N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Religieuze vrijheid In de Indiase deelstaat Karnataka zijn deze week verkiezingen. Heet hangijzer is de positie van religieuze minderheden, nadat de hindoe-nationalistische BJP een antibekeringswet doordrukte.
In de katholieke Hemelvaartskerk, gelegen in het midden van Bangalore, wordt de late namiddagmis vlak voor Pasen afgerond met een rondgang langs de kruisweg. Buiten hebben zich enkele Maria-aanbidders verzameld bij een nagebouwde grot – haar beeld, gehuld in een sari, staat onder een grote plastic stolp. Op het asfalt ervoor zijn de vervaagde lijnen van een kolam-patroon, een traditionele Zuid-Indiase decoratieve tekening, te herkennen. Gelovigen knielen in het krijtpoeder.
„Ik ken collega’s, van onze kerken rond Bangalore, die tegenwoordig over de schouder kijken tijdens de mis. Om zich ervan te vergewissen dat alles veilig en ordelijk is, er niet plots kwaadwillenden binnenkomen.” Priester Francis Adrian Mascarenhas leidt rond over het complex van de Hemelvaartkerk – erachter liggen kantoren en vertrekken van het aartsbisdom van Bangalore. De katholieke geloofsgemeenschap bestrijkt de miljoenenstad en enkele districten daarbuiten, in de zuid-Indiase deelstaat Karnataka: 140 kerken en zo’n vierhonderdduizend gelovigen. Een deel van hen loopt sinds een klein jaar rond met een gevoel van „ongerustheid”, soms zelfs „angst”, schetst de priester. Dat komt door de in september aangenomen antibekeringswet.
Karnataka volgde het voorbeeld van enkele andere deelstaten, onder meer Uttar Pradesh en Chhattisgarh, en nam na een hevige discussie in het eigen parlement de zogeheten Protection of Right to Freedom of Religion Bill aan. Er staat nu een fikse straf – tot tien jaar cel – op het ‘gedwongen’ bekeren van burgers: door bekeerlingen voor te liegen of te betalen, met geweld te dwingen, of te verleiden. Het geloof is in India verweven met sociale positie, en kerstening wordt door een deel van de bevolking geassocieerd met de gewelddadige introductie van een ‘buitenlandse’ religie in het koloniale verleden. De regering in Karnataka wordt, evenals als de federale regering, gevormd door de BJP – een politieke partij met een hindoe-nationalistische ideologie.
Priester Adrian houdt in het bisdom van Bangalore toezicht op de opleiding van jonge priesters. Hij maakt zich zorgen over de sociale realiteit waarin zij straks de mis leiden. „De wettekst noemt geen specifieke religies. Maar gezien de partij die nu aan de macht is, is voor ons wel duidelijk tegen wie dit gericht is – niet tegen hindoes.” Christenen, maar ook boeddhisten, een nog kleinere minderheid in Karnataka, voelen zich nu verdacht.
Deze week zijn er verkiezingen in de deelstaat. De campagne kwam langzaam op gang – voor Pasen waren bijvoorbeeld nog amper posters of slogans in het straatbeeld te bekennen – maar uit recente peilingen blijkt dat de BJP allesbehalve verzekerd is van winst. Oppositiepartijen beloven de antibekeringswet terug te draaien, wat wellicht de minderheidsgroepen aanspreekt.
Kaste verlaten voor de Boeddha
In het huis van Anitha Narayanswamy en haar echtgenoot Beerud, is één man prominent aanwezig. Om de lijst van zijn portret hangt een bloemenkrans – Anitha vervangt die eens per week. Vanachter het glas kijkt hij, in driedelig pak, de woonkamer in. En de naam van jurist en sociaal activist Bhimrao Ambedkar prijkt ook op de ruggen van dikke boeken, en op een maandkalender met spreuken. Ambedkar greep halverwege de vorige eeuw de boeddhistische leer aan om te ‘ontsnappen’ aan het hindoeïstische kastesysteem. Hij spoorde anderen, vooral diegenen die zo laag in aanzien stonden dat zij ‘onaanraakbaren’ werden genoemd, aan hetzelfde te doen. Zulke bekeringen werden onderdeel van de emancipatiebeweging om deze dalits een betere sociale positie te geven.
