Welke Europese bedrijven vallen voor de groene miljarden van Joe Biden?


Europese industrie De Amerikaanse klimaatmiljarden maken Europese politici zenuwachtig: straks verhuist onze industrie! Maar om welke industrie gaat het dan precies? Bedrijven spelen intussen handig in op de angst.

De Ivanpah-zonne-energiecentrale in de Mojave-woestijn (Californië) is een themische centrale die werkt met 173.500 draaiende spiegels.
De Ivanpah-zonne-energiecentrale in de Mojave-woestijn (Californië) is een themische centrale die werkt met 173.500 draaiende spiegels.

Foto David McNew/Getty Images

Het is in Europa het symbool geworden voor de miljarden aan groen geld waarmee de Verenigde Staten strooien: de 7.500 dollar belastingkorting die Amerikanen krijgen als ze een elektrische auto kopen. De pijn zit ’m in de kleine lettertjes: de auto moet in Noord-Amerika in elkaar gezet zijn. Een Amerikaan die een elektrische auto uit Europa koopt, krijgt niks. Buy American.

De korting is een gevolg van de Amerikaanse Inflation Reduction Act, die voor het grootste deel bestaat uit een pakket van 369 miljard dollar (347 miljard euro) aan groene subsidies en belastingkortingen om verduurzaming te stimuleren. Ondanks de naam heeft de wet met inflatie weinig te maken, maar is het de invulling van serieus Amerikaans klimaatbeleid, iets waar Europa al jaren op wachtte. Voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie twitterde er in augustus, toen de wet werd aangenomen, dan ook meteen enthousiast over.

Inmiddels maken de Amerikaanse klimaatmiljarden Europese politici, maar ook captains of industry, vooral ongerust. Want de eigen industrie hád al een zwakke concurrentiepositie, door de zeer hoge gasprijzen in Europa. Licht tot zwaar beledigd zijn sommige Europeanen trouwens ook: protectionisme!

De stemming van Von der Leyen over de Amerikaanse klimaatwet is omgeslagen

Ook de stemming van Von der Leyen is intussen omgeslagen. Deze maand schreef ze in een brief dat veel bedrijven nu overwegen „activiteiten naar buiten de EU te verplaatsen”, en dat ze in actie wil komen. Lidstaten voelen daar ook wel voor. Maar om welke industrie is Europa precies zo bezorgd? En zijn er al bedrijven die doen wat Von der Leyen vreest?

Krachtige autolobby

Terug naar die 7.500 dollar voor Amerikaanse autokopers: dat is eigenlijk niet het beste voorbeeld van hoe het klimaatgeld de Europese industrie bedreigt. „Europa exporteert maar weinig elektrische auto’s naar de VS”, zegt Julia Poliscanova van de Europese milieuorganisatie Transport & Environment. De belastingkorting voor bedrijven die batterijen produceren zijn volgens Poliscanova wél „een game changer”. Zulke bedrijven kunnen straks in de VS veel geld krijgen.

Dat de elektrische auto vaak terugkomt als het gaat over de Amerikaanse dreiging is desondanks niet zo gek. De Inflation Reduction Act is zo breed dat je moeilijk één bedrijfstak kan aanwijzen die het meest wordt geraakt. 7.500 dollar belastingkorting voor autokopers is lekker concreet – en de auto-industrie staat bekend om z’n stevige lobbykracht.

Het grootste deel van de 369 miljard euro is echter bestemd voor bedrijven, via belastingkortingen, subsidies en leningen. Voor consumenten is 43 miljard dollar gereserveerd. Behalve op een stekkerauto kunnen ze korting krijgen op een warmtepomp of zonnepanelen.

Europa hangt veel regeltjes aan groene subsidies, vinden bedrijven

De miljarden voor het bedrijfsleven zijn weer onderverdeeld in categorieën. De grootste potten zijn bestemd voor de opwekking en opslag van groene stroom, zoals zon en wind, voor bedrijven die groene energietechnologie ontwikkelen, en voor productie van groene waterstof. Maar ook andere sectoren dan energie profiteren. Zo staat er 6 miljard dollar klaar voor de verduurzaming van zwaar vervuilende industrie zoals staal, cement en chemie, 6 miljard voor landbouwbedrijven en 3 miljard voor makers van elektrische auto’s. Ook worden bedrijven beloond als ze CO2 opvangen en opslaan: tot 85 dollar per ton.

Juist dat het zo uitgebreid is, maakt Europese politici en bedrijven zenuwachtig. „Het is all over the place”, zegt voorzitter Ingrid Thijssen van werkgeverslobbyclub VNO-NCW. „We worden erover platgebeld.” Welke sectoren het meest kwetsbaar zijn, vindt ze moeilijk te benoemen. Wel noemt ze specifiek de „energie-intensieve bedrijven” vanwege de hoge gasprijzen, bijvoorbeeld in de hoek van de chemie, of de maakindustrie. „Daar is de Inflation Reduction Act bijgekomen.”

Maar daar heeft toch niet íédere Nederlandse fabriek last van? „Nee. Maar stel, je bent een Nederlandse papierproducent en het blijft hier langdurig duur om papier te maken, dan kun je je voorstellen dat je alsnog naar VS gaat kijken. Omdat daar straks veel groene energie beschikbaar komt. Of omdat je daar veel subsidie krijgt als je CO2 opslaat.”

