Mehran (32), eerder docent Engels in Iran, haalt zijn laptop uit zijn tas en legt die op tafel. Hij wil graag werken, om snel te integreren in Nederland. Maakt niet uit wat, als het maar íéts is. Het kan alles zijn wat met de Engelse taal te maken heeft, maar ook Nederlands is hij aan het leren. Hij draait het scherm van zijn laptop naar recruiter Raphaël Nouwen, die asielzoekers aan bedrijven koppelt, en laat zijn cv zien. „Wat denk je?”
Voor asielzoekers is het door allerlei regels moeilijk een baan te vinden in Nederland. Werken is bijvoorbeeld pas toegestaan als hun asielaanvraag ten minste zes maanden in behandeling is. Werkgevers moeten daarnaast een tewerkstellingsvergunning voor hen aanvragen. Woensdag debatteert de Tweede Kamer over versoepeling van deze regels.
Mehran ontmoet Nouwen in café A Beautiful Mess naast het asielzoekerscentrum in Utrecht. Wekelijks voert Nouwen daar intakegesprekken met asielzoekers die werk zoeken. Hij vraagt welk werk ze in hun thuisland deden, wat ze op de korte termijn in Nederland zouden willen doen en waar ze op de lange termijn van dromen.
NRC woonde een aantal van die gesprekken bij. Omdat de asielzoekers nog in afwachting zijn van een uitspraak over hun asielaanvraag, worden hun achternaam en vluchtverhaal niet genoemd.
Foto’s: Mehran (l) uit Iran in gesprek met recruiter Raphaël Nouwen. Op tafel ligt het W-document van Mehran, zijn identiteitsbewijs in Nederland.
Radiomaker en kok
„Zet je pet af”, zegt Nouwen tegen de 29-jarige Abdiaziz uit Somalië. „In Nederland wordt het als onbeleefd ervaren om met een pet op naar een sollicitatiegesprek te komen.”
Abdiaziz knikt en zet zijn pet af. „Als ik dat had geweten, had ik mijn haar gedaan.”
Abdiaziz werkte voorheen onder meer als verslaggever bij een radiostation, en als kok in een restaurant.
„Laat eens zien hoe je een ui snijdt?”, vraagt Nouwen. Hij wil inschatten hoeveel ervaring Abdiaziz in de keuken heeft. Wie een ui met een platte hand snijdt, is geen echte kok; zo snijd je je vingers eraf. Abdiaziz legt zijn vingers gebogen op tafel.
Als Abdiaziz gaat werken, moet hij het grootste deel van zijn inkomen afstaan aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Hij is met zijn vrouw en twee dochters naar Nederland gekomen en moet ook aan hun opvangkosten meebetalen. Pas als hij een voltijds baan vindt, houdt hij een deel van zijn inkomen over, legt Nouwen hem uit. „Is niet erg”, zegt Abdiaziz. „Als ik maar niet de hele dag op mijn kamer hoef te zijn.”
Docent Mehran ziet werken ook als een manier om overdag niet op zijn kamer in het azc te hoeven zijn. „Asielaanvragen duren soms lang”, vertelt hij. „Sommige bewoners van het azc zijn daardoor erg gefrustreerd en worden agressief. Ik moet wel bezig blijven om mezelf daarvan af te leiden.”
Oekraïense vluchtelingen
Opheffen van de belemmeringen voor asielzoekers op de arbeidsmarkt zou de Nederlandse economie miljarden opleveren, berichtte SEO Economisch Onderzoek vorige week. Het bureau berekende wat het Nederland opbrengt als asielzoekers dezelfde toegang tot de arbeidsmarkt krijgen als Oekraïense vluchtelingen, die hier na aankomst zonder beperkingen mogen werken.
