N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
1944-2023 Embryoloog Wilmut slaagde er met zijn team in 1996 in een schaap te klonen uit de uiercel van een donor-ooi. De eerste kloon van het eerste zoogdier ooit leidde tot hevige ethische discussies.
Ian Wilmut noemde Dolly „het vriendelijke gezicht van de wetenschap”. Foto Michael Probst/AP Photo
De Schotse wetenschapper Ian Wilmut, die bekendheid verwierf met het klonen van Dolly het schaap, is op 79-jarige leeftijd overleden. Dat heeft de Universiteit van Edinburgh, waaraan Wilmut verbonden was, maandag bekendgemaakt. In 2018 werd Parkinson gediagnosticeerd bij Wilmut. Na de diagnose werkte hij aan de ontwikkeling van therapieën die de ziekte, waarbij hersencellen langzaam afsterven, moesten vertragen.
Embryoloog Wilmut verwierf in februari 1997 samen met zijn collega, celbioloog Keith Campbell, wereldfaam toen ze in het wetenschappelijke tijdschrift Nature bekendmaakten dat ze erin waren geslaagd een schaap te klonen uit de uiercel van een ander volwassen schaap, een donor-ooi. De geslaagde kloon was maandenlang geheimgehouden. Dolly was het eerste zoogdier in de wereld dat gekloond werd, wat leidde tot heftige ethische discussies in de wetenschappelijke wereld en daarbuiten.
Dolly was in 1996 het eerste gekloonde zoogdier. Foto John Chadwick/AP Photo
Wilmut en zijn collega’s borduurden voort op het werk van de Britse ontwikkelingsbioloog John Gurdon, die er eind jaren vijftig al in slaagde kikkervisjes te klonen. Naar de buitenwereld was Wilmut het gezicht bij de kloon Dolly. Campbells bijdrage aan de techniek achter het klonen van Dolly was echter essentieel. Wilmut erkende die bijdrage van Campbell later, maar toch was Campbell gedesillusioneerd dat Wilmut en niet hij de erkenning voor Dolly kreeg. Hij ging voor het bedrijf PPL Genetics werken, waar hij als eerste ter wereld varkens kloonde. Campbell overleed in 2012.
Dolly, die aanvankelijk de naam ’6LL3’ kreeg en later vernoemd werd naar zangeres Dolly Parton, overleed in 2003 op zesjarige leeftijd na een longinfectie. Sindsdien staat ze tentoongesteld in het National Museum of Scotland in Edinburgh. Als verklaring voor de naam van het schaap vertelde Wilmut destijds op een persconferentie dat „er geen imposantere set met borstklieren bestaat dan die van Dolly Parton”. Wilmut noemde haar na haar overlijden „het vriendelijke gezicht van de wetenschap”.
Bij de bus van SD Worx staat na de finish een klein ijsbad. Het hoofd van de Hongaarse Blanka Vas komt nog net boven de rand uit. Anna van der Breggen zit er op haar knieën naast en durft zich niet met haar bovenlichaam onder te dompelen. Ze lacht: „Dit is te koud voor mijn lijf, mag ik er al uit?”
De sfeer bij de Nederlandse ploeg is opperbest. Ook de tweede sprintetappe van de Tour gaat naar Lorena Wiebes. In de slingerende, oplopende straten van Poitiers dreigt ze even ingesloten te raken, maar op 300 meter van de finish schiet ze alsnog op topsnelheid om de Amerikaanse Chloé Dygert heen.
„Waanzinnig”, roept Van der Breggen nadat ze naast Wiebes tot stilstand is gekomen. Tot drie keer toe is ze in de laatste kilometers teruggekeerd aan de kop van het peloton om haar ploeggenote van voren te houden. Ploegleider Danny Stam is onder de indruk: „We hadden gepland dat Anna vanaf de oplopende weg zou gaan, maar dat het zo lang zou zijn had ik niet verwacht.”