Tesla in Duitsland

Aan de andere kant: een fabriek pak je niet zomaar op om aan de andere kant van de oceaan weer neer te zetten. Concrete voorbeelden van bedrijven die daadwerkelijk hun productie verplaatsen, zoals Von der Leyen vreest, zijn er dan ook nog weinig. Logischer is het om bij uitbreidingsplannen nog eens diep na te denken over waar je dat doet. En er openlijk over te twijfelen – om de druk op de EU op te voeren.

Het Zweedse Northvolt, een batterijenbouwer van Europese bodem, is precies daarmee bezig. Northvolt heeft één fabriek in Noord-Zweden en zou een tweede fabriek bouwen in Duitsland, maar wil dat nu misschien toch in de VS doen. Op basis van de cijfers lijkt het geen moeilijke keuze: in de VS zou zo’n fabriek volgens Northvolt 600 tot 800 miljoen dollar subsidie kunnen krijgen, tegenover 155 miljoen euro in Duitsland. Toch lijkt Europa nog een kans te hebben: de beslissing is nog niet gevallen en in de Financial Times riep de president-commissaris van Northvolt Europa op met „iets soortgelijks” te komen als het Amerikaanse pakket.

Ook andere bedrijven spreken zich uit. De topman van het Spaanse energiebedrijf Iberdrola zegt in de FT dat de VS nu „veel meer” een aantrekkelijke plek is om in groene energie te investeren dan Europa. Van investeringen die Iberdrola komende jaren wil doen, gaat het meeste geld naar de VS – maar ook in Europa blijft het geld steken.

De zorgen worden verder aangewakkerd door bedrijven die concrete stappen nemen zonder zelf naar de Amerikaanse miljarden te wijzen. Het Duitse BASF, de chemiereus, vindt het in Europa te duur worden en gaat de productie op z’n Europese locaties permanent afschalen. Industrieconcern Bosch uit Duitsland gaat een half miljard investeren in de productie van onder meer batterijen in de VS. En het Zwitsere Meyer, dat onderdelen voor zonnepanelen maakt, gaat een fabriek bouwen in Arizona.

En dan is er nog de vraag wat Tesla gaat doen. The Wall Street Journal meldde dit najaar dat het bedrijf van Elon Musk het plan om batterijen te gaan produceren in Duisland op pauze heeft gezet vanwege de nieuwe Amerikaanse wet. Volgens het Duitse Handelsblatt heeft de pauze echter te maken met grondstoffentekorten. Tesla heeft zelf nog niks bekend gemaakt.

‘Bureaucratisch’ Europa

Het is niet alsof Europa niks te bieden heeft voor bedrijven met duurzame plannen, al is het moeilijk om een goed overzicht te krijgen. Maar het Europese geld is minder toegankelijk, zegt analist Philipp Lausberg van de Brusselse denktank European Policy Centre. „Er zijn heel veel verschillende initiatieven: het coronaherstelfonds, het REPowerEU-programma, het innovatiefonds, het InvestEU-programma. Dat maakt het ingewikkeld.” En dan hebben lidstaten ook nog eigen potten, zoals in Nederland Invest-NL. Bovendien moeten bedrijven aan veel regels voldoen, zegt Lausberg, wat tijd en geld kost. „Daar klaagt de industrie over.” De Inflation Reduction Act, die tien jaar loopt, onderscheidt zich volgens Lausberg juist door zijn eenvoud en toegankelijkheid.

Op LinkedIn verwoordt een bestuurslid van Volkswagen, Thomas Schäfer, dit sentiment. In tegenstelling tot de „aantrekkelijke” mogelijkheden in de VS vindt hij de Europese staatssteunregels „ouderwets” en „bureaucratisch”.

Door de VS wordt Europa gedwongen hiernaar te kijken. Daarmee wijkt het wel af van de ingeslagen route: „Europa zet eigenlijk al jaren meer in op vergroening door CO2-beprijzing”, zegt Rem Korteweg van denktank Clingendael. Grote vervuilende bedrijven moeten in Europa geld betalen voor hun CO2-uitstoot. Deze maand hebben het Europarlement en de lidstaten nog een akkoord bereikt om te versnellen op dit vlak, ook met een CO2-grensheffing. Korteweg: „Het accent in de VS ligt meer op subsidies en regelgeving. In Europa op CO2-beprijzing. Dat zijn botsende visies over hoe je de energietransitie bereikt.”


Lees ook dit verhaal: Europa worstelt met eigen antwoord op Amerikaanse subsidiegolf

Maar de EU wil nu niet achterblijven qua overheidssteun. Von der Leyen kwam deze maand al met een voorstel: de regels voor staatssteun door lidstaten moeten „simpeler, sneller en nog voorspelbaarder”, en er moet nóg meer Europees geld beschikbaar komen. De lidstaten moeten het hierover nog wel eens worden. Daarnaast probeert de EU in een speciale taskforce gedaan te krijgen dat de Amerikanen de regels wat Europa-vriendelijker maken – donderdag werd een bescheiden succesje geboekt.

De Europese Commissie is „snel uit de startblokken gekomen”, vindt Korteweg van Clingendael. „Door duidelijk te maken dat meer in het vat zit, probeert de Commissie tijd te kopen. Anders gaan bedrijven direct plannen maken. Nu blijft iedereen voorlopig nog speculeren” – komt Brussel nog door met extra geld?