Als op 2 december 1935 het toneelstuk De Beul wordt uitgevoerd, gaat het mis. Deze voorstelling over nationalistische staatsterreur door de eeuwen heen, wordt meermaals verstoord door protesten. Het politierapport indertijd vermeldde: Men „begon op vele plaatsen tegelyk in de zaal zoowel beneden als op de bovenrangen by herhaling te protesteren tegen het vertoonde” en er werden „stinkbommen geworpen”. Uiteraard ontstond er discussie over wat er moest gebeuren. De druk om het stuk niet meer uit te voeren was groot, maar burgemeester van Amsterdam, de gereformeerde Willem de Vlugt, weigerde. „Voor terreur ga ik niet opzij, met terreur reken ik af”, zei hij. Maar daags daarna werd besloten dat het onmogelijk was het stuk nog uit te voeren: de protesten waren te groot, en hoe is veiligheid dan nog te garanderen?
Voor een vergelijkbare vraag stond deze week het Concertgebouw dat een streep zette door de optredens van het Jerusalem Quartet op 16 en 18 mei. Aanleiding waren twee „aangekondigde demonstraties en de recente ontwikkelingen rond protesten in Amsterdam” tijdens de uitvoering van een muziekensemble dat zich niet politiek uitspreekt, maar door de naam toch als culturele ambassadeur voor Israël wordt gezien. Aangezien het kwartet al jaren te maken heeft met ordeverstoring tijdens optredens, was de kans groot dat er bij de optredens in het Concertgebouw nu ook iets zou gebeuren.
Vrije keuze
De vraag is natuurlijk: moet je daarvoor wijken? Het Concertgebouw kon de veiligheid van het publiek niet garanderen en vreesde voor schade aan het monumentale gebouw omdat de Amsterdamse politie alleen buiten bescherming zou bieden. Het Concertgebouw nam dus een besluit voor het publiek, en sloot de vrije keuze van de concertganger daarmee uit. Was er niet een mogelijkheid om extra beveiliging te regelen en was een waarschuwing over de mogelijke protesten aan de bezoeker niet een betere optie geweest? Dan is het aan de bezoeker of die het risico wil lopen. En hoe je de veiligheid van eigen medewerkers garandeert – daarvoor zijn eveneens meer scenario’s denkbaar; meer beveiliging is net zozeer een optie als het afgelasten van een concert.
Andere zalen spelen op de actualiteit in door zowel Joodse als Palestijnse muzikanten te laten optreden: ook een mogelijkheid. Formuleer daarbij een protocol voor de zogenaamde ‘risico-avonden’ en ga uit van het idee dat kennisnemen van elkaars cultuur en interesse tot dialoog leidt.
Het alternatief – afgelasten uit streven naar veiligheid – roept bovendien de vraag op waar in de toekomst dan een grens wordt getrokken. Waar de verbinding van kunst er niet meer is, ligt isolement op de loer. En dat terwijl kunst er is voor dialoog, ook het strijkkwartet. Goethe schreef in 1829 al dat bij een strijkkwartet de luisteraar „gelooft iets van hun conversatie te begrijpen”.
Misschien was het een idee kaartjes uit te delen aan de demonstranten die vooraf met dreigmailtjes kwamen, in plaats van het concert af te gelasten. Een reply all met de mededeling: „Wat fijn dat u interesse heeft voor onze concerten. We zien u graag tegemoet en hopen dat u er net zo van zult genieten als wij”, was een teken van opperste beschaving geweest in plaats van te vrezen voor ‘de beul’.
Met medewerking van Amanda Kuyper
Lees ook
Concertgebouw schrapt concerten Jerusalem Quartet: ‘We kunnen de veiligheid niet garanderen’