N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Presidentsverkiezingen Turkije De Turkse president Erdogan blijft voorlopig aan de macht. De samenwerking met het Westen, dat zich volgens Erdogan in een neerwaartse spiraal bevindt, zal moeizaam blijven. Zijn banden met zijn ‘vriend’ de Russische president Poetin wil hij niet opgeven.
Niet alleen de Turken hebben na de verkiezingen weer vijf jaar van dikwijls nogal grillig Erdogan-beleid voor de boeg, dat geldt ook voor de rest van de wereld. Vooral voor het Westen was dat even slikken, al lieten de Amerikaanse president Joe Biden, zijn Franse ambtgenoot Emmanuel Macron, premier Mark Rutte en andere leiders daarvan zondagavond niets blijken. Opvallend snel feliciteerden ze Reccep Tayyip Erdogan met zijn nieuwe zege, mogelijk om niet de indruk te wekken dat ze eigenlijk liever winst van diens tegenstander Kemal Kilicdaroglu hadden gezien.
Toch was dat volgens veel analisten wel degelijk waarop in Washington en in de meeste Europese hoofdsteden vooraf stiekem werd gehoopt. Winst van Erdogans politieke opponent Kilicdaroglu zou immers de toetreding van Zweden tot de NAVO, die nog altijd door Erdogan wordt opgehouden, naar alle waarschijnlijkheid hebben vergemakkelijkt. Het zou NAVO-lid Turkije bovendien mogelijk weer wat dichter bij Europa kunnen brengen. Onder Erdogan is het land de laatste jaren ver van Europa afgedreven. Terwijl het in 2008 nog 87 procent van het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU onderschreef, zakte die score vorig jaar genaar 7 procent, zo bleek uit recente studies.
Die sentimenten in Europa bleken Erdogan overigens niet te zijn ontgaan. „Hebben de Duitse, Franse en Engelse tijdschriften geen covers gewijd aan het slopen van Erdogan”, vroeg de president spottend in zijn overwinningsrede zondagavond (een vraag die overigens werd weggelaten in de Engelse weergave van zijn speech op de website van de president).
Dat een van de hartelijkste felicitaties voor Erdogan afkomstig was van Poetin, was geen toeval
De Turkse president zal er niet van wakker liggen. Hij heeft er de laatste jaren geen geheim van gemaakt dat hij niet is gediend van Europese kritiek. De macht van het Westen is hoe dan ook tanende, menen zijn medewerkers en hij. Turkije doet er daarom beter aan om zijn heil meer in het oosten te zoeken, als een zelfbewuste sterke natie van 85 miljoen mensen die een brugfunctie kan vervullen tussen West en Oost. In zijn overwinningsrede zondagavond beloofde Erdogan dat dit „de eeuw van Turkije” wordt.
Lees ook deze analyse over Erdogans herverkiezing: Polarisatie is Erdogans winstmodel
Kilicdaroglu, die veel kritiek heeft op de autoritaire wending die Erdogan aan de Turkse democratie heeft gegeven, zou waarschijnlijk meer afstand van het Rusland van de autocratische president Poetin hebben gezocht. Erdogan aarzelt niet om Poetin als „mijn vriend” aan te duiden. Het was dan ook geen toeval dat een van de hartelijkste felicitaties voor Erdogan zondag afkomstig was van Poetin, die de Turkse leider onder meer prees wegens diens „onafhankelijke buitenlandse beleid” en „onzelfzuchtige werk”.
Belangrijke bemiddelende rol
De relatief goede relatie die Erdogan met Poetin onderhoudt komt soms ook andere landen goed van pas. Zo speelde Erdogan een belangrijke bemiddelende rol bij de onlangs verlengde ‘graandeal’ tussen Rusland en Oekraïne, op grond waarvan beide landen ondanks hun oorlog met elkaar graan en kunstmest via de Bosporus kunnen uitvoeren. Die handel is ook van groot belang voor landen als Egypte, Libanon en Tunesië die vanouds veel graan uit het Zwarte Zeegebied importeren. Ook in de toekomst, mogelijk zelfs voor besprekingen over vrede met Oekraïne, kunnen die contacten nuttig zijn.
Lees ook: Syriërs in Turkije bidden om winst Erdogan
Voor Europese landen mag Turkije dikwijls een lastpak zijn, toch biedt ook Erdogan één voordeel in vergelijking tot zijn rivaal. Kilicdaroglu stelde zich namelijk tijdens de verkiezingscampagne onverzoenlijker op jegens de ruim 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije. Hij beloofde die snel de grens over te zetten. Zo’n beleid zou tot een nieuwe exodus van Syriërs kunnen leiden, niet alleen naar Syrië maar ook richting Europa, iets waarvoor de Europese regeringen zeer zijn bevreesd.
Erdogan dreigde daar weliswaar ook mee, in het kielzog van Killicdaroglu, maar of hij dat zou doen, is de vraag. In de aanloop naar de eerste ronde van de verkiezingen verklaarde hij nog dat het terugsturen van Syriërs „niet humaan en niet islamitisch” is. Bovendien was de president zelf de man die de Syriërs na 2011 binnenliet en was hij ook de man die in 2016 een deal sloot met de EU om de Syriërs – in ruil voor steun ter waarde van miljarden euro’s – in Turkije te houden. Die deal staat nog steeds, al hebben zowel Erdogan zelf als de Europese Unie zich niet altijd aan de voorwaarden gehouden.