Met waterpistolen gingen demonstranten begin deze zomer toeristen te lijf op terrassen in Barcelona. De acties waren onderdeel van een breder protest tegen het massatoerisme. Vorig jaar bezochten 15,4 miljoen bezoekers de Catalaanse stad van 1,6 miljoen inwoners. Evengoed spuwt La Rambla op een doordeweekse septembermiddag nog een voortdurende stroom toeristen uit over Plaça de Catalunya. Dat reusachtige plein is het kloppende hart – zoals elke metropool dat heeft: een centrale plek waar tal van metrolijnen, buslijnen, auto’s en taxi’s samenkomen – en waar mensen zich verdringen om allemaal hetzelfde te zien.
Ook twintig kilometer verderop, in het beschermde natuurgebied van de Llobregat-delta, is die aanzuigende kracht van het toeristische centrum voelbaar. Hier ligt, verscholen tussen de naaldbomen, Casa Gomis – een prachtige modernistische villa, gebouwd halverwege de vorige eeuw voor een welvarend echtpaar, en tijdens hun leven al een broedplaats voor de Catalaanse avant-garde in de kunst. Het zachtjes ruisen van de zee wordt om de zoveel minuten verstoord door het lawaai van de vliegtuigen die landen of opstijgen op de naastgelegen internationale luchthaven van Barcelona.
De prikkelende mini-tentoonstelling in Casa Gomis krijgt een extra lading door de unieke, maar bedreigde locatie: de monumentale villa ligt klem tussen de luchthaven met uitbreidingsplannen en de stijgende zee.
Elf steden rond Barcelona
Toen Barcelona vier jaar geleden aan de organisatie van Manifesta vroeg om een editie in de Catalaanse hoofdstad te organiseren, was dát de uitdaging: hoe kunnen we een tentoonstelling maken die de steden in de metropoolregio met elkaar verbindt, in plaats van dat alles via het historische centrum van Barcelona loopt? „We willen laten zien dat niet iedereen naar La Rambla hoeft te gaan”, zegt Fernando Paniagua de Paz, die als community manager voor Manifesta samenwerkt met lokale organisaties.
Deze vijftiende Manifesta blijft daarom ver weg van het toeristische centrum van Barcelona. In plaats daarvan presenteert het kunst over een uitgestrekt gebied van zo’n 3.000 vierkante kilometer, in de elf steden rondom de Catalaanse hoofdstad. Samen vormen die steden een metropoolregio: met ruim 5,1 miljoen inwoners een van de grootste stedelijke gebieden van Europa.
Je ziet tijdens Manifesta kunst aan de rafelranden van de stad, in oude kloosters, op een overdekt marktplein uit de zestiende eeuw, in een oude gevangenis, en – meest indrukwekkend – in een gigantische voormalige elektriciteitscentrale, die dankzij Manifesta voor het eerst voor publiek toegankelijk is.
Het verzoek was dus: organiseer een hedendaagse kunsttentoonstelling en verken daarmee nieuwe ruimtes en mogelijkheden in de metropool – vér van het toeristische centrum. Dat is precies het soort uitdaging dat past bij Manifesta. Manifesta, opgericht in de jaren negentig door de Nederlandse Hedwig Fijen als reactie op de val van de Muur, doet voorafgaand aan elke editie samen met architecten, kunstenaars, lokale bewoners en stedenbouwkundigen uitgebreid onderzoek naar de uitdagingen waar de deelnemende stad voor staat. Daarbij heeft het de voorkeur voor tumultueze gebieden: eerdere edities waren onder meer in Sint-Petersburg (vlak na de invasie van de Krim), het Italiaanse Palermo en de Kosovaarse hoofdstad Pristina – over twee jaar strijkt Manifesta neer in het Duitse Ruhrgebied. Zo’n stedelijk onderzoek moet de biënnale extra interessant maken voor de gaststeden. In Barcelona waren de belangrijkste thema’s regionale spreiding, en de verbondenheid onderling tussen de steden rondom Barcelona.
