Wie nam de wereldberoemde foto van het Vietnamese ‘napalmmeisje’?

Is het indringende beeld van het ‘napalmmeisje’ in 1972 gemaakt door de Vietnamees Nick Ut (73), gevierd en bewierookt fotograaf die onder andere de World Press Photo en de Pulitzer won en die een glanzende carrière achter de rug heeft? Of ligt het anders, en was het eigenlijk landgenoot Nguyen Thanh Nghe (86), fotograaf en cameraman, die zijn leven lang volkomen onbekend is gebleven?

In de documentaire The Stringer, die zaterdag in première ging op het Sundance Festival in de VS, wordt beweerd dat de iconische foto ‘The Terror of War’ van de 9-jarige Kim Phuc, die op 8 juni 1972 na een napalmaanval schreeuwend en naakt over straat rent in Trang Bang, Zuid-Vietnam, niet is gemaakt door Nick Ut, maar door Nguyen Thanh Nghe. Associated Press (AP), de nieuwsorganisatie waaraan Nick Ut ruim vijftig jaar verbonden was en die het beeld in 1972 verspreidde, zegt dat de claim onjuist is en publiceerde de afgelopen week een onderzoeksrapport van 23 pagina’s waarin ze haar uitspraak onderbouwt. Ook Nick Ut en Kim Phuc, die allebei geen medewerking verleenden aan de documentaire, reageerden ontkennend. Het Amerikaanse magazine Vanity Fair tekende uit de mond van Uts advocaat een statement op van Kim Phuc: „Ik heb geweigerd mee te doen aan deze schandalige en valse aanval op Nick Ut […] [Nick] was niet alleen een fotograaf. Hij is mijn held omdat hij zijn camera weglegde en mij die dag naar het ziekenhuis heeft gebracht en mijn leven heeft gered.”

De makers van de documentaire, onder anderen de Vietnamees-Amerikaanse regisseur Bao Nguyen (The Greatest Night in Pop) en de Brit Gary Knight, voormalig voorzitter van de World Press Photo-wedstrijd en oprichter van fotoagentschap VII, staan daarmee met The Stringer lijnrecht tegenover AP en Ut – beide partijen claimen hun gelijk.

Bombardement

In de film (die we nog niet hebben kunnen zien) wordt uitgelegd dat Nguyen Thanh Nghe op 8 juni 1972, net als Nick Ut, aanwezig was bij het napalmbombardement. Beiden hebben beelden gemaakt van het intens schokkende moment dat Kim Phuc over straat rent – daarover is geen controverse. Maar waar Ut meer aan de zijkant zou hebben gestaan, zou Nguyen Thanh Nghe het iconische beeld, frontaal van voren hebben gemaakt, zo wordt beweerd in de documentaire.

Op het AP-kantoor in Saigon, waar de foto’s werden ontwikkeld en afgedrukt, zou vervolgens het beeld van Nguyen Thanh Nghe als sterkste zijn beoordeeld, maar opzettelijk toegeschreven zijn aan Ut. De fotoredacteur van dienst van die dag, Carl Robinson, die de opdracht van de naamsverwisseling kreeg opgelegd door zijn chef, bleef zijn hele leven spijt houden en doet nu in The Stringer zijn verhaal. Als reden voor de naamsverwisseling wordt een schuldgevoel gesuggereerd: de broer van Nick Ut zou zijn omgekomen toen hij aan een opdracht voor AP werkte. Bovendien was Ut als staffotograaf verbonden aan AP en Nguyen Thanh Nghe een onbekende freelancer. De chef zou met de actie Ut een zetje in de rug hebben willen geven.

Het AP-rapport dat deze gang van zaken weerspreekt, bevat de getuigenissen van zeven personen die deze dag aanwezig waren bij het bombardement of in het hoofdkantoor van AP. Ook is er onderzoek gedaan naar rook- en windpatronen van die dag en naar het systeem waarin negatieven en afdrukken in de donkere kamer worden gelabeld. „Bij gebrek aan nieuw, overtuigend bewijs van het tegendeel, heeft AP geen reden om te geloven dat iemand anders dan Ut de foto heeft gemaakt”, concludeert AP.

De controverse doet de geloofwaardigheid van de fotojournalistiek geen goed, zeker in een tijd van misinformatie en AI. World Press Photo laat weten dat ze verder onderzoek zal doen. „De afbeelding won de World Press Photo 1973 en mensen willen weten wat er met de prijs gaat gebeuren”, zegt directeur Joumana El Zein Khoury in een verklaring.

„Bij World Press Photo hebben we een heel duidelijk proces voor wanneer beschuldigingen ontstaan nadat prijzen zijn toegekend. […] Er is geen twijfel over de authenticiteit van ‘Terror of War’. Het vertegenwoordigt een historisch moment dat blijft resoneren in Vietnam, de VS en wereldwijd. In dit tijdperk van AI-manipulatie staat het beeld zelf niet ter discussie; het auteurschap wel […].”