Ook Anitha en haar man kozen een nieuwe levensbeschouwing om zich te bevrijden van de ongelijkheid in het kastesysteem. Vooral in het geboortedorp van haar ouders ondervond Anitha discriminatie als dalit. De herinnering aan het moment waarop het gezin de toegang tot de tempel werd ontzegd tijdens een hindoefestival, bezorgt haar nog „de rillingen”. Nu, aan de universiteit waar ze vorig haar een doctoraal in landbouwstudies afrondde, probeert Anitha het gesprek over kaste te vermijden. „Zodra mijn collega’s erachter komen wat mijn achtergrond is, slaan discussies dood. Dan blijken ze het toch lastig om mij serieus te nemen. Ik ben gaan denken, ‘Dit kan niet kloppen, waarom word ik zo behandeld? Welke goden keuren dat goed?’”
De beslissing om het hindoeïsme te verlaten namen de twee nadat zij net getrouwd waren. Voor hun kinderen wensten zij een omgeving waarin kaste geen factor meer zou zijn. Hun besluit veranderde niet de zienswijze van kennissen of buren, geeft ze toe. „Maar met de lessen van de Boeddha krijg ik handvatten om daar zélf beter mee om te gaan.”
Anitha en Beerud staan nog officieel geregistreerd als hindoes – ze hadden geen zin in het gedoe van papierwerk. Wel schreven ze hun zoon en dochter direct in als boeddhisten, om op papier te breken met het rigide kastesysteem.
Ambedkar hamerde erop dat voor echte ontmanteling van het kastesysteem miljoenen mensen moeten besluiten niet meer mee te willen in de sociale hiërarchie, die zo zwaar op het hindoeïsme is gestoeld. Toen hij in 1956 boeddhist werd, deden tienduizenden volgers met hem mee. Het echtpaar Narayanswamy bekeerde zich in 2012 in een klein boeddhistisch centrum in Bangalore, samen met één ander stel. Als ze nu naar die tempel gaan voor gebed, is het er net zo rustig. „De echte verandering gaat nog lang duren”, besluit Anitha. „Net als dat in de politiek ook te weinige echte aandacht is voor de situatie van dalits.”
Afgelopen september namen meer dan 450 dalits in de stad Shorapur, ook in Karnataka, het boeddhisme aan.
Gelovigen ‘lokken’
Met zulke aantallen hebben de bekeringen „een minimale impact op de grootte van religieuze groepen in India”, concludeerde het Amerikaanse onderzoeksinstituut PEW in 2021. Maar dat verandert weinig aan het wantrouwen, van de BJP en andere hindoe-nationalistische organisaties, dat bekeringen onderdeel zijn van door buitenlanders gefinancierde pogingen de demografie van India te ontwrichten.
In zijn studiekamer in de bijgebouwen van de Hemelvaartkerk zucht priester Francis Adrian Mascarenhas diep. „Dwang is altijd fout. Dat staat al in het strafboek, dus de premisse is overbodig.” Het lastige is dat de wet niet erg specifiek is: niet elke bekering, maar alleen een „door middel van dwang, verlokking of fraude” is verboden. Mascarenhas: „Als ik iemand vertel dat mijn geloof mij rust biedt, spiegel ik diegene dan een leugen voor? Iemand die weinig opheeft met het christendom, zou het concept van de hemel, kunnen opvatten als een lokmiddel.”
Een gedwongen bekering is niet echt, die telt niet
Francis Adrian Mascarenhas Priester in Bangalore
Zo wordt de ruimte om überhaupt over levensbeschouwing te spreken, wel heel beperkt, zegt de priester. „De tuinman hier is een hindoe, een man met wie ik al jaren omga. We kletsen vaak, ook wel eens over onze opvattingen. Als we dat door deze wet niet meer durven, wordt het sociale weefsel uit elkaar gerukt.” In Bangalore worden voorlopig geen grote doopceremonies gehouden. Enkele kerken hebben ook al een tijd geen gemengde huwelijken – volgens de overheid bij uitstek de aanleiding voor een gedwongen bekering – meer afgesloten.
Aanvallers manipuleren wetgevers
„Ik heb de mannen die mij aanvielen, eerder al eens vergeven voor hun agressieve houding, als christen. Maar deze aanval was de druppel.” Samuel Shaker spreekt bijna alsof hij preekt – luid en zonder een spoortje van twijfel. In zijn huisje in een verre buitenwijk in het noorden van Bangalore liggen bijbels hoog opgestapeld en hangen kruisjes aan de muur.