Conventionele tentoonstelling
Fijen zei tijdens de openingsdagen dat Manifesta meer moet zijn dan „poëtische verbeelding”, maar ook een oproep om dingen ander anders te doen”. Voor een tentoonstelling met zulke specifieke maatschappelijke ambities, is de kunst die er te zien is opvallend conventioneel en slechts abstract verbonden met lokale thema’s. Manifesta 15 toont, naast kleine historische presentaties, overwegend kunstwerken die juist wél een poëtische verbeelding zijn van de stand van de wereld, en zich daar maar heel af en toe direct in mengen. Veel kunstwerken zijn elders eerder te zien geweest (onderdeel van de duurzaamheidsgedachte van Manifesta), en behalve dat een groot deel van de 90 deelnemende kunstenaars uit Catalonië of Spanje komt, zijn de Nederlandse wortels van de organisatie te herkennen in een groot aandeel kunstenaars uit Nederland of van wie het werk recent in Nederland te zien was.
Massatoerisme is vaak alleen indirect – via bespiegelingen over ecologie – een thema. Het door de Spaanse overheid verboden Catalaanse onafhankelijkheidsreferendum uit 2017 (de gevluchte Catalaanse leider Puigdemont sprak vorige maand nog onverwachts een menigte toe in Barcelona ) komt wel voor in een kleine historische achtergrondstentoonstelling over sociale bewegingen in Catalonië, maar speelt verder in de expositie geen betekenisvolle rol.
Het zijn daarom vaak, net als de villa in Casa Gomis, juist de bijzondere locaties die de kunstwerken een diepere laag geven. De film Knot in the Throat (2022) van de Braziliaanse Jonathas de Andrade bijvoorbeeld, gepresenteerd in de tuin van het oude Natuurhistorische museum van Granollers. Sensueel en liefdevol knuffelen dierverzorgers met slangen, terwijl de camera inzoomt op lichaamsopeningen. Navel. Oor. Neusgat. En dan plotseling beelden van ontbossing en andere natuurrampen. De grenzen tussen mensen, dieren en omgeving vervagen – en dat in de tuin van een instituut dat juist erop gericht is alle diersoorten helder en duidelijk te categoriseren. De speelse sculpturen van Frans-Engelse Eva Chettle, die binnen temidden van de vaste collectie van het Natuurhistorische museum zijn gepresenteerd, kun je zien als een poging de classificatie in soorten nog verder te vervagen: zij bouwt futuristische fantasiewezens op uit schelpen en botten die ze in de natuur vindt – een soort evolutie in fast forward.
Lokale verwevenheid
Weergaloos is de manier waarop het werk Swarm (2021-2024) van de Franse Félix Blume is gepresenteerd: 500 mini-speakertjes hangen boven de zestiende-eeuwse marktoverkapping op het pittoreske hoofdplein van de oude stad Granollers. Het gebouw wordt nog altijd wekelijks gebruikt voor de versmarkt. Uit de speakertjes klinkt het geruststellende gezoem van bijen. Elk speakertje is een eigen bij – de bedreigde bestuivers van de groente en fruit die hier al eeuwen verkocht worden.
Casa Gomis is een van de zestien locaties in de metropoolregio Barelona waar de rondreizende Europese kunstbiënnale Manifesta is neergestreken. Hier stellen verschillende kunstenaars de vraag: wat betekent het om ecologisch te zijn? Is het een requiem fluiten in een van de laatste Europese oerbossen, zoals Anca Benera en Arnold Estefan deden voor hun film No Shelter from the storm (2015)? Is het je laten meestromen en overspoelen door de zee, zoals kunstenaar Ana Mendieta, beplakt met veren, deed in Ocean Bird (washup), een performancevideo uit 1974? Moeten we, zoals Elmo Vermeij voorstelt, een parlement oprichten namens de bomen?
Lokale verwevenheid blijkt sterker uit de projecten van enkele kunstenaars die samen met lokale inwoners hun kunst maakten. Zo vroeg de Senegalees-Italiaanse kunstenaar Binta Diaw leden uit de Afrikaans-Catalaanse gemeenschap mee te vlechten aan haar enorme netwerk van synthetisch zwart haar, dat als een enorm weefsel in een voormalige textielfabriek in L’Hospitalet de Llobregat hangt. De textielindustrie is via het gebruikte katoen verbonden met Spanjes koloniale verleden. Helemaal aan het einde van de loods staan jonge rijstplantjes in de aarde, een verwijzing naar de rijstkorrels die sommige slaafgemaakten in hun haar meesmokkelden.