‘Fun factor’
Nog niet zo lang geleden was het helemaal niet de bedoeling dat SD Worx deze Tour voor dagsuccessen van Wiebes zou gaan rijden. De ploeg zou alles in dienst stellen om de Belgische kopvrouw en wereldkampioen Lotte Kopecky richting de gele trui te rijden, en daar paste het terughalen van vroege vluchters in sprintetappes niet bij. Maar Kopecky sukkelt al het hele seizoen met een rugblessure.
Nadat ze eerder deze maand uit de Giro delle Donne stapte, gooide SD Worx de plannen om. Vanaf nu ging de ploeg in de Tour voor dagsucces. Niet dat alle klassementskansen al op voorhand werden doorgestreept, richting het slotweekend in de Alpen was de hoop dat Kopecky en Van der Breggen kort in het klassement zouden staan.
Bij de Belgische ging dat al op dag één mis. Op de steile aankomst in finishplaats Plumelec verloor ze een minuut op andere favorieten. Teleurgesteld en zonder een woord met de pers te wisselen vertrok ze naar haar hotel. Een dag later vertelde ze met trillende onderlip dat haar rijden ‘s nachts door haar hoofd had gespookt. „De fun factor is voor mij heel belangrijk, en die is een beetje afwezig. Ik heb twee, drie heel mooie seizoenen gehad, en dan om dit seizoen zo in de regenboogtrui rond te rijden is heel matig.”
In de sprintetappes knapte Kopecky als luxeknecht het vuile werk op voor Wiebes. Ze stopte haar shirt vol met bidons en speelde een rol in de sprinttrein richting de finish. „We weten dat ze het moeilijk heeft”, zei Wiebes na haar eerste ritzege. „We proberen zoveel mogelijk lol te maken, ik hoop echt dat ze haar plezier terugkrijgt. Zonder het plezier krijg je ook niet de resultaten.”
Krampachtig
In tegenstelling tot Kopecky staat Van der Breggen nog wel dicht bij andere toppers in het klassement. De 33-jarige renster keerde dit jaar terug uit haar wielerpensioen bij het team waar ze de afgelopen drie jaar juist als ploegleider in de auto zat. Meteen liet ze zien nog met de wereldtop mee te kunnen. Nu al een paar favorieten (Marlen Reusser, Elisa Longo Borghini) ziek naar huis zijn en Tourfavoriet Demi Vollering maandag hard tegen het asfalt ging, groeien haar kansen om zondag in het geel op het eindpodium te staan. „Maar laten we eerlijk zijn, we hebben nog geen lange berg gehad. Morgen gaat een stuk zwaarder zijn.”
Ik denk dat de schrik er nu een beetje uit is
Op Vollering was het eerder op de middag lang wachten. Terwijl haar ploeggenoten bij FDJ-Suez in startplaats Saumur een voor een de bus uitkwamen om warm te fietsen, stond de fiets met het bordje ‘11’ eenzaam op de Nederlandse te wachten. In de ochtend had de ploeg naar buiten gebracht dat de dokter een hersenschudding had uitgesloten en ze van start zou gaan. Wel had de val haar de nodige kneuzingen bezorgd.
„Bravo”, klonk het vanuit de fans toen Vollering eindelijk door het busgordijn kwam. Krampachtig sloeg ze haar been over haar zadel, haar hoofd op de grond gericht. Op haar gezicht verscheen af en toe een pijnlijke trek, ze leek nee te schudden naar de teamdokter. Na een paar minuten stapte ze alweer af. Haar ploeg moest naar het podium voor de ploegenpresentatie.
Lees ook
Tourfavoriet Vollering heeft overal pijn na een harde val, maar kan bij het uitfietsen zuinig lachen
Na de rit is Vollering een stuk vrolijker gestemd. „Ik ben heel erg opgelucht”, zegt ze. „Toen ik vanochtend op de tacx [fietstrainer] ging zitten, had ik last van mijn nek en kon ik bijna m’n hoofd niet omhoog houden. Op de fiets ging het goed. Mijn knieën en mijn rug voelde ik vandaag gelukkig niet.” Ook is ze blij de hectische finale van dinsdag te hebben overleefd: „Ik denk dat de schrik er nu een beetje uit is.”
