het sprokkelen, begin juli, vlak na het Mijnraad-advies, heeft niet genoeg geld opgeleverd. Huiseigenaren gaan grote financiële risico’s lopen, heeft de NCG gewaarschuwd. Die kunnen de bewoners niet dragen. Er is „geen enkel zicht” op een oplossing.
Sorry, sorry, sorry
Op 22 mei 2019 beeft de aarde bij Westerwijtwerd met een kracht van 3,4. Als Wiebes een dag later gaat kijken, is de sfeer grimmig. Actievoerders, opgeroepen door de Groninger Bodem Beweging, houden een spandoek omhoog met „Wiebes weg”.
Zijn kabinetten hebben de problemen met de gaswinning jarenlang totaal onderschat, zegt Mark Rutte tijdens een Kamerdebat op 4 juni 2019. Toen er eindelijk iets werd gedaan aan schadeherstel en versterking ging dat te traag, omdat het kabinet te zorgvuldig en juridisch precies was. De premier put zich uit in excuses. „Deze nachtmerrie moet over. Het is een erekwestie om dit voor elkaar te krijgen.”
Op 26 juni 2019, een jaar nadat Wiebes had gezegd dat ze binnen twee weken duidelijkheid over hun woning zouden krijgen, horen de Folkersma’s dat hun woning moet worden gesloopt. Als ze een nieuw, veilig huis willen, moeten ze het zelf regelen, binnen een door de gemeente vastgesteld budget. De belofte dat ze daarvoor weer terug kunnen bouwen wat ze hadden, vervalt. Maar, zo schrijft de gemeente: daarvoor in de plaats krijgen ze duidelijkheid vooraf, en meer keuzevrijheid. „We hopen daarmee ook het herstel van vertrouwen, nu zwaar beschadigd, te starten.”
Hoofdstuk 11
Epiloog
Dit voorjaar kon het gezin Folkersma hun nieuwe huis in. Ze zijn een uitzondering. 85 procent van de bewoners in hun ‘batch’ heeft nog geen versterkte woning. De ‘vrijheid’ om hun eigen versterking te regelen bleek vooral te bestaan uit een jarenlang gevecht met de overheid om geld. Van het budget dat ze kregen om een nieuw huis te bouwen moesten ze hun eigen verhuizing en tijdelijke woning betalen, de sloop van hun huis en de aansluiting op elektra en water.
Toen ze uiteindelijk een raming van de aannemer kregen, kwamen ze door nieuwe bouweisen en exploderende bouwkosten 150.000 euro tekort. De gemeente wilde niet bijpassen, omdat het nieuwe huis „functioneel” afweek van het oude. Nog steeds snappen de Folkersma’s niet waarom: de muren staan op dezelfde plaats, alleen verhuisde het tweede toilet beneden naar de eerste verdieping. Om kosten te besparen hebben ze zelf de verhuizing gedaan en bewaarden ze oude dakpannen en het siergrind voor de oprit bij het nieuwe huis.
Overschild is een bouwput geworden. Overal om zich heen zagen ze dorpsgenoten aanmodderen. Hoewel, niet overal: voor de bewoners van de eerste batch, aan de Meerweg, werd alles gewoon geregeld en betaald. Door de NAM. Het dorp, zegt Johan Folkersma, is in stukken gescheurd.
De NAM en de staat ruziën nog steeds over geld. De partijen zitten inmiddels in een arbitrageprocedure wegens de 190 miljoen euro aan rekeningen die het gasbedrijf weigert te betalen omdat het niet alle details van de versterking meer krijgt.
Ook de familie Battjes in Appingedam moest jarenlang vechten om terug te krijgen wat ze hadden. Het eindeloze gesoebat met de NAM over geld is vervangen door eindeloos gesoebat met de overheid. Om een nieuw huis te krijgen mochten ze niets wat bij hun oude huis hoorde meenemen. Zo verdwenen de mooie deuren uit hun oude huis op de stort, net als een splinternieuwe vaatwasser.
Het ‘lose-lose-scenario’ waar ministers vier jaar geleden bang voor waren, is uitgekomen. De gaswinning is bijna naar nul teruggedrongen, terwijl er ruim 27.000 huizen in de ‘werkvoorraad’ van de NCG zitten. Dat zijn er meer dan ooit. Nog geen 20 procent van de huizen die volgens de modellen het onveiligst zijn, is versterkt. Het wantrouwen in het noorden is alleen maar gegroeid. Intussen gaan weer stemmen op om de gaskraan open te draaien.