Het collectief Embassy of the North Sea, oorspronkelijk uit Den Haag, organiseerde met de lokale jeugd een Not Illegal Fishing Competition, om invasieve exoten in de Llobregat-delta in kaart te brengen. De Nederlands-Amerikaanse kunstenaar Lara Schnitger maakte samen met een lokale naaivereniging Women’s Work is Never Done: 12 grote banners die rondom enorme schoorsteenpijpen in de regio zijn gebonden. Ze verbindt ermee de schoorstenen, die als erfenis van de textielindustrie staan voor de welvaart van de regio, aan het (misschien minder zichtbare) werk dat vrouwen geleverd hebben. Rondreizend langs de verschillende locaties in de twaalf steden – van kerk en klooster tot voormalige gevangenis, van monumentale villa tot voormalige elektriciteitsfabriek – krijg je sowieso een bijzonder gevoel voor de verbondenheid van mensen, instanties en bedrijven in de metropoolregio.
(On)bereikbaarheid
De decentrale opzet, en de soms enorme afstanden tussen twee locaties, maken dat Manifesta eigenlijk niet tijdens een citytrip van één weekend te bezoeken is. Daarmee wordt duidelijk op wie deze tentoonstelling zich eigenlijk richt: minder op internationale bezoekers (al werden tijdens de openingsweek zo’n 400 genodigden vanuit de hele wereld rondgereden met touringbussen), meer op de inwoners van de 11 steden rondom Barcelona.
Directeur Hedwig Fijen verwacht in drie maanden zo’n 200.000 bezoekers, van wie slechts 10 procent van buiten Spanje. Ter vergelijking, de vorige Biënnale van Venetië in 2022 trok in een half jaar tijd zo’n 800.000 bezoekers, van wie zo’n 60 procent van buiten Italië kwam.
Maar ook de lokale bevolking is met het openbaar vervoer lang onderweg – regelmatig is de berekende reistijd tussen twee locaties zo’n drie tot vier keer langer dan met de auto. „Alle wegen en ov-routes lopen historisch via Barcelona”, verklaart Jordi Martí Grau, lid van de raad van bestuur van Manifesta Barcelona en inmiddels staatssecretaris Cultuur in Madrid. Een „call to action”, noemt Manifesta-directeur Hedwig Fijen haar evenement daarom. „We roepen op meer te investeren in bereikbaarheid met het openbaar vervoer én om te investeren in de mooie locaties die we gebruiken.”
Tres Xemeneies
Wat dat betreft is de openstelling van Tres Xemeneies een groot succes. Deze in 1970 gebouwde voormalige elektriciteitscentrale torent met drie gigantische schoorsteenpijpen uit boven de plaats Sant Adrià de Besòs, en is tijdens Manifesta voor het eerst publiek toegankelijk. In de enorme hallen van het gebouw is de grootste expositie van Manifesta te zien – op ongeveer een half uur afstand van het centrum van Barcelona. Tres Xemeneies (‘Drie schoorstenen’) wordt ook wel de ‘Sagrada Família van de arbeiders’ of de ‘Sagrada Família van de elektriciteit’ genoemd. Een kleine historische tentoonstelling, ontwikkeld in samenwerking met de bewoners van Sant Adrià, vertelt het verhaal van hoe verschillende protestbewegingen met de geschiedenis van het gebouw verbonden zijn. Er zijn plannen in dit gebouw een verzamelplek voor bedrijven uit de filmindustrie te ontwikkelen. „Maar het zou misschien ook een dependance kunnen worden voor [Barcelona’s museum voor moderne kunst] MACBA, zoals MoMA dat ook heeft buiten de stad”, droomt Hedwig Fijen hardop.
Op de bovenste verdieping van de voormalige elektricteitsfabriek hing de Amerikaanse kunstenaar Asad Raza in de enorme raamloze hal, aan het plafond lange, halftransparante witte doeken op. Als zachte zuilen cirkelen ze door de ruimte – als je even niet oplet kan het zomaar zijn dat er eentje tegen je aanwaait en je zachtjes omwikkelt. Raza maakt met zijn werk Prehension (‘begrijpen’, 2024) de Sirocco-wind zichtbaar, die vanaf het Afrikaanse continent komt aanwaaien. Met een kleine ingreep wijst hij zo heel subtiel en poëtisch op de mondiale verbondenheid van ecosystemen en menselijke (migratie)bewegingen.
Daar is deze Manifesta goed in: de weg wijzen buiten de gebaande paden, patronen zichtbaar maken. Welk effect dat vervolgens op de lange termijn heeft op de metropool, dat is niet aan de kunst, maar aan de mensen die er mee omgaan.