Bij Van der Breggen is de opluchting een halfuur na de etappe er net zo goed, maar om een hele andere reden. De verplichte tien minuten in het ijsbad voor optimaal herstel hadden eindeloos geduurd. „Nee, dit is niet mijn favoriete deel van de dag. Je zit op het laatst pijn te lijden in de finale, en dan ook dat nog” Achter haar klinkt gelach. De volgende renster steekt haar teen in het koude badwater.
Na twee dagen praten, waren China en de Verenigde Staten het dinsdag in Stockholm in principe eens. Ze willen de importheffingen voorlopig op het huidige niveau houden, en daarmee de handelsoorlog tussen beide landen nog wat langer pauzeren. Toch zijn daar geen harde afspraken over gemaakt. Het is president Trump die beslist of de huidige pauze, die op 12 augustus afloopt, inderdaad wordt voortgezet, aldus de Amerikaanse delegatie.
De delegaties, geleid door de Chinese vicepremier He Lifeng en de Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent, beëindigden daarmee de derde onderhandelingsronde tussen beide landen sinds Trump begin april grote delen van de wereld nieuwe importheffingen oplegde. Anders dan veel andere landen sloeg China terug met gelijke munt, en beide landen belandden in een spiraal van actie en reactie. In mei, toen de Amerikaanse importheffingen op Chinese producten waren opgelopen tot 145 procent en de handel daarmee de facto was stilgelegd, spraken ze af om te de-escaleren, en voor negentig dagen terug te gaan naar 10 procent (bovenop bestaande heffingen). In China leidde dat proces tot meer zelfvertrouwen over het Chinese vermogen om met Trumps economische dreiging om te gaan.
De gesprekken in Stockholm worden gezien als voorbereiding op een mogelijke ontmoeting tussen Trump en president Xi later dit jaar. Daar zouden beide presidenten dan een ‘deal’ kunnen sluiten die de economische relaties tussen China en de VS stabieler moet maken. Die ontmoeting zal waarschijnlijk plaats vinden in Zuid-Korea, rond een APEC-top die daar eind oktober wordt gehouden, of in Beijing net voor of na die top. Vorige week zei Trump al dat hij China snel hoopt te bezoeken.
Een concessie van de VS: China mag toch de H20-chips van het Amerikaanse Nvidia kopen
Chips en fentanyl
De laatste weken suggereerden beide kanten door middel van wederzijdse tegemoetkomingen dat ze zo’n ontmoeting tussen beide presidenten graag zien gebeuren. China legde de export van twee grondstoffen van fentanyl aan banden – een dossier waarop Trump zegt dat China te weinig doet om de toevoer van het opiaat, waarvan de grondstoffen veelal uit China komen, te controleren. Amerika kondigde twee weken geleden aan dat de Chinezen toch de H20-chips van het Amerikaanse Nvidia mogen kopen die het in april op de verboden lijst had gezet. Deze chips zijn niet de meest hoogwaardige – die blijven ontoegankelijk voor China – maar zijn wel belangrijk voor Chinese techbedrijven zoals Huawei en Tencent.
Die laatste concessie schoot een groep van Republikeinse beleidsadviseurs in het verkeerde keelgat. De groep, waaronder voormalige Trump-ambtenaren zoals Matt Pottinger, stuurde maandag een brief aan handelsminister Howard Lutnick waarin ze schrijven dat ook deze langzamere chips China’s ambities op het gebied van artificiële intelligentie te veel vooruit zouden kunnen helpen. En dat het eerdere verbod „de juiste beslissing” was voor Amerika’s nationale veiligheid.
