Mario (29) presenteert zich in de Bredase rechtbank als goedgelovig, achterdochtig, jaloers maar vooral als zéér betrokken partner van zijn zwaar verslaafde vriendin. Weliswaar vermoedde hij dat ze klanten had, maar hij geloofde liever dat het dan om betaalde ‘erotische massages’ ging. Maar zíj schetste aan de politie het tegenovergestelde beeld: met Mario als de gewelddadige, dwingende uitbuiter aan wie ze al haar geld moest afstaan. Iemand bij wie ze niets te vertellen had.
Dit blijkt een zij-zegt/hij-zegt-zaak, die rust op indrukken van getuigen, afgeluisterde communicatie en tegenstrijdige verklaringen bij de politie en de rechter-commissaris. Mario staat terecht voor seksuele uitbuiting. Een vorm van mensenhandel, waarbij afpersing, fraude, betalingen en misleiding dan wel misbruik van een kwetsbare positie bewezen moeten worden.
Hij zit nu een jaar in voorarrest. In de zes uur die de zitting duurt, wordt z’n relatie nauwgezet ontrafeld. Mario is een losse arbeider, oorspronkelijk uit Bulgarije, die redelijk Nederlands spreekt. Alleen neigt hij tot uitweiden. Al zijn gedrag verklaart hij uit zorg, liefde en ook bemoeizucht. Regelmatig verloor hij z’n vriendin uit het oog. Dan was ze weer naar België, Frankrijk of Rotterdam om geld te verdienen. „Maar ze kwam altijd terug.” Hij hapert en slaat een hand voor de ogen. Wanneer de rechter hem uitlegt wat het woord ‘obsessief’ in haar vraag betekent, knikt hij: dat was hij, destijds. En paranoïde, dat ook.
Liefdesbrieven
Zijn advocaat karakteriseert het stel als ‘hardtalig’. Veel emoties, verwijten, duwen, schreeuwen, weglopen en terugkeren. Ze dragen partnertattoos, op de onderarm – hij een kolossale sleutel, zij een slot met een hart. Het stel ontmoette elkaar in de Gentse gevangenis. Zij, begin twintig, zat er wegens heroïnebezit. Hij werd verdacht van diefstal.
De rechter raakt na een uur of drie allengs geïrriteerder. Veel van wat de advocaat vertelt, vindt de rechter „niet goed te plaatsen”, althans niet in het beeld van Mario als kwade genius, zoals dat uit het dossier naar voren komt. „U gebruikt te veel woorden”, zegt ze.
De officier eist vier jaar cel en een contactverbod. Ook 20.000 euro schadevergoeding en betaling van een tandartsrekening worden toewijsbaar geacht.
Er is ook ruimte voor twijfel. Het slachtoffer heeft zichzelf in verhoren opvallend vaak tegengesproken. Dat niet Mario haar pooier was, maar iemand anders, die ze via een bemiddelingssite ontmoette. Dat ze zich prostitueerde „hebben we samen besloten, ik ben niet gedwongen, ik deed het gewoon”. Maar in haar slachtofferverklaring zegt ze dan weer dat ze „blij is dat Mario is opgepakt”. En dat ze „effectief afhankelijk is gemaakt”. Dat ze „eindelijk de waarheid inzag”.
Mario hoort het aan en zegt: „Ik heb gevoelens voor haar, maar ik begrijp haar niet.” Over haar verklaring: „Dat is zij niet, daar zit iemand achter. Ik had altijd goede doelen in m’n hoofd.” Zij is vaak bij hem in de gevangenis op bezoek geweest. Ook zijn er liefdesbrieven, aan hem.
De officier ziet vooral een kwetsbare persoon in een relatie waarin hij controleert, instrueert en opdrachten geeft. Haar tegenstrijdige verklaringen zouden passen bij het „klassieke beeld van de totaal afhankelijke verslaafde die in een vicieuze cirkel is beland” bij een partner van wie ze zich niet kan losmaken. Ze kon in zijn nabijheid niet functioneren als een „mondige prostituee”. Hij bepaalde het waar, wanneer en met wie. Zij trapte in een glad verhaal, zegt de officier.
De advocaat ziet echter een mondig iemand die zelf kiest. Die al voor Mario drugs gebruikte en uit haarzélf naar hem terugkeerde. Iemand die in een verhoor ontkende zich tegen haar wil te prostitueren. Stelde de rechter-commissaris geen „patroon van inconsistente verklaringen” vast „afhankelijk van haar gemoedstoestand”? De relatie van de twee was volgens de advocaat ‘ongezond’, maar ook affectief en gelijkwaardig. Er was „wederzijdse zorg”. Mario was behulpzaam, en opereerde niet in een georganiseerd verband, constateert ze. Evenmin was sprake van recidive of gedrag dat op mensenhandel wijst. Dwang is er nooit geweest, wel geweld tussen de twee, maar niet in de zware categorie.
De rechtbank veroordeelt Mario twee weken later tot zestien maanden cel, waarvan vier voorwaardelijk. Door aftrek van voorarrest komt hij vrijwel meteen vrij. Seksuele uitbuiting is bewezen, maar in een kortere periode dan de officier had gesteld. De immateriële schadevergoeding valt daarom lager uit: 4.000 euro. De tandartsrekening wordt afgewezen. Mario mag ook drie jaar lang geen contact met haar onderhouden. Als zij zelf contact zoekt, moet hij dat afhouden. De bewezen periode van uitbuiting duurde zes maanden, waarvan drie tijdens z’n voorarrest. Een getuige verklaarde dat hij haar in die tijd onderdak moest bieden, op haar moest letten en in contact met Mario moest blijven.