Shaker richtte in Bangalore het True Wisdom Bible College op, dat 25 studenten opleidt tot evangelisten. De instelling verhuisde vorige zomer naar een nieuwe locatie. Op de bouwplaats werden hij en zijn twee zoons van 15 en 17 door „zeker tien mannen” in elkaar geslagen. Shaker liep een gebroken neus en blauwe plekken op zijn rug op, zijn twee tienerzoons braken armen en een been. De bouwmaterialen voor het nieuwe onderkomen van de christelijke studenten werden gestolen. De daders zijn bekenden uit de buurt, zegt hij, die eerder „stennis hadden geschopt” over de komst van zijn bijbelschool. „Ze bedreigden me steeds meer. ‘Houd je geloof bij ons vandaan’, zeiden ze dan. Ze willen hier geen christenen.”
Volgens Shaker en zijn advocaat hebben de daders banden met knokploegen van militante hindoes. Hij stapte naar de politie, maar wat hem verontrust: „Deze organisaties voelen dat ze de wet mee hebben en proberen de beslissers te manipuleren.” Shaker werd door de daders beschuldigd van afpersing, om geld bijeen te krijgen voor de bijbelschool. Totale onzin, zegt hij – maar wel een manier om zijn eigen rechtszaak tegen de aanvallers uit te stellen. „Ik heb zelf mijn geld in de school gestoken. Voor mijn eigen geloof.”
Kunnen de daders zich in de rechtszaal straks op de nieuwe wet beroepen, en betogen dat zij gedwongen bekeringen wilden voorkomen? Shaker reageert fel op de suggestie dat niet-christenen zijn school zouden kunnen zien als een verkapte vorm van bekering: „De kinderen die bij ons komen, zijn al christenen. We dringen ons geloof niet aan hen op.” De wet vindt hij fout – de politici hebben een belangrijke aardse taak, maar dienen zich niet met geloofsstukken bezig te houden. „Ze begrijpen niet hoe het is om God te vinden. Mijn vader volgde het hindoeïsme én Jezus, en liet mij zelf kiezen. Ik was twaalf toen ik dat deed. Een gedwongen bekering is niet echt, die telt niet. Het gaat erom hoe je je voelt, als je bekeert.”
In extremis, waarschuwt priester Adrian, kan de wet leiden tot eigenrichting. Derden, mensen die niet betrokken zijn, wordt toegestaan in te grijpen als zij vermoeden dat zich een gedwongen bekering voordoet. „In Karnataka zijn vaker spanningen en geweld tussen geloofsgroepen geweest. Dat wordt hierdoor alleen maar aangewakkerd, door beleid dat de verschillen tussen mensen benadrukt, in plaats van dat gekeken wordt naar wat hun levens verbetert.”
Volgens de regering van Karnataka werden in de zeven maanden sinds de invoering van de wet negen gevallen van ongeoorloofde bekering opgespoord. Tot een veroordeling kwam het nog niet. Daarentegen zou een toename van geweld tegen christenen in India zijn genoteerd: zeker 511 gevallen, waaronder dertig in Karnataka. De aartsbisschop van Bangalore Peter Machado is een van de ondertekenaars van een verzoek aan India’s hoogste hof om de impact van de antibekeringswetten in negen deelstaten te onderzoeken. Hij kan vanwege dat proces niet ingaan op persverzoeken.
Priester Francis Adrian Mascarenha werpt zich daarom op als woordvoerder. Misschien moeten religieuze minderheidsgroepen in Karnataka meer samenwerken, denkt hij, in ieder geval om hun positie als burgers te verstevigen. Politici zijn volgens hem een keer in de vijf jaar geïnteresseerd in hun standpunten – als ze zieltjes kunnen winnen voor de verkiezingen. De katholieke kerk geeft geen stemadvies: „Maar tijdens campagnes laten politici geen congregatie links liggen: als ze die weten te overtuigen, hebben ze er plots een stapel stemmen bij. Ik kan ze er niet van weerhouden hier te komen om mensen te ontmoeten.”
Of met zulke bezoeken de zorgen van stemmende christenen – of burgers uit andere geloofsgemeenschappen – voldoende zijn bezworen, zal in mei blijken.