Grote risico’s
Ondertussen blijven ook tijdens deze pauze de heffingen op Chinese producten in de Verenigde Staten hoog. Volgens berekeningen van het Peterson Institute for International Economics in Washington bedragen ze nu gemiddeld 51,1 procent. Dat komt omdat veel Chinese producten al sinds Trumps eerste handelsoorlog te maken hebben met extra heffingen. Ook legde Trump al in maart een heffing aan China op van 20 procent vanwege de spanningen rond fentanyl.
Lees ook
Trumps begrotingswet: goed voor de Amerikaanse economie, slecht voor de houdbaarheid van de staatsschuld, zegt het IMF
Een toekomstige deal tussen China en de Verenigde Staten blijft daarmee van groot belang voor wereldwijde productieketens. Zo stelde het IMF de groeiverwachting voor dit en volgend jaar dinsdag licht bij naar boven wegens een daling in de Amerikaanse importheffingen, maar met een waarschuwing dat een nieuwe stijging van importheffingen „grote risico’s” met zich meebrengt voor de wereldeconomie.
Op dit moment lijken de twee economische grootmachten zich bewust van die risico’s. In een interview met de South China Morning Post zegt US-China Business Council president Sean Stein dat beide kanten dit voorjaar hebben laten zien hoeveel economische pijn ze de ander kunnen toebrengen, waardoor er een situatie van wederzijdse afschrikking is ontstaan. „Noem het ‘mutual assured economic destruction’”, zei hij, in een verwijzing naar de afschrikkingsstrategie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog. „Daarbij is de dreiging van vergelding genoeg om de ander in toom te houden. Maar hoe lang dat zo blijft, weten we niet.”
De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) bereidt zich preventief voor op het (deels) afsluiten van de internetverbinding, zoals ook het Openbaar Ministerie (OM) noodgedwongen moest doen. Dat meldt de gevangenisorganisatie dinsdag in een persbericht. De dienst werkt scenario’s uit en „brengt in kaart” wat het zou betekenen als ook zij offline moet.
Net als het OM maakt de DJI gebruik van beveiligingssoftware NetScaler van het bedrijf Citrix, waarmee medewerkers op afstand kunnen inloggen in de digitale werkomgeving. Drie weken geleden werd bekend dat de software kampte met een beveiligingsprobleem. Enkele dagen later werd duidelijk dat hackers daardoor konden inbreken bij het OM.
De hack bij het OM is voor de DJI reden voor „uitgebreid onderzoek”, dat vanwege de omvang van het systeem en de complexiteit van een eventueel hack veel tijd in beslag neemt. De dienst spreekt van „zoeken van een speld in een hooiberg, terwijl je eigenlijk niet weet hoe de speld eruitziet”.
Digitale stilstand
Als uit het onderzoek blijkt dat hackers evenals bij het OM zijn binnengedrongen, moet mogelijk de internetverbinding „gedeeltelijk of geheel” worden uitgezet, „met alle gevolgen van dien”. De DJI zegt vooralsnog „geen signalen” te hebben „die doen vermoeden” dat dit daadwerkelijk het geval is.
De kwetsbaarheid in Netscaler, de software van het Amerikaanse bedrijf Citrix, werd op 17 juni bekend. Eerder wilde een woordvoerder van de DJI tegenover NRC niet zeggen wanneer hun Citrix-installatie gepatched is, wat nodig is om het softwarelek te dichten. De vraag is nu of kwaadwillenden vóór die tijd misbruik hebben gemaakt van het lek.
Bij het OM, waar lek tot bijna volledige digitale stilstand heeft geleid, zijn de gevolgen groot. Dossiers kunnen moeilijk ingezien worden, e-mail werkt niet, op afstand werken is niet mogelijk. Men verwacht dat het nog weken kan duren voordat medewerkers weer gebruik kunnen maken van de digitale werkomgeving.
Lees ook
Een klein lek legt de kwetsbaarheid van de digitale overheid bloot