Werner Herzogs extatische droomvelden

Recensie Film

Expositie De Werner Herzog-expositie in Eye in Amsterdam bestaat uit schermen met sleutelscènes uit zijn belangrijkste films. Herzog, ziet Bianca Stigter, is vooreerst een beeldenvanger. Die beelden vormen zijn persoonlijke waarheid.

Werner Herzog op de set van ‘Fitzcarraldo’: die boot moest een heuvel over.
Werner Herzog op de set van ‘Fitzcarraldo’: die boot moest een heuvel over. Foto Werner Herzog Film

If you build it, he will come, is de sleutelzin van de film Field of Dreams, de eerste Amerikaanse film van de Duitse regisseur Werner Herzog (München, 1942). De film speelt zich grotendeels af op een maisveld in Amerika, zoals Herzog het in zijn memoires schreef, de monocultuur van de geïndustrialiseerde landbouw, zo anders dan het Beierse landschap van zijn jeugd – maaimachines in plaats van mannen met zeisen.

If you build it, they will come, het is een zin die Herzogs hele oeuvre van meer dan zeventig waanzinnige films en documentaires lijkt samen te vatten, ook al heeft hij Field of Dreams natuurlijk niet geregisseerd – maar Herzog houdt nu eenmaal van leugens. Droomvelden.

Landschappen zijn bij deze regisseur geen achtergrond, geen décor, geen toneel waar zich een of andere plot op kan afspelen, ze zijn de hoofdzaak, de voorgrond, alles. Op de tentoonstelling The Ecstatic Truth in het Eye Filmmuseum in Amsterdam is een fragment te zien uit zijn speelfilm Aguirre, der Zorn Gottes uit 1972. Herzog vertelt dat zijn hoofdrolspeler Klaus Kinski het niet eens was met de manier waarop de regisseur de film in Peru wilde beginnen, met een shot van een berg met een smal pad waarover een stoet mensen kronkelt. Kinski pikte het niet dat er geen close-up van hem in kwam. „Maar ik had het gevoel dat dit shot zonder gezichten de kijker juist lang zou bijblijven.”

De tentoonstelling in Eye bestaat vooral uit schermen waarop sleutelscènes uit Herzogs belangrijkste films te zien zijn. In vitrines liggen foto’s, documenten en andere parafernalia, maar daar loop je voorbij. Want je wordt gezogen naar bijvoorbeeld Fata Morgana (1971), waarvoor hij in woestijnen in Afrika filmde. Het geel en het blauw alleen zijn al adembenemend. Bliksem. Droomvelden. Misschien werkt deze methode bij Herzog beter dan bij andere filmmakers.

Fonkelende vissen

Landschappen vertellen in Herzogs werk vaak meer dan gezichten. Volgens Herzog kan hij ze lezen, landschappen. Hij is niet de eerste die dat denkt. ‘Het boek der natuur’ is een metafoor met een lange geschiedenis. Jacob van Maerlant schreef er al over in de Middeleeuwen, Augustinus nog eerder. Zij lazen in dat boek vooral over God. Wat las Herzog?

In het eerste hoofdstuk van herinneringen, Ieder voor zich en God tegen allen (2022), beschrijft Herzog de eerste keer dat hij door een landschap werd getroffen. ‘Sterren, de zee’ heet dit hoofdstuk, en hij beschrijft wat hem trof toen hij op Kreta ’s nachts op een vissersboot werkte, en het licht van een grote lamp inktvissen moest aantrekken. Boven hem is de koepel van de hemel, onder hem is nog een koepel, niet gevuld met sterren maar met zilver fonkelende vissen. In de aldus ontstane bol zit Herzog. „Ik was er zeker van dat ik hier en nu alles wist. Mijn lot was mij duidelijk.”

Herzog wordt beeldenvanger nog voor hij filmmaker wordt. Het is of hij over de wereld reist op zoek naar beelden die hem dezelfde sensatie als op Kreta bezorgen. Eén vindt hij er op hetzelfde eiland, als hij een dal vol windmolens ziet, die hij vergelijkt met krankzinnig geworden draaiende bloemen, met madeliefjes buiten zinnen. Herzog denkt als hij het ziet dat hij gek is geworden.