Lees ook
Vrij werken voor asielzoeker levert Nederland volgens nieuwe studie miljarden op
Het verschil in arbeidsmarktparticipatie tussen beide groepen is groot. Ongeveer de helft van de Oekraïense vluchtelingen in Nederland heeft een baan in loondienst. Van de asielzoekers had in 2022 slechts 2 procent zo’n twee jaar na aankomst werk gevonden.
Asielzoekers vertellen elkaar dat Nouwen hen aan werk kan helpen. Zijn telefoonnummer gaat rond in appgroepen. Soms krijgt hij op WhatsApp uitgebreide sollicitatiebrieven. Nouwen koppelde tot nu toe circa tweehonderd asielzoekers aan bedrijven. Zij zijn daar in loondienst. Als de werkgever tevreden is, ontvangt Nouwen een vergoeding voor bemiddeling.
Muhammed Ibrahim (48) uit Somalië hoorde in het azc in Arnhem dat hij Nouwen moest bellen als hij een baan zocht. Deze ochtend is hij met de trein naar Utrecht gekomen. In zijn thuisland werkte hij als accountant. Hier kan hij voorlopig waarschijnlijk aan de slag in de schoonmaak of pakketbezorging, krijgt hij tijdens zijn intakegesprek te horen. „Ik ben blij met alles wat ik qua werk mag doen.”
Diploma’s
Voor asielzoekers is het moeilijk in Nederland het werk te gaan doen waarvoor zij zijn opgeleid. Hun diploma’s zijn hier bijna nooit evenveel waard als in het thuisland. Werkgevers zijn vaak terughoudend met betalen voor bijscholing. Tot de asielzoekers een verblijfsstatus toegekend heeft gekregen, is immers onduidelijk of en hoelang hij of zij bij het bedrijf in dienst kan blijven. Bovendien geldt voor veel beroepen dat je Nederlands moet kunnen spreken.
De meeste asielzoekers komen daardoor in sectoren te werken waar minimumloon wordt betaald – schoonmaak, logistiek en horeca. Soms lukt het werk te vinden binnen het eigen beroep, vertelt Nouwen. Zo werkt een tandarts uit Syrië nu in Utrecht als tandartsassistent.
De onderzoekers van SEO verwachten dat deze voorbeelden uitzondering blijven. De meeste asielzoekers zullen bij vrije toegang tot de arbeidsmarkt de eerste jaren in de sectoren blijven waar zij nu ook werken. Daarna kunnen ze, onder meer door Nederlands te leren, doorgroeien naar werk op hun niveau.
Lees ook
Werkbeperkingen voor asielzoekers weggetrokken: mogen nu meer dan 24 weken per jaar werken
Bij de 36-jarige Hardeep uit India lukt het misschien eerder. Hij wil graag fietsen repareren, zoals hij in zijn voormalige woonplaats in de staat Punjab deed. Hij is inmiddels ruim een jaar in Nederland. Tot nu toe is het niet gelukt werk te vinden, vertelt hij. Drie bedrijven wezen hem af: ze wilden geen tewerkstellingsvergunning voor hem aanvragen, of wisten niet hoe dat moest. Nouwen kent waarschijnlijk wel een fietsenmaker die personeel zoekt.
Hartje
„Kan je een hartje maken in een cappuccino?”, vraagt Nouwen de 23-jarige Godstime uit Nigeria. Die wil graag als barista werken, vertelt hij, en heeft al enige ervaring. Een hartje moet zeker lukken.
Nouwen wil hem wel aan een bedrijf koppelen, maar ziet dat het W-document (identiteitsbewijs voor asielzoekers in Nederland) van Godstime bijna verlopen is. „Je moet vandaag nog een nieuwe aanvragen”, zegt Nouwen. Hij laat het telefoonnummer zien dat Godstime daarvoor kan bellen. Anders heeft het weinig zin hem met een werkgever in contact te brengen: die zal nog langer moeten wachten op de tewerkstellingsvergunning en misschien sneller afhaken.
Godstime belt meteen.