Weinig ruimte in debat Tweede Kamer over cultuurbegroting: ‘Nederland verarmt’

Orkater-directeur Wieke ten Cate drukt snel haar broodje in de handen van een collega als ze Tweede Kamerlid Mohammed Mohandis (GroenLinks-PvdA) in de Statenpassage ziet staan, de grote entreehal van de Tweede Kamer. Het debat dat de Kamerleden maandag voeren over de cultuurbegroting is een laatste strohalm voor theatergezelschappen zoals Orkater, die structurele rijkssubsidie zijn misgelopen. Dit is het moment waarop Kamerleden de minister kunnen vragen meer geld vrij te maken voor cultuur. Die lobby is vooraf al gevoerd, maar een laatste aanmoediging kan geen kwaad, en dus beent Ten Cate in de schorsing naar Mohandis. Ze is niet de enige: de toestroom uit de culturele sector is groot, de tribune zit vol.

Op de cultuurbegroting van 1,4 miljard euro wordt in totaal 10 miljoen euro structureel bezuinigd, als onderdeel van het voornemen van de coalitie om op rijkssubsidies te bezuinigen. De grootste pijn zit bij de btw-verhoging, en bij organisaties die ondanks een goede beoordeling geen vierjarige subsidie krijgen.

Maar er is weinig ruimte bij dit begrotingsdebat, of, daarover verschillen de inzichten: weinig bereidheid ruimte te vinden. Minister Eppo Bruins (NSC) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap herhaalt keer op keer dat hij geen geld heeft, en dat hij organisaties zoals de Club van 59 (inmiddels 57), zoals de verzamelde culturele instellingen zich noemen die buiten de boot vielen bij het Fonds Podiumkunsten, geen valse hoop wil geven door toe te zeggen dat hij naar geld zal zoeken.

‘Nederland verarmt’

Rosanne Hertzberger (NSC) bijvoorbeeld, denkt dat Nederland „cultureel verarmt” door de plannen van het kabinet. Er worden „rotmaatregelen” genomen, vindt ze, „vooral de btw”. Maar de impactanalyse die de cultuursector graag wil van de btw-verhoging op cultuur van 9 naar 21 procent, komt er niet, zegt Hertzberger nog. Daarmee herhaalt ze wat het kabinet al vaker heeft gezegd: in 2028 pas wordt bekeken hoe de btw-verhoging uitpakt.

In hetzelfde debat wordt ze ingehaald door minister Bruins. Hij gaat tóch laten onderzoeken welke gevolgen de btw-verhoging op cultuur gaat hebben. Of, tenminste: hij gaat berekeningen die de cultuursector zelf heeft gedaan „extern laten valideren”, om te kijken of en hoe vooraf al voorspeld kan worden wat de btw-verhoging teweeg zal brengen. Het mag nog geen impact-analyse heten. Bruins noemt het onderzoek dat belangenorganisatie Kunsten ’92 samen met onder andere het Cultuurfonds heeft laten uitvoeren; dat neemt hij als uitgangspunt.

Dit onderzoek voorziet dat de sector jaarlijks 350 miljoen euro aan inkomsten misloopt, door een stapeling van maatregelen. „U kent ze inmiddels vast uit het hoofd”, zei Cultuurfondsdirecteur Cathelijne Broers afgelopen donderdag nog in de Tweede Kamer tijdens een inhoudelijke toelichting. Ze noemt ze toch nog even: btw-verhoging, bezuiniging op de rijkssubsidie, bezuiniging op het geld dat gemeenten krijgen, verhoging van de kansspelbelasting, en de aanpassing van de giftenaftrek.

Zijlstra 2.0

Een stapeling van maatregelen dus, daar kijkt de cultuursector tegenop. Want echt cultuurbeleid heeft het kabinet Schoof nog niet geformuleerd. Dat gebeurt niet vaak: het meest recente regeerprogramma zonder cultuurbeleid was in 2002, van het kabinet Balkenende-I, met CDA, LPF en VVD. Het beleid van Bruins blijft erop gericht „te zorgen voor een hoogwaardig cultureel aanbod in heel Nederland”, schrijft hij in antwoorden op kamervragen van Mohandis. Hij doet dat, zegt hij, onder andere via de cultuursubsidies van de culturele basisinfrastructuur (BIS) en de Rijkscultuurfondsen.

„We hebben het over Zijlstra 2.0”, zegt D66-Kamerlid Ilana Rooderkerk, verwijzend naar de cultuurbezuinigingen van kabinet Rutte-I, „en ik wacht op het moment dat de minister daar verantwoordelijkheid voor neemt”. Het is een gevoel dat breder leeft onder de oppositie: geen van de coalitiepartijen zegt enthousiast te zijn over het afschaffen van het lage btw-tarief, maar toch gebeurt het. Cultuur „is helaas geen eerste levensbehoefte”, zegt PVV-Kamerlid Martine van der Velde in het debat. „Wij moeten ook ergens op bezuinigen.” Ook minister Bruins noemt de maatregel pijnlijk. Over de plannen van zijn eigen kabinet, zoals de bezuinigingen op onderwijs, ontwikkelingssamenwerking en de btw-maatregel, zei hij in augustus tegen het Nederlands Dagblad: „Ik had inderdaad kunnen zeggen: ‘Dit is zo lelijk, daar doe ik niet aan mee’. Je kunt ook zeggen: ‘Dit is zo lelijk, daar moet ik zijn’.”

En inderdaad, GL-PvdA-Kamerlid Mohandis vraagt met Rooderkerk (D66) in het debat met een motie om een eenmalige oplossing voor ‘de club van 57’. Minister Bruins moet het voorstel ontraden, zegt hij: „Ik heb geen financiële middelen.”