Drie jaar later verwerkt hij dit beeld in zijn eerste speelfilm, Lebenszeichen (1968). En zo zal het blijven gaan. Nosferatu: Phantom der Nacht (1979) waarin Kinski Dracula speelt, begint bijvoorbeeld met de mummies van Guanajuato, die hij twaalf jaar eerder in Mexico had gezien. De dansende kip uit het einde van Stroszek (1977) kwam hij jaren eerder tegen op doortocht in North Carolina.

Het beeld van krioelende krabben op een strand gebruikt hij zelfs twee keer. Ze zitten aan het begin van Echos aus einem düsteren Reich, Herzogs documentaire uit 1990 over dictator Bokassa. Herzog kan niet uitleggen waarom: „Er is geen sprake van symboliek en ik kan het niet helemaal verklaren, maar ik weet gewoon dat deze beelden in de film horen.” Wel gebruikt hij ze elf jaar later nog een keer, ditmaal aan het einde van Invincible, een idiote speelfilm over een Joodse sterke man in het Berlijn van de jaren dertig.

Extreme landschappen

Herzog heeft zijn hang naar extreme landschappen zelf verklaard uit het feit dat hij niet of nauwelijks droomt. Betekenis wil hij er niet aan geven, al beweert hij wel dat dit soort beelden appelleren aan iets wat in alle mensen verborgen zit. Hij herkent die beelden. Hetzelfde geldt voor landschappen en dingen waar nog geen beelden van zijn, maar die hij in beeld brengt, zoals het schip dat over een berg wordt getrokken in Fitzcarraldo (1982). Hij kan het ook herkennen in beelden van anderen, zoals de opnames van Timothy Treadwell in Grizzly Man (2005), en de opnames van vulkanen door Katia en Maurice Krafft in The Fire Within (2022).

Wat Herzog en zijn kijkers dan precies herkennen, dat blijft raadselachtig. Misschien kan dit citaat van de grote Argentijnse schrijver Borges soelaas bieden: „Muziek, staten van geluk, mythologie, gezichten gevormd door de tijd, bepaalde schemeringen en bepaalde plekken willen ons iets zeggen, of hebben iets gezegd wat ons niet had mogen ontgaan, of staan op het punt ons iets te zeggen; die op handen zijnde onthulling, die zich niet voltrekt, is, misschien, de esthetische werkelijkheid.”

Maar dat citaat is misschien vooral een dooddoener, die slechts fraai verwoordt dat we het niet weten, dat we geen idee hebben. Herzog heeft het zelf niet over de esthetische werkelijkheid maar over de extatische waarheid. Daarbij heeft hij het ook vaak over de waarheid liegen of variaties daarop, want met de waarheid neemt de regisseur het vaak niet zo nauw, niet in zijn speelfilms en niet in zijn documentaires, wat even erg kan zijn.

Postkoloniaal kun je zijn werk bepaald niet noemen. In 1984 maakte Herzog de speelfilm Wo die Grünen Ameisen träumen, over Aboriginals in Australië die niet willen wijken voor een mijnbouwbedrijf omdat de groene mieren niet wakker gemaakt mogen worden. Die groene mieren heeft Herzog zelf bedacht. Onvergeeflijk.

In zijn herinneringen mekkert hij gelukkig niet alleen over de extatische waarheid. Hij komt ook dicht bij de esthetische werkelijkheid. Tegen het einde van het boek schrijft hij over het Lineair B, een moeilijk te ontcijferen schrift uit de bronstijd. „Ik beschouw de ontcijfering van Lineair B als een van de grootste culturele en intellectuele prestaties aller tijden”, beweert Herzog. Maar hij eindigt met de schijf van Phaistos, een op Kreta gevonden voorwerp met een schrift dat juist nog steeds niet ontcijferd is. Misschien is het wel een vervalsing. „Het is voor mij een embleem van onze beperking om de wereld, de hele geheimzinnige wereld, te lezen”, schrijft Herzog. „Zodra iemand opstaat en verklaart dat hij de tekst heeft ontcijferd, weten we met absolute zekerheid dat hij een oplichter of een krankzinnige is.”

Klaus Kinski als Brian ‘Fitzcarraldo’ Fitzgerald. Foto Werner Herzog Film/Deutsche Kinemathek